Een van de akeligste stoornissen waarmee een mens geslagen kan worden lijkt mij het syndroom van Capgras. Iemand die daar aan lijdt herkent zijn intimi niet meer, dat wil zeggen: hij ziet wel wie het zijn, maar hij is er vast van overtuigd dat hij te maken heeft met exacte replica’s van de betreffende personen, een soort robots. Een Capgras-patiënt denkt dat hij omringd wordt door gehaaide bedriegers die zich voordoen als zijn geliefden. Psychiaters bijten tevergeefs hun tanden stuk op deze excentrieke waan – waarschijnlijk is er sprake van een neurologisch defect in het hersencircuit dat herinneringen koppelt aan gevoelens. Het déjà vu fenomeen, waarbij je ten onrechte denkt dat je een bepaalde situatie precies zo al eens eerder hebt meegemaakt, zou ook berusten op een – in dit geval tijdelijke – kortsluiting in de hersenen tussen het registreren van nieuwe ervaringen en het geheugen. Hardware haperingen dus.
Het moet ultieme eenzaamheid zijn om je naasten als machinale bedriegers waar te nemen, eenzamer nog dan het niet meer herkennen van partner of kinderen, wat Alzheimerpatiënten overkomt. Die laatste groep is zich in ieder geval niet meer bewust van hun manco, terwijl de Capgras-lijder juist een hyperbewustzijn heeft van wat er niet spoort.
In de Zweedse televisieserie Real Humans, die ik dezer dagen in dvd-vorm bekijk, draait het om een spiegelbeeldig Capgras-syndroom: niet het waarnemen van de mens als machine, maar de machine als mens. Het verhaal speelt zich af in een nabije toekomst, die precies lijkt op de tegenwoordige tijd, behalve dat er intussen hubots zijn ontwikkeld die de mens op allerlei gebieden bijstaan. Ze fungeren als fabrieksarbeider, hulp in het huishouden, bejaardenoppasser en sommige ge-upgrade versies zijn ook in staat tot seksuele hand- en spandiensten. Het hele prostitutieprobleem opgelost!
De hubots zijn weliswaar van mensen te onderscheiden door hun onnatuurlijk helblauwe ogen en lichtelijk mechanische motoriek, maar hoe geavanceerder de modellen hoe meer die verschillen weggewerkt zijn. Als het onderscheid nauwelijks nog waarneembaar is, verliest het aan relevantie en het interessante van de serie is dan ook hoe mensen zich laten meeslepen en bedriegen door hun waarneming. Dit overkomt niet alleen de mensen in de serie, maar ook de kijkers die buiten de handeling staan. Iets wat eruit ziet als een mens, zich gedraagt als een mens kan bijna niet anders dan een mens zijn.
Er is geen enkele reden om het oogverblindend mooie hubotmeisje dat het eten voor het gezin heeft klaargemaakt en in afwachting van nieuwe opdrachten in de ruststand in de keuken zit, te vragen om voor de gezelligheid aan tafel aan te schuiven (ze eet niet eens, en heeft alleen stroom uit het stopcontact nodig), maar de vrouw des huizes kan de onbeleefdheid niet over haar hart verkrijgen om het apparaat ook als een apparaat te behandelen. Alle verwikkelingen draaien om de botsing tussen schijn en wezen, om de vraag wat is authenticiteit en hoe beïnvloedt die perceptie je gedrag?
Door de interactie met mensen raakt de hubot steeds verder vermenselijkt. Als een vrouw haar lichtelijk chagrijnige, corpulente, tv-sport kijkende echtgenoot buiten zet, omdat ze voortaan liever haar leven deelt met de inschikkelijke en bovendien viriel uitziende huishoudhubot, is het maar een klein stapje verder om samen met het apparaat naar een nachtclub te gaan en vervolgens een rechtszaak wegens discriminatie te beginnen, omdat hubots de toegang wordt ontzegd. Net als vroeger de slaven moeten zij ook mensenrechten krijgen.
Het fascinerende van Real Humans is dat gebeurtenissen waarin hubots als mensen worden beschouwd en behandeld evenveel huiver opwekken als scènes waarin ze tegemoet worden getreden als de machines die ze zijn. In het ene geval is het de stuitende onwaarachtigheid die weerzin inboezemt, in het andere word je ongemakkelijk van je eigen ongefundeerde empathie. Authenticiteit is een van de belangrijkste criteria om de kwaliteit van mensen of zaken mee te peilen. Iemand die niet authentiek is (onecht, geposeerd, aanstellerig) wordt geminacht. Opmerkelijk genoeg vindt nooit iemand zichzelf niet-authentiek – het zijn altijd anderen die een dergelijk oordeel vellen. Waaruit je zou kunnen afleiden dat een geslaagde illusie van authenticiteit voor het voetlicht brengen belangrijker is dan die authenticiteit zelf. Capgras-patiënten en hubots kunnen niet met deze specifieke illusie overweg en vallen in een afgrond zonder bodem.
Waarom zijn gebeurtenissen waarin hubots als mensen worden behandeld stuitend onwaarachtig? Zo kijken we toch ook niet aan tegen een kind en zijn teddybeer? Mensen die het kind in zichzelf hebben bewaard zijn bij uitstek authentiek, maw wie authentiek is zal hubots behandelen alsof het echte mensen zijn.