Beatrijs Ritsema
De kleine vakanties zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Net is er weer eentje achter de rug, de krokusvakantie, en het valt me op hoe bleekjes zo’n week afsteekt bij wat ik me herinner van vroeger. Niet dat de kinderen klagen – ze zijn allang blij met de vrije dagen -, maar eigenlijk is het toch behoorlijk saai, omdat er geen andere kinderen zijn om mee te spelen. Iedereen grijpt de gelegenheid aan om de koffers te pakken. Of het nu herfst- of kerstvakantie is, krokus- of meivakantie, iedereen laadt z’n gezin in de auto en reist af naar de wintersport of naar de Canarische eilanden of naar huisjes-bij-tropische-zwemparadijzen. Een ongehoorde uittocht, met de zomervakantie meegerekend drie, vier keer per jaar. Alleen de sukkels en de minvermogenden blijven thuis.
Als kind vond ik vakantie thuis geweldig, vaak leuker dan de reizen naar binnen- of buitenland in gezinsverband. Op elkaar aangewezen zijn in de beslotenheid van een gezin werkt in een vreemde omgeving veel meer op ieders zenuwen dan thuis. Het prettige was dat je niet naar school hoefde en met speelkameraadjes kon doen wat je wilde. Ik herinner me eindeloze monopoly-sessies, straatspelletjes, uitstapjes naar het strand, niets gepland, alles ter plekke geïmproviseerd. ’s Avonds gewoon thuis naar je eigen tv kijken en slapen in je eigen bed. En de dag daarna weer totale vrijheid.
In de hedendaagse vakantie-opzet worden mensen zo’n vijf keer per jaar voor kortere of langere tijd teruggeworpen op het kerngezin, alsof die losse weekjes op de een of andere manier een compensatie moeten vormen voor de rest van de tijd, waarin ouders druk zijn met hun carrière en kinderen heen en weer vliegen van school naar ontplooiende vrijetijdsactiviteit. Eindelijk tijd voor betekenisvolle kwaliteitsinteractie. Die moet en zal binnen de grenzen van het eigen gezin plaatsvinden. Zelfs een logeerpartijtje met neefjes of nichtjes zit er niet in, want de vakantiespreiding zorgt ervoor dat er geen overlap bestaat tussen de schoolvakanties in de verschillende regio’s. Vakantiespreiding dient, zoals bekend, slechts één doel: het commerciële belang van de verhuurders van vakantiehuisjes. Voor een gegeven periode, zeg de krokusvakantie, kunnen deze uitbaters niet één maar liefst drie weken lang hoogseizoentarieven vragen voor hun vreugdeloze onderkomens. En de huisjes zitten inderdaad drie weken achter elkaar vol met kibbelende en zich vervelende gezinnen. Niemand wil thuis blijven, want in de eigen omgeving is iedereen weg.
Omdat wij zoals gewoonlijk weer eens als enigen thuis waren gebleven en de betekenisvolle kwaliteitsinteractie al gauw neerkomt op het hangen voor diverse schermen, maakten wij een uitstapje naar New Metropolis (NeMo), het kindvriendelijke wetenschapsmuseum, waarin educatie en amusement hand in hand gaan. Ideaal voor opgroeiende kinderen. Helaas bleek toch niet iedereen in Amsterdam op wintersport te zijn. Alle thuisblijvers leken zich verzameld te hebben in het NeMo, waar ze door elkaar krioelden als op de kermis. Onafgebroken werden namen van kinderen omgeroepen die hun ouders kwijt waren of andersom. Er waren oma’s met peuters in buggies, kleuters rolden over de grond, zesjarigen ramden blind op knoppen van installaties, achtjarigen maakten ruzie over een plekje achter een van de honderden computers. Niemand die een gebruiksaanwijzing of toelichting las. Geen wonder, de meeste kinderen waren onder de tien en de volwassen moesten hun grut in de gaten houden. De doelgroep van kinderen tussen de acht en vijftien zag je niet of nauwelijks. Wat een verspilling om zo’n met toewijding ingericht museum te gebruiken als crèche.
We gingen naar huis en speelden een spelletje ‘Kolonisten van Catan’. ‘’t Is leuk als je meedoet,’ zei mijn zoontje, ‘bijna net zo leuk als met vrienden.’
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.