Mijn vrouw en ik hebben twee kinderen. Onze oudste besloot na zijn middelbare schoolopleiding een baan te zoeken. Hij had geen zin om te gaan studeren. Zijn werk doet hij met veel plezier, hij heeft nu een leuk inkomen en kan zich goed bedruipen. Onze jongste is wel gaan doorleren en studeert binnenkort af. Zij is uitwonend en ontvangt van de Wet Studiefinanciering alleen de basisbeurs. Als ouders hebben wij ervoor gekozen haar collegegeld te betalen en een bijdrage te leveren voor haar levensonderhoud. Wat je niet bijleent hoef je niet terug te betalen. Daarnaast had ze af en toe bijbaantjes om haar vakanties te bekostigen. Over ruim zeven jaar kom je zo tot een aardig bedrag. Wij zijn dan ook blij dat deze financiële last straks van ons afvalt, want het was wel steeds zuinig aan doen. Nu hebben wij van vrienden gehoord dat onze oudste óók recht zou hebben op het bedrag dat uiteindelijk aan de jongste is ‘geschonken’. Wij hebben daar een ongemakkelijk gevoel bij en denken dat ons misschien iets wordt aangepraat. Onze zoon heeft nooit iets in die richting gezegd. Doen wij hem tekort?
Twee keer dokken?
Beste Twee keer dokken,
Uw vrienden hebben gelijk. Kinderen hebben recht op globaal dezelfde financiële ondersteuning. Het hoeft natuurlijk niet tot op de euro nauwkeurig. Als het ene kind op paardrijden zit (een tamelijk dure hobby) en een broertje op judo (goedkoper), dan hoeft het verschil niet te worden bijgepast. Maar voor een opleiding in het hoger onderwijs ligt het anders. Dat is een flinke investering die, als alles goed gaat, later vruchten afwerpt in de vorm van een goedbetaalde baan. U was niet verplicht om die investering te doen. Uw dochter had ook een maximale studielening kunnen afsluiten. U hebt haar dus dat geld cadeau gedaan. Uw zoon wilde niet studeren. Maar hij heeft dezelfde rechten op cadeautjes als uw dochter.
Ik raad u aan om een globale optelling te maken van het geld dat u in uw dochter hebt geïnvesteerd in de loop van haar studie. Maak vervolgens afspraken met uw zoon om dit verschil recht te trekken. Dat kan door middel van jaarlijkse schenkingen gedurende een bepaalde periode of een vordering op de erfenis tezijnertijd.
Hoewel ik de rubriek van Beatrijs meestal leuk vind om te lezen erger ik me regelmatig aan haar arbitraire persoonlijke mening die zich uitstrekt tot ver over de grenzen van het gebied van de (goede) manieren.
Nu weer over het geld dat ouders besteden aan de opleiding van hun kinderen.
Volgens haar moeten de ouders aan ieder kind evenveel geld besteden. Betalen ze geld aan de opleiding van één van hun kinderen, dan moet aan hun andere kin(deren) op de één of andere wijze eenzelfde bedrag verstrekt worden. Beatrijs meent hierbij dat het begunstigde studerende kind alles makkelijk had kunnen lenen.
Van overheidswege wordt echter van ouders verwacht dat ze hun studerende kinderen financieel steunen – als ik goed ben ingelicht.
Maar als alles zo moet worden afgemeten meen ik dat o.a. de volgende vragen ook relevant zijn:
1. Hoe lang hebben de diverse kinderen thuis gewoond en gratis kost- en inwoning genoten? Misschien heeft het studerende kind wel op kamers gewoond en zelf voor de kost moeten zorgen terwijl de ander gratis bij vader en moeder aan tafel zat en een riante kamer in een huis met alle faciliteiten tot zijn beschikking had.
2. Hoeveel kinderbijslag en/of belastingaftrek hebben vader en moeder voor het studerende kind ontvangen? Dit bedrag zal dan toch van de schenking afgetrokken moeten worden.
3. Hoeveel moet het studerende kind (eventueel) aan rente betalen als het zelf geleend heeft? Is die aftrekbaar van de schenking?
4. Stel dat één van de kinderen op enig moment in financiële problemen komt. De ouders schieten te hulp. De (het) andere kind(eren) zit(ten) er warmpjes bij en heeft (hebben) alles wat zijn (hun) hartje begeert. Moet(en) het (de) probleemloze kind(eren) financieel schadeloos gesteld worden?
5. Hoe zit het met andere kosten die opvoeders gemaakt hebben voor hun kinderen?
Als het ene kind een grote kamer had thuis en de ander een klein zolderkamertje, heeft de laatste dan geen recht op genoegdoening? Voor de grote kamer hebben ze immers meer hypotheek- of huurkosten moeten maken.
Als de ouders hun kinderen rijlessen cadeau doen en de één slaagt na het eerste examen terwijl de ander 10 x moet afrijden, heeft dan de eerste recht op een flinke financiële bonus?
Als de ouders voor de één een gouden kroon moeten betalen bij de tandarts, heeft de ander dan geen recht op een gouden ketting? De laatste heeft zijn gebit wellicht veel beter onderhouden.
U ziet het, de vragen worden steeds belachelijker.
Ik vind dan ook dat het uit moet zijn met dat gereken. Ouders die van hun kinderen houden, geven hen wat ze nodig hebben, voorzover dat in hun vermogen ligt.
De gestudeerde dochter krijgt wellicht een topfunctie en taalt niet meer naar geld van haar ouders, terwijl haar broer op enig moment in zijn leven misschien wel de steun van zijn ouders nodig heeft. Ik vind dat de ouders zich dan vrij moeten voelen hun kind te steunen zonder dat de ander overbodige cadeaus krijgt toegestopt.
Er zijn kinderen die in psychisch opzicht meer dan anderen van hun ouders vragen (en krijgen) en er zijn kinderen die in financieel opzicht meer nodig hebben dan anderen.
Volgens mij gaat het er om dat kinderen krijgen wat ze nodig hebben. Alles wat daarboven weg te schenken valt, kan daarna min of meer gelijkelijk verdeeld worden.
De kosten van een opleiding zie ik als een deel van de opvoeding, een uitgave die (althans gedeeltelijk) voor rekening van de ouders komt. Mijn moeder zei tegen mij toen ik van de universiteit overstapte naar de kweekschool en daarbij voor een bijna gratis opleiding koos: jij hebt ook de kans gehad. Ik heb mijn hand niet opgehouden voor een bonus van duizenden of tienduizenden guldens, omdat mijn broers en zussen veel langer gestudeerd hebben. Ik begrijp dat Beatrijs vindt dat ik alsnog aanspraak moet gaan maken op een groter deel van de erfenis dan de anderen?
Beatrijs mag van mij haar eigen mening hebben, maar zou eens meer moeten beseffen dat deze mening persoonlijk is en meestal totaal niets met goede dan wel moderne manieren te maken heeft.
Ik wil graag iets opmerken over uw antwoord op “Twee keer dokken” van afgelopen zaterdag. Is het waar dat kinderen recht hebben op dezelfde financiële ondersteuning ongeacht het daarmee na te streven doel? Het lijkt mij redelijker dat de behoefte leidend is bij het bepalen van de ondersteuning.
U stelt dat er geen verplichting was ondersteuning te verlenen. Mij staat nog helder voor de geest dat de hoogte van de studiebeurs mede afhankelijk was van de hoogte van het inkomen van de ouders. Klaarblijkelijk worden ouders geacht tot op zekere hoogte bij te dragen in de kosten die kinderen moeten maken om te kunnen studeren.
Dit betekent ook dat de door de overheid te verstrekken beurzen per kind hoger hadden kunnen uitvallen indien beiden zouden hebben gestudeerd waardoor op individueel niveau een lagere oudertoelage zou zijn nodig geweest. Maar het is ook goed mogelijk dat de ouders in dat geval tot en veel lagere bijdrage per kind zouden hebben besloten. In dat geval ontstaat er dus een vordering op de dochter. Dit zal ongetwijfeld niet de bedoeling van de ouders zijn, maar om ze dan maar te veroordelen tot een vergelijkbare gift aan de zoon zoals gedaan aan de dochter lijkt me wel heel ver gaan. De ouders zijn blij dat een financiële last van hen afvalt en u zadelt ze direct met een nieuwe op.
Overigens heeft de zoon de jaren die hij had kunnen studeren gewerkt en ongetwijfeld meer inkomen gehad dan wanneer hij had gestudeerd. Dat is deels een compensatie voor het (misschien!) hogere inkomen dat de studerende in het verschiet heeft. En dat de zoon dat mogelijke financiële voordeel heeft laten lopen was hem bekend. Het gevolg van een eerder gemaakte keuze kan geen rol spelen bij de vaststelling van een toelage of gift.
ls de ouders al zouden willen compenseren voor de gift aan de dochter zou dat moeten gebeuren op basis van datgene waartoe zij besloten zouden hebben indien beide kinderen zouden zijn gaan studeren. Maar ik denk dat deze benadering voorbijgaat aan het doel ervan. De ouderplicht bestaat eruit kinderen tot volwaardige burgers op te voeden die met plezier in het leven kunnen staan in een door henzelf gekozen maatschappelijke rol. Voor de één zal dat professor zijn en voor de ander handwerksman/vrouw. En het één kost wat meer dan het ander, zowel aan inspanning als in geld.
Tegen de ouders zou ik willen zeggen: Laat u niets aanpraten. U hebt het goed gedaan. U hebt gesteund waar nodig, ongetwijfeld ook bij uw zoon in zijn keuze. U verheugt zich op wat meer bestedingskracht, uw dochter is bezig haar ideaal te realiseren en uw zoon is tevreden met het leven dat hij kan leiden. Dit menselijk geluk verstoren door financiële vergelijkingen achteraf is mosterd na een feestmaal dat geen mosterd nodig had.
Met uw reactie op deze zaak kan ik het helaas niet eens zijn. Het is toch niet zo dat het ene kind een financiële claim kan leggen omdat broer of zus studietalent heeft? Dat wordt wat met een groot (of iets groter) gezin… Ik ken dat soort gezinnen, waar het ene kind voor arts studeert en andere kinderen eenvoudige banen hebben. Intellectuele capaciteiten zijn te beschouwen als talent die men een ander (in dit geval zus of broer) van harte moet gunnen en waaraan andere gezinsleden geen rechten op een financiële vergoeding kunnen ontlenen!
Niet mee eens. De zoon heeft er zelf voor gekozen niet te gaan studeren. Had hij dit wel gedaan, hadden de ouders hem ongetwijfeld ook gesteund.
De zoon heeft inmiddels jaren een baan en redt zich op deze manier prima. Het verschil in financiële ondersteuning rechttrekken zou bespottelijk zijn. Het is veel belangrijker dat uw zoon weet dat, mocht hij eens problemen krijgen, financieel of anderszins, u klaar staat om ook hem bij te staan. Niet alles is te meten in geld!
Ik ben het niet met Jaap eens: zoals Beatrijs zegt hebben kinderen recht op gelijke behandeling, of ze nu gaan studeren of niet. Zelf hebben wij voor onze drie kinderen al vanaf hun geboorte spaarpotjes aangelegd (waarover wij wel steeds de zeggenschap hebben gehouden; als je het op naam van je kind zet, krijgt die alles op zijn 18e en dan is het op voor je het weet). Twee van onze kinderen studeren langer dan hun studiebeurs duurt dus nu kunnen we hen uit het spaarpotje een maandelijkse bijdrage geven. Mocht de derde niet gaan studeren of binnen de daarvoor staande studietijd afstuderen, dan krijgt hij het geld uit het spaarpotjeop het moment dat hij zelfstandig is. Zo krijgt elk kind naar ons idee hetzelfde maar kan de vorm variëren.
Voor beide kanten is iets te zeggen.
De zoon krijgt op deze manier een vrij te besteden bedrag; de dochter zag haar rekeningen betaald en kon het geld niet zelf besteden aan ‘leuke dingen’.
Aan de andere kant heeft de dochter weer meer kans op een goede baan die beter betaalt; en dáár kan weer tegenin gegaan worden door te stellen dat de broer misschien minder verdient maar wél 4-5 jaar voorsprong heeft. En natuurlijk heeft hij altijd de vrijheid gehad om al of niet te gaan studeren. Hij koos voor het directe geld – moet daar dan nog wat extra geld bovenop?
Ik denk dat het te gemakkelijk is om dit geld als ‘cadeautje’ te bestempelen. Dat is het betalen van rekeningen voor een ander niet. Het is een steun voor een kind dat het nodig heeft; een ander kind heeft het niet nodig en krijgt daarom niet hetzelfde bedrag vrij te besteden.
Het is misschien leuk om voor de zoon ‘iets’ te doen, maar doe het dan éénmalig. Maandelijkse betalingen gaan gewoon in de huishoudportemonnee, de ontvanger zet de tering naar de nering en het geld is weg.
Niet eens met Beatrijs, en wel om de volgende belangrijke reden: Er wordt gesteld dat de dochter alleen een basisbeurs ontvangt. Dat betekent dat de wetgever ervan uit gaat dat de ouders een deel van de financiële lasten kunnen dragen. Kinderen van wie de ouders niet kunnen bijspringen krijgen namelijk extra geld van de overheid. Het betalen van het collegegeld van uw dochter is dus niet meer dan uw wettelijke plicht. Die plicht draagt u niet tegenover uw zoon, die kan immers zelf in zijn onderhoud voorzien.
Ik ben het volledig met Jaap en Juup eens. Uw zoon heeft er niet voor gekozen om te studeren, uw dochter wel. Studeren moet, vind ik, gestimuleerd worden. Als uw dochter straks werkt en zichzelf kan onderhouden geeft u haar toch ook geen geld, dus waarom uw zoon wel. Ik vind het inderdaad belangrijker dat uw zoon weet dat wanneer hij in financiële problemen zit, u hem zult helpen. Zo kunt u het namelijk ook zien: u heeft uw dochter geholpen in een situatie waarin het moeilijk is om in levensvoorzieningen te treffen zonder een lening waar men nog 30 jaar aan vast zou kunnen zitten. U behandeld uw kinderen gelijk als u ook uw zoon helpt als hij het niet makkelijk heeft. Hij houdt even veel van u als hij geen geld krijgt. En als dat niet zo is zit het niet helemaal goed.
Ik heb met interesse voorgaande reacties gelezen. Wat ik mis in de discussie: de relatie tussen beide kinderen. Zal het kind dat niet gestudeerd heeft (misschien in een latere fase van het leven) de broer of zus die een aanzienlijke bijdrage van de ouders ontving iets gaan verwijten? Misschien niet eens bewust?
Het lijkt mij wel een idee het recht te zetten in de erfenis. Dan hoeft u nu niet krom te liggen.
Het lijkt mij ergens toch oneerlijk als het ene kind goed op weg geholpen wordt en het andere niet, ook al kiezen ze verschillende levenspaden. Uw zoon vindt het vast niet vervelend als hij een som gelds krijgt, die zijn zuster al heeft ontvangen. Hij is misschien meteen gaan werken, maar daarmee verdiende hij vast niet zoveel als wat uw dochter gaat verdienen. Misschien heeft hij geen ‘studiehoofd’, en zit studeren er daarom voor hem niet in. Daar kan hij ook niets aan doen.
Wellicht kan de vragensteller het eens aan beide kinderen voorleggen. Eerst apart en enige tijd later samen. Misschien heeft de zoon niet het gevoel wat te missen, misschien is op die manier de lucht in één keer geklaard. En misschien komt de dochter wel met een goed plan als zij inderdaad een hoger loon heeft, is er wellicht ruimte om dit op creatieve wijze op te lossen.
En anders zullen de ouders op dit punt de wet kunnen volgen en de zoon grofweg hetzelfde geld geven.
Als je kind valt en een pleister nodig heeft, geef je dan je andere kinderen ook een pleister omdat ze daar ‘recht’ op hebben… (of een geldbedrag dat overeenkomt met de kosten van een pleister)?
Verschrikkelijk zoals sommigen (incluis Beatrijs) hier redeneren.
studeren is anders geen verplichting of must. dochter is gaan studeren, en de ouders waren zo aardig bij te springen. een gevallen kind is in nood, en dus MOET je helpen, maar een studie is geen NOOD waarbij het verplicht is te helpen. studie is in zekere zin een luxe. daarom mag de zoon rekenen op dezelfde financiele injectie.
Ik ben het niet eens met Johannes. Studeren is tegenwoordig geen Luxe meer, maar bittere noodzaak om een enigzins fatsoenlijke baan te krijgen. Dus studeren zou zeker door de ouders gestimuleerd moeten worden. Als een kind er dan bewuest zelf voor kiest dit niet te doen…. ja gewoon pech hebben.
Wel of niet studeren is natuurlijk niet altijd een keuze. Als je kind hard moet werken om zijn VMBO te halen is studeren helemaal geen optie.
Het voorbeeld van Vincent is totaal onzin. Want elk kind valt wel eens dus hebben ze allemaal wel eens een pleister nodig. Alleen missschien niet op het zelfde moment.
Er wordt veel geld geinfesteerd in dochterlief die wil studeren en zoonlief die een leuke baan heb waarvoor geen dure studie nodig is, krijgt dus niets. Dat is onzin. Uw zoon heeft recht op ongeveer net zoveel steun van zijn ouders als uw dochter. Uw dochter kan ook werken naast haar studie, een studielening aanvragen of wat dan ook. Dat doet ze niet, u betaalt alles. Een hele scheve situatie.
Het ene kind heeft nu eenmaal meer hulp nodig dan een ander kind. Dan help je het ook meer, en dan is het niet nodig andere kinderen te gaan compenseren, en al helemaal niet als het andere kind er geen blijk van geeft zich achtergesteld te voelen. Zo wel, dan praat je hierover. Waarom de zoon niet gewoon vragen hoe hij hierover denkt? De zoon in kwestie is er waarschijnlijk trots op dat hij zich geheel zelfstandig kan bedruipen. En als hij verneemt dat de ouders al 7 jaar krom moeten liggen om hun dochter te helpen wil hij zijn ouders misschien nog wel bijspringen, ipv van hun te verlangen nog eens 7 jaar elk dubbeltje om te moeten draaien om hem een som aan geld te geven dat hij helemaal niet nodig heeft.
De dochter heeft ervoor gekozen om te gaan studeren, wat niet meer dan normaal is. (Ook als je moeite moet doen voor het VMBO kun je gaan studeren!!!!). Als de dochter het niet aankan om zelf deze studie te bekostigen, moet dit door de ouders worden bijgesprongen.
De dochter heeft geen tijd om een fulltime baan te nemen, want zij moet studeren. Zo komt er bij haar dus geen geld binnen, behalve van de IB-groep. Ik weet uit ervaring dat dit niet veel is, en dat je hier niet van rond kan komen als je op jezelf woont.
Ik vind het niet meer dan normaal dat een kind financieel gesteund wordt door zijn of haar ouders wanneer het nog studeert.
De zoon heeft ervoor gekozen niet te gaan studeren, prima. Is helemaal niet erg, kiest hij zelf voor. Maar hij heeft dus wel een fulltime baan. Mevrouw schrijft in haar brief dat hij goed verdient, dus waarom heeft hij extra geld nodig? Hij kan het extra geld dus gebruiken voor leuke dingen, voor vakanties, uitgaan etc.
De dochter kan dit niet en (lees de brief van mevrouw) moet ook zelf werken voor haar vakanties. Het is niet zo dat de dochter geld toegespeeld krijgt om leuke dingen te gaan doen. Nee, dochter krijgt geld toegespeeld zodat zij een goede baan kan krijgen later. Zoonlief heeft hier niet voor gekozen, en heeft gekozen voor het harde geld.
Dus zoonlief heeft geen financiële hulp nodig voor studie!
Dochterlief heeft wel financiële hulp nodig voor studie. Dit is namelijk erg duur, en kan een gemiddeld kind niet betalen!
En als kinderen hier onderling ruzie over gaan maken, zit de relatie niet goed. Ik ben vroeger ook erg jaloers geweest op mijn broer, maar nóóit omdat hij wat meer geld kreeg, omdat hij het nodig had voor zijn studie.
waarom niet corrigeren bij een eventuele erfenis. Zo hoeft er niet nog 7 jaar krom te worden gelegen, en krijgen beide evenveel. Want dankzij de extra kosten die de ouders nu maken is de dochter in staat om veel meer te gaan verdienen dan zonder opleiding mogelijk was.
Helemaal eens met Monique. Ik kom uit een gezin van 5 kinderen en ben de 4e. De eerste twee zijn gaan studeren en kregen ondersteuning van mijn ouders. Lagen ze ook helemaal krom voor. De derde koos ervoor niet te studeren en trouwde vroeg en kreeg niets. Ik ging studeren en ontving 4 jaar de kamerhuur, totdat mijn vader overleed en mijn moeder het niet meer kon betalen. De jongste ging ook studeren maar gelijk samenwonen met vriend met een goede baan. Zij kreeg niets omdat mijn moeder het niet kon betalen en het ook niet nodig vond want ze is gaan samenwonen. In een huis waar ze geen huur voor betaalde.
Nummer drie en vijf mopperden wel eens, vooral nummer 3 heeft wel eens geuit dat ze geld wou vangen achteraf.
Naar mijn mening hoeft het ‘niet studeren’ niet beloond te worden met een extra bijdrage. Het is je eigen keus geweest om uit huis te gaan en te gaan werken en zelfstandig te zijn. Los daarvan konden mijn ouders en later alleen mijn moeder het financieel niet opbrengen. Tot slot wil studeren niet zeggen dat je later succesvol zal zijn. Nummer twee zit nu financieel aan de grond.
Heb nu zelf twee kleine kinderen. Wil graag dat ze gaan studeren. Wie dat doet krijgt financiele ondersteuning. Wie liever direct gaat werken is direct zelfstandig. Daar hoort niet een evenredig verplicht maandelijks cadeautje bij, gelijk aan de kosten van het studerende kind.
Ik ben het eens met Richard. Ik ben zelf na een jaar studeren afgehaakt en heb een leuke baan gevonden. Mijn zus heeft 7 jaar gestudeerd, sponsers waren mijn ouders. Ik heb me eerlijk gezegd nooit benadeeld gevoeld ten opzichte van haar, en een studie is geen garantie voor een beter salaris, want zus en ik verdienen nu ongeveer hetzelfde.
Ik ben heel erg blij dat mijn ouders mij wel financieel hebben gesteund toen ik het huis uit ging en ging werken nadat ik stopte met mijn VWO. Ik heb een uitzet gekregen en hebben ze enige tijd verschillende dingen betaald zoals verzekeringen en soms een deel huur. Mijn zus en broer zijn wel gaan studeren en zij zijn dito ondersteund.
Nu 8 jaar later ben ik toch gaan studeren en hebben mijn ouders aangegeven dat ik toen hetzelfde heb gekregen als de andere twee kinderen en dat het sponsorpotje op is. Ik ben ze heel dankbaar dat ze mij gelijk behandeld hebben net als mijn studerende broer en zus. Dat geeft mij het gevoel dat mijn broer en zus niet werden beloond voor de keuze die zij maakte om te gaan studeren.
Ik snap de achterliggende redeneringen van iedereen, en toch vind ik dat je het per situatie moet bekijken.
Mijn oudere zus is gaan studeren toen ik 15/16 was, ik heb toen een baantje genomen omdat ik dat aankon, mijn ouders al genoeg kosten hadden, en ik het fijn vond/vind om zelfstandig te zijn.
Nu ben ik 22 en bijna klaar, mijn zus 25 net afgestudeerd. Ik ben thuiswonend, mijn zus samenwonend. Ik heb vrijwel altijd gewerkt, en mijn zus niet.
Het is een keuze die ik als volwassen en nadenkend persoon heb gemaakt en ik voel me absoluut niet benadeeld ten opzichte van mijn zus.
Mijn ouders hebben wel eens aangeboden om mij meer te geven (onder andere voor een periode in het buitenland tijdens mijn studie), ik heb geweigerd, ik heb het absoluut niet nodig.
Het is bij ons eerder andersom, mijn zus vond dat ik voorrechten genoot doordat ik thuis woon, zoals goedkoop gebruik van de auto (zij heeft overigens een auto geschonken gekregen) en geen vaste kosten. Ach ja.
Mijn ouders houden van ons beide, en helpen ons en onze partners waar nodig. Ik vind heerlijk idee dat mijn zus gelukkig is met haar droombaan, voor mij is het een super goede ervaring geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling om te werken en ik ga in de toekomst ook een baan vinden die ik leuk vind. En mijn ouders hebben voordat ze met pensioen gaan (en hopelijk daarna nog) nog de kans om de dingen te doen waarvan ze dromen.
Niet helemaal mee eens. Een belangrijk stuk informatie wat hier niet wordt besproken is het feit dat de dochter alleen een basisbeurs kreeg van de overheid (zo’n 250 euro in de maand?), en geen aanvullende beurs (kan oplopen tot nog eens 250 extra?).
De hoogte van de aanvullende beurs wordt bepaald door het inkomen van de ouders. In dit geval kreeg de dochter geen aanvullende beurs, omdat haar ouders ’te veel’ verdienen. Het is dan aan de ouders om dat verschil aan te vullen (tenzij de relaties grondig verziekt zijn, dan kan zij onder voorwaarden alsnog een aanvullende beurs krijgen, maar dat is hier niet het geval).
Ik zou zeggen, leg dit uit aan beide kinderen, schenk het bedrag van de aanvullende beurs alleen aan de dochter (die dit bedrag immers ‘misloopt’ door het ‘hoge’ inkomen van haar ouders), en alle bedragen die hier eventueel nog overheen komen aan beide kinderen.