Beste Beatrijs,
Wij hebben een kleinkind (meisje, drie jaar) dat erg verlegen is. Op zichzelf niet zo vreemd, omdat onze schoondochter als kind ook verlegen was. Komen wij op bezoek en hebben wij een cadeautje voor haar, dan durft ze niet naar ons toe te komen. Haar mama of papa moet haar dan aan het handje meenemen.
Zitten we aan tafel voor lunch, dan wil ze per se naast een van haar ouders zitten en niet naast oma of opa. We zien elkaar een à twee keer per maand en zijn geen vreemden voor elkaar.
Als het gezin bij ons is, dan wil ze op schoot bij een ouder. Stel ik voor een glaasje drinken met haar te gaan halen in de keuken, dan wil zij papa/mama mee naar de keuken. Hetzelfde wanneer ik voorstel speelgoed uit een kast in een aangrenzende kamer te halen.
Wij proberen het kleinkind wat vrijer en losser te maken, maar haar ouders koesteren het verlegen zijn. Wanneer wij dit proberen tegen te gaan, krijgen wij van hen te horen: ‘Jullie hoeven je niet met de opvoeding bezig te houden, jullie mogen de leuke dingen met de kleinkinderen doen.’ Zonder de ouders erbij is er trouwens bijna geen probleem.
Al met al zorgen de wederzijdse bezoeken voor spanningen. Discussies verzanden in boosheid bij de ouders, en dat geeft een nare nasmaak. Inmiddels is er een broertje en met hem gaat het dezelfde kant op. Hebt u tips?
Goedbedoelende grootouders
Beste Goedbedoelend,
Jazeker heb ik tips: laat het zitten! Bemoei u er niet mee! Het komt vanzelf in orde, naarmate de kleinkinderen groter worden. En zelfs als het niet in orde komt (dat wil zeggen uw kleindochter blijft verlegen en haar broertje ook), dan nog verkeert u niet in de positie om daar iets aan te veranderen.
Ouders moeten zelf bepalen hoe veel of weinig tegengas ze geven bij een aangeboren temperamentskwestie als verlegenheid. U vindt dat ze wat minder toegevend zouden kunnen zijn tegenover hun kinderen. Of u hier nu gelijk in hebt of niet, feit is dat ze niet open staan voor uw raadgevingen. U hebt er zelfs al ruzie over gemaakt met hen.
Niet doen! Het enige resultaat is dat u hen tegen u in het harnas jaagt. Leg u erbij neer dat uw invloed als grootouders minimaal is. Als u afziet van het opvoeden van uw klein- en (schoon)kinderen, dan verlopen die familiebijeenkomsten meteen een stuk minder gespannen.
Zo erg kan het trouwens niet gesteld zijn met die verlegenheid. U ziet uw kleinkinderen blijkbaar ook wel eens zonder hun ouders erbij, en dan is er niets aan de hand. Verheug u daarover. En bedenk: uw kleindochter is pas drie. Met het klimmen der jaren neemt die eenkennigheid vanzelf af, doordat de kring van mensen bij wie ze zich op haar gemak voelt groter wordt.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.