Beste Beatrijs,
Een zoon van goede vrienden promoveerde tot doctor en stuurde mijn vrouw en mij een uitnodiging voor de promotie-plechtigheid. Mede door onze leeftijd en de reisafstand zijn wij niet gegaan. We hebben hem een felicitatiebrief gestuurd met een royale cadeaubon.
Dit alles vond drie maanden geleden plaats. Wij hebben echter nooit meer iets teruggehoord. Zijn vader (onze vriend dus) is een man van strakke principes en gehecht aan fatsoensnormen. Uiteraard hebben wij hem niet van een en ander op de hoogte gebracht, want hij zou het niet-reageren van zijn zoon zonder meer afkeuren. Moet ik de jongeman zelf nog maar eens aanschrijven met de vraag of ons cadeau wel is aangekomen, of moeten we er vrede mee hebben dat niet iedereen iets heeft met normen en waarden?
Teleurgesteld
Beste Teleurgesteld,
Deze jonge doctor mag dan intussen een zeer geleerd man zijn, op het gebied der goede manieren is hij nog een beginneling. U schrijft dat zijn vader geen waardering zou hebben voor deze nalatigheid en dat u hem er daarom niet op wilde attenderen. Dit lijkt mij bij uitstek een reden om het wél te doen! De vader moet opvoeden. Vrienden van de vader zijn daartoe niet bevoegd. U overweegt toch niet serieus om die jongen nederig aan te schrijven of uw gulle gift wel in goede orde is aangekomen? Als u uw vriend weer eens spreekt, zegt u terloops: ‘Niet voor het een of ander, maar zou jij eens aan je zoon willen vragen of ons cadeau eigenlijk ooit wel is aangekomen? Ik maak me zorgen dat het kwijt is geraakt bij de posterijen. Je hoort van die rare dingen tegenwoordig.’ Door u van de domme te houden gunt u de zoon het voordeel van de twijfel, terwijl de vader precies zal begrijpen wat hier aan de hand is en alsnog een hartig woordje met zijn zoon zal spreken. Daar zijn vaders voor!
Vandaag las ik de brief van “Teleurgesteld” en Uw antwoord daarop.
En ik realiseerde mij ees temeer hoe vreselijk ik mij al een jaar of tien erger aan gebeurtenissen zoals die door de briefschrijver aan de orde worden gesteld.
Het niét ontvangen van een dankbriefje voor geschenken bij huwelijk, promotie, verjaardagen en geboorten e.d., is inmiddels in mijn ervaring volstrekt normaal geworden. Een vriendin met wie ik dit eens besprak (zij heeft kinderen in de leeftijd van 30/40), wist te melden dat ik mij daarover niet druk moet maken. “Die jonge mensen staan daar niet bij stil, ze bedanken elkaar ook niet, je moet dat niet verwachten, dat is iets van onze (bedoeld is: voorbije) tijd”.
Is dat zo? Ik heb geen kinderen, maar als ik ze wél had, zou ik ze daarover terdege onderhouden.
Daarbij doet zich ook nog het volgende voor.
Ik kan de keren niet meer tellen dat ik huwelijksaankondigingen ontving waarbij de aanwijzingen m.b.t. het bestellen van huwelijkscadeaux al zijn ingesloten. Aanvankelijk verklaarde ik dat vanuit een te grote ijver van de huwelijksdagbegeleiders van bruid en bruidegom, goedwillende en goedbedoelende studiegenoten die ook de cadeauxstroom in goede banen willen leiden. Vooruit, andere tijden, andere zeden. Wachten tot je wordt gevraagd wat je graag hebben wilt, hoort er kennelijk niet meer bij.
Maar als dan de gewenste kristallen wijnglazen of de bijdrage aan het tafelzilver ook nog eens verdwijnen in volstrekte stilte (inderdaad, hoe vaak heb ik niet achteraf naar de winkel gebeld met de vraag of de bestelling wel was verzonden!), breekt er op den duur toch iets. Zelfs als je de betrokkenen daarna ontmoet, wordt er geen opmerking gemaakt over het gemak van de ovalen vispan of het plezier dat ze beleven aan de kristallen vaas.
Vaker dan mij lief is, stuur ik dan ook geen geschenken meer in voorkomende gevallen. En dat vind ik dan weer zo onhartelijk tegenover “de goeden”, die je niet bij voorbaat kunt scheiden van “de kwaden”.
De brief ván en Uw reactie óp Teleurgesteld, deed mij veel genoegen. Ik sta niet alleen.
Vraag is, wat doen we eraan of ertegen?