Vorige week was ik weer eens jarig en zoals dat bij dergelijke gelegenheden gaat, kreeg ik de nodige zeer gewaardeerde telefoontjes. Eén van de bellers is steevast een lollige tante. Zij is aardig genoeg, maar ik krijg maar geen eind aan het gesprek. Zij is eenvoudig niet te stuiten in haar woordenstroom. Mijn echtgenoot, die een boodschap moet gaan doen in het dorp, vindt mij bij terugkomst nog steeds met tante aan de lijn! Hij lacht zich een kriek, terwijl ik zwetend voortploeter. Hoe kan ik vriendelijk doch dringend dit soort gesprekken beëindigen?
Hoe kom ik er af?
Beste Hoe kom ik,
Een eind maken aan een telefoongesprek is echt niet moeilijk, hoor. Ogen dicht, diep ademhalen en de spreker onderbreken, wanneer die een minieme pauze laat vallen. Uw (op montere toon uitgesproken) mededeling luidt: ‘Sorry, ik moet nu ophangen, want…’ Voor de toelichting kunt u een keus maken uit onderstaande voorbeeldzinnen (plak eventueel het lijstje naast de telefoon als geheugensteun):
- ‘ik moet de deur uit / de hond uitlaten
- ik moet mijn kind van school halen / met huiswerk helpen / naar ballet brengen
- er wordt aangebeld
- ik moet gaan koken / een taart uit de oven halen / de aardappels afgieten
- er zit iemand op me te wachten
- ik moet nog een paar andere telefoontjes afhandelen
- ik heb ineens iets in mijn oog wat ik eruit moet halen’ (deze niet vaker dan één keer tegen dezelfde beller gebruiken)
En dan zegt u ‘Leuk je gesproken te hebben, tot de volgende keer!’ en u hangt op.
ik heb ook zo’n tante. niet te stuiten. aangezien ik al weet hoe ze is, reken ik gewoon op een telefoontje van een uur. als ze belt op een ongelegen moment zeg ik: ik moet de deur uit, mag ik morgen terugbellen? dan bel ik terug als ik tijd zat heb en ik reken erop anderhalf uur klem te zitten. dit gebeurt zo’n 3 keer per jaar. wat kan mij het schelen, die tante is wel praatziek, maar ook erg lief en zij vindt dit soort telefoontjes erg leuk!
Herkenbaar, ik had vroeger, toen er nog geen telefoons met nummerherkenning bestonden, een kennis die zich niets van de door mevrouw Ritsema aangedragen uitvluchten aantrok.
Ik heb een keer, net uit de douche komend, argeloos de telefoon aangenomen en zelfs het feit dat ik haar meermalen, en steeds dringender, meldde dat ik naakt en hevig rillend op mijn hurken in de woonkamer zat (ik woonde weliswaar in een flat, dus om toevallig naar binnen glurende passanten hoefde ik me niet druk te maken, maar het gaat hier om het idee) maakte geen enkele indruk. Pas anderhalf uur later had ze alles verteld wat ze me vertellen wilde – want gewoontegetrouw bepaalde zíj wanneer het gesprek afgelopen was.
Ik heb die vriendschap uiteindelijk maar langzaam dood laten bloeden, maar met dierbare ouwe tantetjes is het natuurlijk andere koek.
Een wel heel rigoureuze oplossing die ik een of twee keer bij langdradige bellers heb toegepast is gewoon ophangen midden in een zin en de telefoonmaatschappij als schuldige aanwijzen.