Wie hier in een restaurant eet, wordt in het algemeen bediend door jong personeel. Studenten met een bijbaantje of jongeren die een uitkering aanvullen. In etnische restaurants is vaak de hele familie aan het werk met kennissen van de eigenaar. Oudere obers zie je alleen nog in heel sjieke restaurants en oudere serveersters zijn helemaal zeldzaam. Het beroep biedt dan ook weinig perspectieven. Het is iets wat iemand tijdelijk erbij doet om aan geld te komen.
Al het werk in de particuliere dienstensector zit goedbeschouwd zo in elkaar. Huishoudelijk werk, kinderoppassen, thuiszorg, het is een grote tredmolen van ongeschoold en daardoor slechtbetaald werk. Een van de belangrijkste doelen waar de Paarse regering naar streeft is om meer mensen aan het werk te krijgen, ook de langdurig werklozen en ook de bijstandsmoeders. Dit lijkt een lofwaardig streven en toch bergt het ook iets akeligs in zich: het beeld van de oude serveerster.
In Amerika is president Clinton een paar jaar geleden begonnen met de hervorming van ‘welfare as we know it’. Er kwamen allerlei werkgelegenheidsprojecten voor werklozen en begeleidingstrajecten om bijstandsmoeders de arbeidsmarkt op te helpen. De resultaten van deze projecten stemmen niet optimistisch. Voor zover er succes wordt geboekt, bijvoorbeeld in de staat Michigan, kost het nog altijd meer geld aan overheidssubsidie voor bedrijven en voor kinderopvang dan er voorheen besteed werd aan bijstand. En dan nog. In het uitgestrekte Amerika blijven er vele regio’s over waar helemaal geen door de overheid geïnitieerde banenplannen te vinden zijn. Daar heerst slechts de vrije markt en daar moet het individu het zelf zien te redden.
Intussen betreden er met het afbouwen en aanscherpen van de welfare-as-we-know-it-regeling 50.000 bijstandsvrouwen per maand de arbeidsmarkt. Lukt dat of niet? Is gewoon aan de slag gaan en daarmee je onafhankelijkheid bevestigen (self esteem!) inderdaad de manier om uit de armoedefuik te geraken?
Barbara Ehrenreich, Amerikaans sociologe en journalist, stelde deze vragen en kwam al rekenend (veertig maal het minimumuurloon afgezet tegen minimale kosten van levensonderhoud) tot de conclusie dat het onmogelijk was. Nu kan je met cijfers alle kanten op, zoals discussies tussen economen altijd laten zien, dus wat ze vervolgens deed was veel opmerkelijker: ze besloot een maand lang te leven alsof ze een op de vrije arbeidsmarkt aangewezen ex-bijstandsvrouw was. Zou ze de eindjes aan elkaar kunnen knopen zonder gebruik te maken van haar capaciteiten als schrijver en wetenschapper? In een interessant artikel in ‘Harper’s Magazine’ deed ze verslag van haar bevindingen.
Haar experiment betrof niet alleen een evaluatie van het verscherpte welfare-beleid, maar ook een persoonlijke test-case. Hoe groot de solidariteit met de onderkant van de samenleving ook mag zijn, meestal denkt een rijk persoon stiekem dat hij er zelf wel in zou slagen om zich uit die onderkant weg te klauwen. Een kwestie van je schouders eronder zetten en heel erg zuinig aan doen. Ehrenreich had als vrouw van tegen de vijftig bovendien het geluk dat haar kinderen al het huis uit waren. Ze hoefde alleen maar voor zichzelf te zorgen. Als je gezond bent en bereid om hard te werken, moet dat een makkie zijn.
Ze faalde. Niet in de zin van een complete afgang, maar op een sluipende, verraderlijke manier. Aan het eind van de maand had ze ongeveer 50 dollar tekort, wat betekende dat ze de huur voor de volgende maand niet zou kunnen betalen. En dat terwijl ze nog nooit van haar leven zo genadeloos hard gewerkt had als de voorgaande vier en een halve week. In restaurants als serveerster. Ze verdiende niet genoeg en moest een tweede baantje ernaast nemen als schoonmaakster in een hotel.
Het treurige van haar verhaal is dat je onmiddellijk allerlei andere vijftig-plus vrouwen voor je ziet, ongeschoold en dus veroordeeld tot dit soort werk. Normaal gesproken heb ik geen medelijden met obers of serveersters en ook niet met thuishulpen of werksters. Het maakt nogal een verschil, of je zelf kunt kiezen om dit werk te doen, bijvoorbeeld als aanvulling op een gezinsinkomen of desnoods op een uitkering, of dat je ertoe gedwongen bent omdat je anders geen eten en onderdak hebt.
Op de een of andere manier maakt het geen humane indruk, wanneer een maatschappij zo is ingericht dat vijftigjarige vrouwen zich lichamelijk moeten afbeulen om in leven te blijven. Hetzelfde geldt eigenlijk voor jongere vrouwen met kleine kinderen. Het is moeilijk in te zien waarom die bij wijze van schaars betaalde arbeid full time op andermans kinderen zouden moeten passen en hun eigen kinderen door weer anderen moeten laten opvangen. Met mannen die gedwongen worden tot ongeschoold werk heb ik veel minder medelijden, en met de jongeren onder hen al helemaal niet. Het is erg anti-emancipatoir en erg anti-Paars om oudere vrouwen en moeders met kinderen van sollicitatieplicht te ontslaan en ze die (miezerige) bijstand te gunnen, maar ik kan me niet onttrekken aan de gedachte dat sekse wel degelijk verschil maakt.
Ehrenreichs artikel is niet alleen beklemmend door de uitzichtloosheid van de beschreven armoede, maar ook doordat het zich vrij makkelijk laat lezen als een visioen voor wat in Europa, waaronder Nederland, te gebeuren staat. De dienstensector is de enige met genoeg rek om ongeschoolden op te nemen. Iedereen die zich niet aan de onderkant van de maatschappij bevindt is dolblij met een uitbreiding van de dienstensector. Overal taxi’s aan te roepen, overal goedkope restaurants, een ruim aanbod van oppassen en werksters, particuliere bewakers, privé-thuishulpen en -bejaardenverzorgers. Diensten verricht voor een prijs die de markt er voor over heeft. En die is, zie Amerika, niet hoog.
Toenemende immigratie zal de verzorgingsstaat-zoals-wij-hem-kennen ineen doen schrompelen tot een pro-forma pleister op een gapende wond. Dichte grenzen zijn inhumaan. Open grenzen zijn ook inhumaan. Ongeschoolden houd je altijd. Maar in sommige tijden – de 21ste eeuw – hebben zij het zwaarder te verduren dan in andere.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.