Echtparen op stap mogen graag het spelletje ‘Wat zijn dat voor mensen?’ spelen. De ontbijtzaal van een hotel tijdens vakanties is er heel geschikt voor vanwege dagelijks terugkerende figuranten, maar het kan in elk willekeurig restaurant. Het spel draait om mensen aan belendende tafeltjes en om de vraag in wat voor verhouding die tot elkaar staan. ‘Die knar heeft een drankprobleem,’ opent de man tegen z’n vrouw, ‘rood dooraderde aardappelneus links achter je, niet meteen kijken.’
‘Nou en of,’ zegt de vrouw, terwijl ze haar schoudertas die aan de stoelleuning hangt tersluiks naar achteren schikt, ‘daar is heel wat whisky doorheen gegaan, van die coupe rose komt-ie nooit meer af.’
‘Tweede huwelijk,’ oppert de man.
‘Zou je denken? Zo groot is het leeftijdsverschil niet. Die vrouw ziet er patent uit – daarom denk je dat ze jonger is. Ze heeft jarenlang de binnendienst opgeknapt en van zijn geld dure kleren gekocht. Bankier in ruste, schaapjes op het droge.’
‘Zou kunnen,’ zegt de man, ‘saai stel, maar wat denk je van dat drietal op tien over elf?’
‘Middelbaar echtpaar met volwassen zoon. Die zoon heeft een baantje in de ICT en zit in zijn vrijetijd alleen maar te gamen in het geblokte overhemd dat-ie nu ook aan heeft. Vrienden heeft-ie niet en ook geen vriendin, daarom namen z’n ouders hem op sleeptouw.’
En zo voort en zo verder. Wilde speculaties vliegen op gedempte toon over tafel. Maîtresses worden gespot, afkomst, sociale klasse en beroepen ingevuld, levensgeschiedenissen geconstrueerd, de temperatuur van relaties opgemeten – dit alles op grond van niet meer dan uiterlijk, houding en af en toe een flard opgevangen conversatie.
Onschuldig vermaak voor stellen die zin hebben de buitenwereld op de korrel te nemen. Door een fantasietje te bouwen rondom onwetende subjecten wordt het superioriteitsgevoel aangewakkerd en verstevigen de roddelaars hun eigen band. Voorwaarde is wel dat het stiekem gebeurt, want het is ten enenmale ongepast om zo over anderen te spreken dat die mensen in de gaten hebben dat ze onderwerp van gesprek zijn. Vandaar dat vingerwijzen naar wie dan ook, bekend of onbekend, geldt als etiquettaire doodzonde.
Met het merkbaar beroddelen of openlijk aanwijzen van iemand wordt die persoon uit de anonimiteit gelicht. Hij wordt geïnspecteerd alsof het om een bijzondere diersoort gaat en verliest daarmee zijn privacy. Begrijpelijk reageren veel mensen furieus, wanneer een onbekende zomaar foto’s van hen neemt. De smartphones, waarmee iedereen voortdurend foto’s en filmpjes maakt, vormen het technologische equivalent van wijzen en roddelen. Wanneer het opgenomen materiaal vervolgens ook nog eens op internet belandt, is er helemaal reden voor stennis over privacy. Dat is allemaal nog niks vergeleken bij de impact van het google glass, als die eenmaal op de markt komt. Het google glass dat onlangs met veel fanfare werd geïntroduceerd, ziet eruit als een diadeem en wordt als een bril gedragen. In een hoek van het gezichtsveld bevindt zich een mini-contraptie met internet, e-mail en een camera. Bediening gebeurt met de stem.
Het gadget deed me denken aan het äppärät uit Gary Shteyngarts in de nabije toekomst gesitueerde roman Super Sad True Love Story. Een äppärät (voorzien van drie sinistere umlauten) is een smartphone inclusief gezondheids- en statusmeter. Het dient als zender en ontvanger van filmbeelden en is permanent aangesloten op internet. Je kunt er iemands financiële en seksuele kracht aan aflezen. Handig!
Een google glass heeft bij lange na de potentie niet van een äppärät. Het is gewoon bedoeld als smartphone waar je je handen niet voor nodig hebt. Leuk voor mensen met een dwangmatige behoefte om hun belevenissen instant up te loaden. Maar ik denk: als er internet en een camera op zitten, dan kun je toch een willekeurige voorbijganger filmen en even zijn identiteit opzoeken door de foto’s te matchen aan bijvoorbeeld facebook-tags? Google schijnt beloofd te hebben dat het glass ongeschikt voor gezichtsherkenning zal zijn, maar een beetje nerd zal zo’n beperking makkelijk kunnen omzeilen. Sommige cafés en clubs in Amerika weigeren nu al toegang aan zogeheten glassholes. Terecht natuurlijk. Je moet er niet aan denken dat je buren in het restaurant met een google glass op hun kop jou als object nemen voor een, nu realistisch, spelletje ‘Wie is dat eigenlijk?’
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.