Beste Beatrijs,
Als ik ergens binnenkom in een wachtkamer, treincoupé of zo, zeg ik goedendag. Heel vaak reageert er niemand. Zelfs als ik iemand groet die in z’n eentje zit, krijg ik vaak geen reactie. Ik vind dat erg teleurstellend. Is dit nu totale desinteresse, of hoeft een groep inderdaad niets terug te zeggen als er iemand binnenkomt? Wat zou anders een aardige oplossing van mijn kant horen te zijn? Ik ben bijna geneigd om mijn goedendag te herhalen, alsof niemand het gehoord heeft.
Ja, dá-hag
Beste Ja, dá-hag,
Mensen in een treincoupé, in een tandartswachtkamer, wachtend bij de bakker of de kapper, voelen zich niet een groep. Ze voelen zich losse individuen die niets met de hen omringende personen te maken hebben. Als u zo’n verzameling losse individuen gaat groeten, moet u niet verwachten dat men in koor ‘Goedemorgen!’ terugzegt. Soms mompelt er een persoon iets terug wat voor een groet door zou kunnen gaan. Maar als u pech hebt, houdt iedereen narrig z’n mond.
Zo gaat het nu eenmaal. Mensen voelen zich net zo min betrokken bij hun medepassagiers in de trein als bij voorbijgangers op straat. U kunt best blijven doorgaan met groeten, hoor, daar is niets op tegen. Het lijkt me alleen een slecht idee om uw ‘Goedemiddag heren, dames ook!’ te herhalen, wanneer respons uitblijft. Een al te groot vertoon van opgewektheid wekt irritatie bij de medeburger die net de uitzichtloosheid van het bestaan aan het contempleren is.
In een wachtkamer bij de huisarts wil ik nog wel eens groeten en teruggroeten, maar in een wachtgebied in het ziekenhuis, in de trein, bij de bushalte/op een perron of in dergelijke situaties waarin mensen samenkomen, vind ik het volstrekt overbodig. Ik reis zelf vaak met de trein waar het bij elk station een komen en gaan van mensen is. Het zal me toch niet gebeuren dat iedereen die de coupé binnenkomt of verlaat aan het groeten slaat.
Ik begroet niet de hele treincoupe, maar wel de persoon waar ik naast of tegenover ga zitten. Ik ben overigens niet de enige die dat doet. Wel zo sociaal. Ik begroet ook de conducteur (en de buschauffeur). Zijn dat geen ‘normale omgangsvormen’?