Beste Beatrijs,
Ik word (en wie niet denk ik) regelmatig geconfronteerd met onbegrijpelijk ongemanierd gedrag van mijn medemens. Bijvoorbeeld: ik duw met mijn rug de winkeldeur van de Hema open, mijn handen torsen ieder een zware, zichtbaar volle boodschappentas. Een tegemoet komende oudere dame (ouder dan ik) reageert beledigd dat ik de deur niet voor haar openhoud. Ik verbaas me over de onoplettendheid van de vrouw, maar gaandeweg maak ik me steeds bozer over haar uitval. Zo’n voorval blijft lang in mijn gedachten hangen.
Ook in mijn nabije vriendenkring heb ik regelmatig met lompheid te kampen. Ik presenteer bijvoorbeeld een vriendin de biscuitjestrommel. Ze pakt er twee tegelijk, neemt een grote hap, snelt naar de keuken en gooit de biscuitjes in de vuilnisemmer. Ze zijn haar smaak niet. Weer is grote verbazing mijn deel, maar ook blijf ik me er lang over opwinden en ergeren.
Nu is mijn vraag: hoe kan ik mezelf hiertegen wapenen en voorkomen dat ik me kwaad maak? Ik besef wel dat het in wezen geen belangrijke zaken zijn. Om die twee biscuitjes zal ik mijn vriendschap niet opzeggen.
Zoveel lompheid om me heen
Beste Zoveel lompheid,
Houd het bij uw eerste reactie: verbazing. Wat daarna volgt (opwinding, ergernis, zich kwaadmaken) moet u eenvoudig niet tot uw geest toelaten. U kunt uw tijd beter besteden. De voorbeelden die u geeft zijn zo merkwaardig en tegelijk futiel, dat iets anders dan verbazing zinloos is. Als u er toch zonodig bij wilt blijven stilstaan, kijk dan in de verontschuldigende richting: die oude vrouw moet wel praktisch blind zijn, dat ze mij niet zag met die zware tassen – zielig voor haar. Of: mijn vriendin proefde in die koekjes vast iets wat haar een allergische reactie zou opleveren. Toegegeven, het klinkt allemaal weinig plausibel, maar het voordeel van een goedwillende verklaring is dat uw humeur er niet door van slag raakt. Laat andermans lompheid van u afglijden als water van een eend. Beschouw uzelf als iemand die sterk genoeg is om zich niet door een onnozel affront uit balans te laten brengen.
Nog een voorbeeld van lompheid: je zit net in een tijdschrift of krant een artikel te lezen en iemand bv familielid grist het uit je handen.
Ander voorbeelden: vreemden die je maar oppervlakkig kent nodigen zichzelf uit om “gezellig koffie te komen drinken” terwijl een ander daar misschien helemaal geen interesse in heeft.
Je zit in de bus of trein te lezen en de tegenpartij probeert met allerlei ingewikkelde turnoefeningen over je schouder mee te lezen in de hoop op een gratis abonnement.