Beste Beatrijs,
Je ontmoet iemand voor de eerste keer (denk je). Maar wat te zeggen als die persoon zich jou wel van een eerdere ontmoeting herinnert, terwijl jij vergeefs je geheugen afstruint? Zeker met het klimmen der jaren doet deze situatie zich met enige regelmaat voor. Is een leugentje om bestwil (‘Ik ben echt een verschrikkelijk vergeetbeest’) of vaag veinzen en tastenderwijs meepraten (‘Oh ja, dat was toen ontzettend gezellig’) aanvaardbaar als uitweg, of zijn er elegantere oplossingen?
Met wie heb ik de eer?
Beste Met wie heb ik de eer,
Deze situatie op feestjes en recepties zal veel mensen (niet alleen ouderen) bekend voorkomen. Wat u kunt doen in zo’n geval is zeggen: ‘Je gezicht komt me bekend voor, maar ik ben slecht in namen. Help me even, hoe heet je ook alweer?’ Meestal komt met het noemen van de naam de rest ook wel weer boven drijven. Als u iemand wel vaag herkent, maar niet meer weet wie het is (en dat niet wil laten blijken), kunt u ook een algemene vraag stellen als ‘Waar ben jij tegenwoordig mee bezig?’ In de loop van het antwoord kunt u betreffende persoon meestal wel plaatsen. Als de naam u nog steeds niet te binnen schiet, kunt u altijd zeggen: ‘Sorry, ik ben je naam kwijt. Wat is je naam ook alweer?’
Als iemand u wel herkent, maar u hem of haar niet, kunt u ook vragen: ‘Waar hebben wij elkaar eerder gezien?’ Als de persoon die context schetst, komt de naam vaak ook wel weer boven water. Vragen naar iemands naam met een verontschuldiging dat u ‘slecht in namen’ bent is een prima strategie, behalve als dit in de loop der jaren met dezelfde persoon voor de derde of vierde keer gebeurt. Dan vinden mensen het beledigend. Vreest u dat dit scenario opdoemt, kunt u een laatste truc in stelling brengen. U roept een andere aanwezige wiens naam u kent erbij en zegt tegen de vooralsnog naamloze gespreksgenoot: ‘Ik wil je even voorstellen aan mijn goede vriend Rob Stienstra. Rob, dit is (mompel, mompel).’ Intussen schudden de twee elkaar de hand en zal de onbekende argeloos zijn naam onthullen.
Ik heb een heel slecht geheugen voor gezichten. Namen gaan nog wel. Soms is het heel erg, ik zag eens twee keer op een dag dezelfde persoon, en bij de tweede keer herkende ik haar nog niet. Gelukkig zei ze: Volgende keer op gebak trakteren’, en toen pas viel het kwartje.
Het getuigt niet van interesse om te zeggen dat iemand je bekend voorkomt, evenals vragen waar je de betreffende persoon eerder gezien hebt. Daarmee zeg je tegen die persoon dat ze of hij geen of nauwelijks indruk op je gemaakt heeft, dat kan kwetsend zijn. Als je dan toch een smoes wilt gebruiken, dan is ik herken je wel, maar je naam is me even ontschoten een stuk aardiger.
Ik heb nog een truc, voor als je al even in gesprek bent met iemand wiens voornaam je zou moeten kennen.
“Wat is je naam ook alweer?”
“Jan!”
“Ja, Jan weet ik natuurlijk wel, maar je achternaam?”
“O, De Montere.”
“Grappig, die naam heb ik wel eens / nog nooit eerder gehoord / o ja / die komt veel voor in Limburg / enz.”
Het is wel zaak om een adequate reactie op de achternaam te geven, om te laten merken dat je geïnteresseerd bent in namen en er graag over praat o.i.d. Verzin maar een reden. Je hebt gratis de voornaam erbij gekregen.
Beatrijs reageert alsof de briefschrijver alleen moeite heeft met de naam. Maar uit de brief begreep ik dat de schrijver regelmatig de hele context niet meer weet te herinneren. Net zo pijnlijk lijkt me. Het is mij ook eens overkomen. Echt gênant. Ik heb me er niet uit weten te redden.