Beste Beatrijs,
Ik vind het erg vervelend als mensen in mijn bijzijn roken. Bijzonder ongemakkelijk voel ik me evenwel als rokers aan me vragen of ik er bezwaar tegen heb als ze een sigaret opsteken. Meestal stamel ik dan iets als “Ja, eigenlijk wel,” terwijl ik me dan een onverdraagzame zeur voel. Is “Nee hoor, ga uw gang” het enige beleefde antwoord, als mensen vragen of iemand bezwaar heeft tegen roken, of kan ik gewoon eerlijk zijn?
Anti-rook
Beste Anti-rook,
De huidige rook-etiquette schrijft voor dat u echt eerlijk moet zijn. De vraag van een roker of u er bezwaar tegen hebt dat hij/zij er eentje opsteekt, is geen pro-forma vraag. Daar is dat hele roken zo langzamerhand veel te beladen voor. De roker vraagt expliciet om toestemming, omdat hij weet dat mensen zich eraan kunnen storen. Als iemand deze vraag stelt, dan kunt u op verontschuldigende toon en met een glimlach zeggen: “Ja, eigenlijk wel. Sorry, ik kan niet tegen rook.”
Formeel gesproken hoeft u zich natuurlijk niet te verontschuldigen, maar dan klinkt het minder terechtwijzend tegenover de roker. Deze situatie kan zich voordoen in huiskamers, in restaurants met een klein gezelschap, of op feestjes en in foyers, waar u met een klein groepje staat.
De beleefde roker vraagt trouwens allang niet meer om toestemming, juist om wederzijds ongemak te voorkomen. De beleefde roker steekt nooit ergens als eerste een sigaret op. Hij gaat er vanuit dat er nergens mag worden gerookt, tenzij hij een samenscholing ziet van mensen rond een asbakje. Bij dit buitenkansje sluit hij zich dan aan, of hij gaat naar buiten. Hij gaat in ieder geval niet in een situatie waar niemand rookt, zijn zwakheid etaleren. Dan wacht hij liever af, tot ie weer thuis is.
Kom gerust voor uw bezwaren uit. De roker is niet boos en vindt u geen zeur – hij weet dat u gelijk hebt.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.