Beste Beatrijs,
Niemand ontkomt eraan van tijd tot tijd, maar voor mij blijft het een bezoeking wanneer iemand op het werk of op een partij de gevreesde woorden spreekt: ‘Ken je die van…’ of een variant daarop. Met andere woorden: er komt een mop aan. Afgezien van het vaak bedenkelijke niveau, voel ik me altijd compleet voor het blok gezet. Je wordt geacht te lachen en als je niet lacht, dan wekt de moppentapper de wel of niet uitgesproken indruk dat je de grap niet begrijpt. Want voor zijn humor is natuurlijk een soepele geest nodig. Wat kan ik doen om deze moppentirannie te ontlopen, want weglopen is ook niet altijd alles.
Beducht voor moppentappers
Beste Beducht,
Moppen vertellen is inderdaad een dodelijke bijdrage aan de conversatie. Toch is het beste wat u kunt doen u uit de voeten maken. Meestal gebeurt het moppen vertellen in groepjes. Als u met één ander persoon in gesprek bent, komt het veel minder voor dat hij (het zijn eigenlijk altijd mannen) ineens een mop gaat vertellen. In een tweegesprek kunt u overigens heel goed antwoorden (als hij begint met ‘Ken je die van…’): ‘Nee, en ik wil hem ook niet kennen.’ En dan legt u vervolgens uit dat u niet graag naar moppen luistert. In een groepje kan dat niet, omdat er andere mensen bij zitten (meestal mannen ook weer) die maar al te graag de mop willen horen. Uit een groepje op een feestje kunt u makkelijk vertrekken. U gaat gewoon ergens anders staan of zitten. In een pauze op het werk of in de kantine idem. U sluit zich af voor de conversatie, gaat door met uw werk, rommelt in uw spulletjes, bladert in papieren, verdwijnt naar de wc of begint met iemand anders te praten. Of u sluit zich mentaal af van het gesprek en droomt weg. Als anderen u tot de orde roepen, zegt u: ‘Sorry, maar ik kan mijn aandacht nooit bij moppen houden, gek hè?’
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.