Beste Beatrijs,
Wat vindt u van het oneigenlijke gebruik van het werkwoord ‘mogen’ als het strikt genomen om ‘moeten’ gaat ? Te vaak krijg ik te horen dat ik iets ‘mag’, terwijl bedoeld wordt dat ik iets ‘moet’ doen. Bijvoorbeeld: aan de balie bij de bank neem ik contant geld op. De dame die me mijn geld overhandigt zegt: ‘Nu mag u even tekenen’. Bij wijze van test antwoord ik vriendelijk: ‘Ach, laat maar. Dat hoeft van mij niet.’ Verbaaasd kijkt ze op. ‘Maar dan kan ik u geen geld geven!’ Het klinkt een beetje ongeduldig. En mijn reactie is wellicht te kribbig: ‘U bedoelt dus eigenlijk dat het moet!’ We komen er niet uit. Zij vindt ‘moeten’ een beetje hard en onbeleefd. Mogen klinkt veel vriendelijker en aardiger. Daartegenover vind ik dat zij mij gewoon kan vragen of ik wil tekenen. Een neutrale zakelijke formulering zoals ‘Nu heb ik een handtekening van u nodig’ is ook heel goed. Als mij liefjes verteld wordt dat ik iets ‘mag’ door iemand die hoegenaamd niets over mij te vertellen heeft, dan voel ik me als een kind dat genadiglijk een lollie krijgt toegstopt.
Het incident aan de balie is misschien te onnozel om er een woord in de krant aan vuil te maken. Een bank is een relatief veilige plaats. Maar als het nu eens om meer bedreigende situaties gaat? Bij de tandarts bijvoorbeeld. Of in het ziekenhuis. In de hulpverlening! Ik mag mijn mond open doen of dicht. Ik mag even diep zuchten en mijn adem inhouden. Soms mag ik zelfs mijn broek uit of aan trekken. Ja, ik mag heel veel! Maar wat wil ik? En wat moet ik?
Behandeld als onmondige
Beste Behandeld als,
U hebt helemaal gelijk. Het woord ‘mogen’ als verhulling voor een verzoek of het volgen van een procedure is bevoogdend en betuttelend. ‘Mogen’ zou niet op die irritante manier gebruikt moeten worden. ‘Wilt u uw handtekening zetten, uw kleren uittrekken, uw mond opendoen, enzovoort’ is een veel betere formulering. Maar krijg het er maar eens ingeramd bij de hulp- en dienstverleners. Hier is al vaak over geschreven in kranten en boeken. Het verschijnsel is door vele cabaretiers in satirische tv-programma’s bespot. Al zeker vijftien jaar spreken mensen hier hun ergernis over uit. Je zou verwachten dat het inmiddels doorgedrongen zou zijn tot de cursussen correcte klantbejegening voor werkers in de gezondheidszorg en de publieke dienstverlening. Maar nee hoor, iedereen gaat er onverstoorbaar mee door. Inderdaad, zoals u schrijft, omdat ze echt denken dat dit een prettige en beleefde manier van doen is.
Het lijkt erop dat er geen kruid tegen gewassen is. Als het om iemand gaat met wie u regelmatig te maken hebt, kunt u tegen hem/haar zeggen dat u de voorkeur geeft aan ‘wilt u’ in plaats van ‘u mag’, wanneer ze u aanwijzingen geven. Maar ze zullen u verstomd aankijken, want ze zullen niet begrijpen waar u het over hebt. De meeste mensen zijn niet begiftigd met een zuiver taalgevoel.
Leg het naast u neer, want deze zegswijze gaat voorlopig niet weg.
Met veel genoegen lees ik altijd uw zaterdagrubriek in Trouw. Niet alleen de onderwerpen, maar ook de stijl van uw antwoorden verblijden mij! Mijn man en ik maken er vaak een quiz van: ik schets hem de problemen, hij raadt welk antwoord u zult geven: gemiddeld 90% correct!
Ik was blij afgelopen zaterdag de situatie aan te treffen, waardoor ook bij mij vaak de rook uit de oren komt, namelijk van opgeschoten meisjes te horen krijgen, dat ik iets mag: of het nu zitten, tekenen of mij ontkleden is.
U begrijpt, dat mijn man en ik weer een vrolijke zaterdagmorgen hadden. Maar toen hij en ik ons verdiepten in de alternatieven, o.a. het door u ook aangegeven alternatief: “Wilt u …” kwamen wij plots tot de ontdekking, dat dit ook een beleefdheidsvorm is, die net zo min klopt, als je hem letterlijk neemt: letterlijk vraag je namelijk de ander, of hij ergens zin in heeft. Met andere woorden: tijden, zeden, beleefdheidsvormen maken plaats voor andere. Dateren wij ons niet erg, als wij die nieuwe vormen verwerpen? Het gaat tenslotte toch om de beleefdheid, de smeerolie in het dagelijks verkeer?
Al jaren lees ik de vragen die aan u gesteld worden en bedenk dan eerst mijn eigen antwoord voor ik dat van u lees. Vanzelfsprekend zijn wij het vaak oneens. Maar omdat u zich afgelopen zaterdag vergaloppeerde op mijn eigen gebied, vind ik dat ik moet reageren.
Taal is vaak merkwaardig tot zelfs komisch. Woorden worden gebruikt zonder dat aan de eigenlijke betekenis wordt gedacht. Zo probeer ik om het woord “vervelend” alleen te gebruiken voor iets dat verveelt en anders “naar” of iets dergelijks te zeggen.
In uw rubriek ging het om het gebruik van “mogen” waar “moeten” bedoeld wordt. U irriteert het, maar het is al ingeburgerd. U zet u echter nogal te kijk door als alternatief “wilt u…” voor te stellen. Ook daarop is het antwoord “nee, dat wil ik niet” reden tot verstomd aankijken en dus wordt die term ook oneigenlijk gebruikt. Deze term is net zo goed door cabaretiers op de hak genomen. Zelfs de afkorting “a.u.b.” bij expliciete geboden betekent eigenlijk dat wij ons er niets van hoeven aan te trekken als het ons niet belieft.
Wie de taal ‘goed’ wil gebruiken, heeft de keuze uit “u moet” – wat veel meer weerstand oproept, of de constructie “als u … dan krijgt u …” wat de formulering een stuk ingewikkelder maakt. Het ironische is dat de taal dus juist ‘fout’ gebruikt wordt om irritatie te voorkomen (onbeleefd zijn), terwijl dit bij mensen als u en ik juist irritatie oproept.
Het heeft echter weinig zin tussen deze “foute” uitdrukkingen één als zondebok aan te wijzen en een andere aan te prijzen. Spreek je moerstaal correct en aanvaard de consequenties van negatieve connotaties. Of communiceer in je eigen taal en accepteer betekenisverschuivingen.
Dat ‘mogen’ is een vorm van beleefdheid omdat je klanten nu eenmaal niet commandeert. Hoe zou u het vinden als de dame aan de balie zegt: u MOET hier tekenen? Tja, het klopt met de werkelijkheid (zonder handtekening geen geld) maar daar zou ik mooi niet van gediend zijn. Ik ben een klant, die dient ze beleefd te behandelen. Commanderen mag ze haar hond of kind.
En wat als de dokter vraagt of u uw hemd uit WIL doen en u hebt daar eigenlijk geen zin in? Gaat u dat dan zeggen? Weer dezelfde discussie. Doe toch niet zo moeilijk.
Bij ‘Wilt u’ kun je toch nog steeds iets als ‘Nee, dat wil ik niet’ als antwoord geven. Precies hetzelfde probleem toch?
Communicatie… Het grootste probleem in de wereld als je het mij vraagt. Dit ‘probleem’ is nog wel overkomelijk, vermoed ik.
Kunnen is ook zo’n instinker. Op de beleefde vraag “Kan ik u helpen?” kreeg ik ooit van een klant een misprijzende blik, gevolgd door de opmerking “ik weet niet of jij dat wel kunt”.
Ik heb hem overigens meteen doorgestuurd naar een collega, want tegen zo veel onbenul ben ik niet opgewassen.
de baliemedewerkster had ook kunnen zeggen: “graag hier nog even uw handtekening.” Dan is er ook niets aan de hand, dan hoeft, moet en wilt u niets… maar u begrijpt prima dat het geen optie is om het niet te doen en de baliemedewerkster blijft beleefd.