Beste Beatrijs,
Ik (man van 50) ben opgevoed met het idee dat een man zich hoffelijk gedraagt tegenover vrouwen. Ik maak autoportieren open voor dames, help ze in hun jassen, laat ze voorgaan, houd deuren voor ze open, geef ze vuurtjes, voor zover ze nog roken. Dit gaat vanzelf en ik bedoel er verder niets mee. Toch word ik wel eens terecht gewezen door een dame, die me lichtelijk gepikeerd toevoegt dat ‘ze heus wel zelf haar jas kan aantrekken of een deur kan openmaken’. Dit soort opmerkingen maakt me onzeker. Is mijn manier van hoffelijkheid anti-feministisch? Kan ik er maar beter mee ophouden?
Gehecht aan egards
Beste Gehecht,
Ach, verlangt niet iedere vrouw naar een man die zijn jas over een modderplas neervleit, zodat zij er met haar dure pumps onbezoedeld overheen kan trippelen? Kennelijk niet. Een snauw en een grauw kun je krijgen voor een galante geste! Dit is symboolfeminisme van het goedkoopste soort, alleen beoefend door zuurpruimen. Maar goed, veel van de beleefdheidspatronen tussen man en vrouw zijn inderdaad weggesleten door het gelijkheidsethos. Zo’n patroon van voorrang geven, jassen ophouden en deuren openmaken detoneert in de hedendaagse werksfeer, waar mannen en vrouwen geacht worden als gelijkwaardige collega’s met elkaar om te gaan. Op het werk geldt de regel: wie het eerst bij een deur is, houdt die voor de ander open ongeacht de sekse. In de sociale sfeer daarentegen is er nog wel ruimte voor conventionele egards. Vrouwen, ook de streng-feministische, hebben meer waardering voor een charmante man dan voor een lomperik. Al vinden veel vrouwen het lastig om zichzelf in de mouwen van een opgehouden jas te wurmen.
Ik snap ook niet wat er mis is met hoffelijkheid. Wat overdreven en achterhaald om er het gevoel van te krijgen dat je gezien wordt als hulpeloos vrouwtje. Iedere man weet toch dat een vrouw zelf een deur kan openen? We morren dat de samenleving zo asociaal is. Dan toont iemand goede manieren en dan is het wéér verkeerd? Beste “Gehecht aan egards”, laat u niet van de wijs brengen.
Mijn ervaring is dat er door onbekende dames inderdaad onwennig (soms ronduit gepikeerd) kan worden gereageerd indien ik mij van mijn hoffelijke kant wil laten zien.
Echter, als ik dit probeer wanneer de dame in kwestie en ik vooraf langer dan 5 minuten in gesprek zijn geweest is de reactie helemaal het tegenovergestelde.
Heb wel eens een vergelijkbare situatie meegemaakt waarbij de dame zei:”U hoeft de deur niet open te houden omdat ik een dame ben”, waarop ik antwoordde: “Ik hou de deur open omdat ik een heer ben”. De dame liep, toch enigszins bedremmeld, weg.
Heren, als u ook de deur open houdt voor en jassen aanreikt aan andere heren zult u merken dat de dames er ook geen moeite mee hebben. En wat zijn nou betere manieren dan iedereen hoffelijk te behandelen?
Het venijn zit hem in de benadrukking van het verschil. Doet u dat niet, is het probleem ook opgelost en wordt uw hoffelijkheid ook weer gewaardeerd. Al kunt u misschien rekenen op wat verwarde reacties van de overige heren. Maar wie zou zich nou opwinden over zo’n hoffelijk gebaar…. Toch? ;-)