In tijden van oorlog staat het dagelijkse leven onder druk, dus ook de liefde. Ook al gaan de meeste mensen gewoon door met wat ze altijd al deden, het bedreigende idee dat er fronten in de buurt zijn waar bloed vergoten wordt, dat er vijanden zijn die het op je gemunt hebben en dat er zomaar bommen uit de lucht kunnen vallen geeft een gevoel van urgentie. Oorlog dringt door in alle poriën van een maatschappij en individuele handelingen, zoals waar je boodschappen doet of met wie je omgaat, krijgen ineens extra betekenis, omdat ze onverbiddelijk in het licht van die oorlog worden geduid. Wie zijn je vijanden, wie zijn je vrienden is niet alleen een kwestie van leven en dood, maar ook een criterium waarop morele beoordeling plaatsvindt.
Het probleem voor burgers in een oorlog is dat ze er middenin zitten en geen flauw idee hebben hoe permanent de veranderingen zullen zijn. Neem het fenomeen ‘moffenhoeren’: meisjes die verliefd worden op Duitse commandanten die er gelikt uitzien in hun scherp gesneden door Hugo Boss ontworpen uniform. De Duitse militairen zijn beleefd en complimenteus, ze houden van Schubert, kunnen goed dansen en beschikken over een oneindige voorraad toiletzeep, schnaps en sigaretten. Hoe immoreel is het van zo’n meisje om zich aan een van de bezetters te verslingeren en een verterende liefde te beleven of alleen maar een flirt om de zinnen te verzetten?
Na pakweg een generatie wordt de status quo normaal en heult iedereen met de bezetter.
Misschien heeft ze iets gehoord over de jodenvervolging, maar haar Heinz is een beschaafd heerschap, die hier ook alleen maar van hogerhand is gedetacheerd en het liefst zou terugkeren naar Vorpommern met zijn bruid aan zijn zijde. Hoe dan ook, de horizon is beperkt in de oorlog (niet alleen in de oorlog), voor hetzelfde geld blijft de status quo gehandhaafd en wordt Nederland definitief ingelijfd bij Duitsland. Je moet ergens op gokken tenslotte. Na de Tweede Wereldoorlog werden moffenhoeren ter vernedering en publiek vermaak kaalgeschoren en op mestkarren rondgereden. Dergelijke wraakacties konden zich alleen maar voordoen doordat de oorlog relatief kort duurde en de bezetting als een anomalie werd gezien. Wanneer er pakweg een generatie overheen gaat, wordt de status quo normaal en heult iedereen met de bezetter.
Los van de duur van een oorlog of een bezetting maken seksuele relaties tussen agressors en de plaatselijke bevolking altijd deel uit van de oorlogshandelingen. Als de strijd geleverd is en de agressieroes nog niet helemaal uitgewerkt, gaan soldaten hier en daar wat verkrachten om te vieren dat ze het overleefd hebben en om een extra overwinningsslag te maken. Het impregneren van de vrouwen van de vijand is een effectieve manier van kolonisatie en minder riskant dan vechten.
In Het kasteel van Elmina (boek van Marcel van Engelen over de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel) las ik een interessante uiteenzetting over hoe de stammen in West-Afrika destijds oorlog voerden. Het punt was dat de strijd nooit over land ging. Het land was iedereen, dus van niemand en er werd nooit land bezet. De overwinnaar in een stammenoorlog maakte zich meester van de commodities: rijkdommen, maar vooral mensen. De mannen werden tot slaaf gemaakt, de vrouwen eerst verkracht, voor zo ver zij zich niet meteen al vrijwillig onderwierpen, en daarna tot slaaf gemaakt. Het slaaf zijn bij een andere stam was overigens minder erg dan slaaf zijn in Amerika, ook vanwege de kinderen van gemengde oorsprong. Slaven moesten het vervelende werk doen, maar maakten deel uit van het huishouden en konden na verloop van tijd voor zichzelf beginnen.
Doordat vrouwen als commodity golden hadden zij een dempend effect op de oorlog. In een maatschappij met vrouwenemancipatie kan dat niet meer. Dan is een vrouw de lul als ze een atavistische impuls volgt om met de bezetter naar bed te gaan.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.