Beste Beatrijs,
Ik ben een alleenwonende, vitale 85-jarige vrouw zonder nazaten en met een volle agenda. Met veel plezier doe ik als vrijwilliger mee met diverse maatschappelijke activiteiten. Laatst vroeg een collega-vrijwilliger, met wie ik niet direct een vertrouwensband heb, zonder enige aanleiding: ‘Hoe wil jij herinnerd worden?’ Omdat er met mij niets zorgwekkends aan de hand is, werd ik hierdoor overvallen. Ik antwoordde dat ik voorlopig geen plannen had om dood te gaan. De vraag werd herhaald, waarop ik zei: ‘Hoe men over mij zal denken, daar is iedereen vrij in. Ik houd mij daar helemaal niet mee bezig.’ Voor het moment was voor mij daarmee de kous af. Later bedacht ik dat dit toch een behoorlijk indiscrete vraag was. Ik vraag me af of het goed zou zijn met de zegsman een afspraak te maken om deze kwestie eens onder de loep te nemen.
De herinnering blijft
Beste De herinnering blijft,
In een persoonlijk gesprek tussen goede bekenden kan dit onderwerp best ter sprake komen en het heeft dan niets met ouderdom te maken. Dan wordt er afgetast wat je belangrijk vindt in het leven om na te streven of na te laten, een variant op de existentiële vraag ‘Waartoe zijn wij hier op Aarde?’ Maar plompverloren deze vraag stellen aan zomaar een kennis, kennelijk op grond van gevorderde leeftijd, is tamelijk lomp. U hebt trouwens wel ad rem gereageerd, ook in tweede instantie, waarbij de vraagsteller voldoende op zijn nummer is gezet. Ik raad u aan om het verder te laten zitten. Misschien was het een verkeerd geformuleerde poging tot meer intimiteit, misschien was het alleen maar onhandigheid. Beledigende intenties zaten er waarschijnlijk niet achter. Over dit soort ongewenst vorsen in uw psyche kunt u beter uw schouders ophalen. Er nog eens op terugkomen is als wrijven in de vlek – het maakt het alleen maar erger en de vraagsteller weet toch al dat u onaangenaam getroffen was.
ik denk dat de vraag meer filosofisch bedoeld was. misschien zit deze man wel heel erg met wat hij na laat en wil hij gewoon weten hoe anderen erin staan. ik kan uit de brief niet opmaken dat de man het vroeg naar aanleiding van de leeftijd, er staat ook niet hoe oud de persoon zelf is. ik ben 27 en vind het een interessante vraag. wat wil ik nalaten, wat zullen de mensen zich van mij herinneren als ik morgen onder een bus kom? het enige wat de vrager, in mijn ogen, mogelijk fout heeft gedaan ia dat diegene de vraag op een ongepast moment stelde
Prachtig antwoord van de inzender. Willen sturen hoe nabestaanden over je denken heeft sowieso iets heel krampachtigs. Uiteindelijk heb je daar, zoals inzender terecht opmerkt, niks over te zeggen en raken doet het je ook niet meer. Dus waarom zou je je er druk over maken?
Roy Orbison werd deze vraag ook gesteld waarop hij antwoordde: ‘I just like to be remembered’, ofwel hij was al blij als hij überhaupt herinnerd zou worden. Ik zou zeggen gelukt Roy. Mooie vent.
Wat kunnen mensen toch vaak overgevoelig reageren als anderen contact willen maken!
Dat is waarom er zoveel eenzaamheid is in deze wereld: velen willen geen echt contact maken. Want dat is het, hoor, zo’n vraag: belangstelling voor wat houdt u nou bezig, wat beweegt u, hoe staat u in het leven? Ja, een ieder heeft recht op privacy. Maar ik ervaar het altijd als lompe afstandelijkheid als iemand mij(n) belangstelling, mijn poging tot echt contact, zo afwijst. Dan weet ik ook weer waar ik sta: achteraan in de rij van deze mens die ik zo vriendelijk en belangstellend voor wie hij/zij in wezen is, probeerde te naderen.
Het is gewoon een poging tot contact: wees niet lomp en beantwoord zo’n poging. Ga bij jezelf eens na wat je allemaal wilt verbergen voor de wereld dat je niet bereid bent om zo’n vraag fatsoenlijk te beantwoorden. Als je namelijk altijd achter je scherm blijft leven maak je de wereld kil en eenzaam.
Jammer dat die kant van deze situatie niet wordt belicht.
In reactie op Jenny: ik denk dat het probleem hier vooral is dat het gaat om een behoorlijk persoonlijke vraag aan iemand die al op leeftijd is. Dat laatste maakt de vraag confronterend, omdat de brievenschrijver mogelijk nog vol in het leven staat en helemaal niet bezig is met het einde. Het eerste maakt de vraag onnodig opdringerig. Contact maken (en ook “echt” contact maken) kan ook met respect voor de afstand die er blijkbaar is. Je kunt ook vragen stellen die zien op oppervlakkig zaken, zoals het weer, hobby’s, werkzaamheden, etc. Als beide partijen dan een diepgaander gesprek willen voeren, dan volgt dat vanzelf. Zo’n persoonlijke en bijna filosofische vraag stellen aan iemand die je niet goed kent (of waar geen vertrouwensband mee is), is diegene vragen om direct een muur heel hoog op te trekken. Dat heeft niks te maken met de vragensteller achterin de rij zetten, maar mogelijk met een stukje wantrouwen dat in iemands karakter kan zitten. Ik heb er zelf ook een hekel aan als mensen die ik nauwelijks ken diepzinnige vragen aan me stellen en nog diepzinnigere antwoorden van mij verwachten. Thanks, but no thanks. Het achterste van mijn tong deel ik slechts met enkelen, en dat is mijn goed recht. Het stellen van (te) persoonlijke vragen kan, maar geeft het risico op een muur en afstand. Dat is een keuze die de vragensteller maakt door te persoonlijk te worden in situaties waarin daar geen aanleiding voor is.