Beste Beatrijs,
Wij hebben een prachtige dochter van een jaar oud. Een paar weken na de geboorte ontstond er een aardbeienvlek op haar wang. Het is geen enorme vlek, maar toch valt het op. Vreemden stellen regelmatig als eerste vraag: ‘Wat heeft ze daar op haar wang?’ En raken deze dan soms ook even aan. Ik leg dan uit dat het een aardbeienvlek is en dat het waarschijnlijk weer wegtrekt, maar ik begin die vragen steeds vervelender te vinden. Waarom direct over dat vlekje beginnen als er nog een heel kind aan vast zit? Hoe kan ik me teweer stellen?
Vrijpostigheden pareren
Beste Vrijpostigheden pareren,
Het is heel onaangenaam en heel ongepast om vragen te stellen of opmerkingen te maken over iets afwijkends in het uiterlijk van een ander, of het nu om een klein kind gaat of om een volwassene. In een keuvelgesprekje tussen twee onbekenden valt zo’n vraag volstrekt buiten de orde. U bent nieuwsgierige omstanders geen toelichting verschuldigd aangaande de gezichtshuid van uw dochter. Geef die mensen zo koeltjes mogelijk een nietszeggend antwoord: ‘Het is niks, het gaat vanzelf over.’ Als ze aandringen: ‘Maar wat is het dan?’ zegt u: ‘Sorry, het is uw zaak niet.’ Tegen iedereen die een vinger naar haar uitstrekt om haar aan te raken, zegt u: ‘Wilt u alstublieft van mijn kind afblijven?’
Als ze ongevraagd aan je kind zitten kun je ook zeggen dat de vlek erg besmettelijk is. Dan leren ze het wel af.
Deze situatie herken ik en vervult mij nog steeds met afschuw: geboren met een wijnvlek op mijn voorhoofd geboren(door snelle operatie na mijn geboorte, niets meer van te zien) en het gepluk aan mij en mijn zusje vroeger, aan de kleren die we droegen en of we wel echt gezond waren. Ik herinner me de bemoeizucht nog erg goed na vijftig jaar en het ongevraagd betast worden, dus ik ben een warm voorstander van: lik op stuk-beleid. Geef als antwoord dat uw dochter zulke mooie ogen heeft of zo’n prachtig gezichtje, elk kind is een groot geschenk. En aardbeienvlekjes verdwijnen net zo als ze gekomen zijn.
Ik werk op een basisschool met orthop. afdeling, daar zijn de aandoeningen ernstiger.
Tegen domheid en botheid is geen kruid gewassen.