Spring naar inhoud


Tot de laatste snik hun beste beentje voor

In de kerstvakantie was ik in de ban van Mr. en Mrs. Bridge, een fictief Amerikaans echtpaar uit de jaren dertig waarvan de lotgevallen zijn opgetekend door Evan S. Connell. Hij schreef met een tussenpauze van tien jaar een tweeluik over dit stel, toepasselijk getiteld Mrs. Bridge (1959) en Mr. Bridge (1969). Twee boeken van ongeveer een halve eeuw geleden die zich op hun beurt zo’n twintig, dertig jaar daarvoor afspelen in of all places Kansas City (gelegen bij de staat die vooral bekendheid geniet als de regio waar Dorothy van The Wizard of Oz uitgeslingerd werd door een tornado). De diepe Amerikaanse provincie dus. Het is alsof de verrekijker, waarmee je terug de tijd in kijkt, zelf ook nog een verrekijker ingebouwd heeft.

In deze diepe provincie leidt het echtpaar met hun drie kinderen een buitengewoon onopmerkelijk leven. De grote depressie gaat geheel en al aan hen voorbij, want Mr. Bridge kan als hardwerkende advocaat zijn gezin van alle comfort voorzien. Mrs. Bridge lijkt op het eerste gezicht de interessantste van de twee en met haar begon ik dan ook. Beide boeken hebben niet de gewone structuur van een stromend verhaal dat met zijpaden en al ergens naar toe gaat, maar ze zijn opgebouwd uit kortere en langere vignetten die telkens een gebeurtenis uit het dagelijks leven in de schijnwerper zetten. Het effect is een soort verstilling, alsof je door zo’n archaïsche viewmaster (niemand onder de vijftig weet waarschijnlijk nog wat dat is) naar haarscherpe, driedimensionale beelden zit te kijken. Of naar een museumdiorama.

Er is alleen een onbestemd smachten.

Mrs. Bridge is moeder en huisvrouw – dat laatste pro forma want er is een dagelijkse (zwarte) huishoudster die het werk opknapt. Mrs. Bridge is een sussende, beetje bangige persoonlijkheid die confrontaties uit de weg gaat, zich in alles laat leiden door haar man en op elk moment een passend cliché bij de hand heeft. Ze vult haar tijd met kinderen, zolang die nog klein zijn, ze koopt de bestsellerboeken, ze schaft een gramofoonplaatcursus Spaans aan. Er zijn vriendinnen, vrijwilligerswerk, de kerk, en niets beklijft of maakt een krasje. Mrs. Bridge verveelt zich, maar het pijnlijke is dat ze niet beseft dat ze zich verveelt. Er is alleen een onbestemd smachten. Af en toe doet zich een sprankje hoop voor, een flits van een mogelijkheid dat er iets anders zou kunnen bestaan dan leegte, bijvoorbeeld wanneer ze tegen haar man zegt dat ze, net als een vriendin van haar, misschien wel in psychoanalyse zou willen. Natuurlijk vindt Mr. Bridge dat modieuze onzin en daar valt de doek weer met een doffe plof over de kooi.

Het therapiegesprekje komt niet eens voor in Mr. Bridge’ eigen boek dat dezelfde periode bestrijkt, maar alleen op hoofdpunten dezelfde gebeurtenissen aanstipt. De hoofdpersonen leiden parallelle levens binnen de intieme ijzeren structuur van een ontegenzeggelijk goed huwelijk, terwijl ze niet meer dan een vaag besef hebben van wie de ander eigenlijk is. Ik schreef bijna ‘wat de ander drijft’, maar het punt van dit tweeluik is juist dat er geen sprake is van drijfveren, en ook niet van drama, want iets ergs gebeurt er niet. Er is alleen conventie. Mr. Bridge is het archetype van de steile conservatief die onverstoorbaar zijn biefstuk blijft dooreten bij het naderen van een tornado. Streng maar rechtvaardig en liefdevol als huisvader, voorzien van de destijds gebruikelijke vooroordelen tegen minderheden, maar tegen elke individuele zwarte of jood vriendelijk en voorkomend.

In al hun opgeslotenheid zetten de echtgenoten tot hun laatste snik hun beste beentje voor. Zelden een intrigerender portret van een huwelijk, oftewel een indringender schets van het horror vacui gelezen als de Mr. en Mrs. Bridge saga. Evan Connell (1924-2013) verdient massale herontdekking.

Artikelen in Column.


2 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Vincent schrijft

    Deze recensie roept bij mij vragen op naar het mensbeeld van Beatrijs. “Mrs. Bridge verveelt zich, maar het pijnlijke is dat ze niet beseft dat ze zich verveelt. Er is alleen een onbestemd smachten.” Hoe weet Beatrijs dat Mrs. Bridge niet beseft dat ze zich verveelt? Omdat Mrs. Bridge nooit hardop verklaart dat ze zich verveelt? Maar “een onbestemd smachten” is nu juist een mooie nadere omschrijving van wat verveling is. Je kunt je natuurlijk heel goed vervelen zonder dit ooit uit te spreken, zelfs zonder ook maar het woord te kennen.
    “Af en toe doet zich een sprankje hoop voor, een flits van een mogelijkheid dat er iets anders zou kunnen bestaan dan leegte, bijvoorbeeld wanneer ze tegen haar man zegt dat ze, net als een vriendin van haar, misschien wel in psychoanalyse zou willen.” Alsof de gedachte om in psychoanalyse te gaan maar één keertje in haar opgekomen is (en onmiddellijk uitgesproken), terwijl je uit deze opmerking gerust mag concluderen dat Mrs. Bridge al vele lange jaren ongelukkig is (dat is verveling in het kwadraat). Het lijkt bij Beatrijs wel dat wat niet uitgesproken wordt, ook niet bestaat.

  2. Beatrijs Ritsema schrijft

    Wat niet wordt uitgesproken vind ik vaak interessanter dan wat wel wordt uitgesproken.



Sommige HTML is toegestaan