Beste Beatrijs,
Onlangs zat ik in de trein naast een dame die mij direct al opviel omdat zij haar pumps op de leuning van de stoel tegenover haar had geplaatst, maar verder was er nog niets aan de hand. Op een gegeven moment hoorde ik haar echter luid en duidelijk de naam noemen van een jongen die bij mij in het studentenhuis woont en die ik goed ken. Ze begon tegen de dame in wier gezelschap zij verkeerde deze jongen uit te maken voor alles wat lelijk was: hij was een vreemd ventje, een ‘nuldebehanger’, absoluut niet geschikt voor het onderzoek en nog minder voor het onderwijs, waar hij vast geen orde zou kunnen houden. Hij had een onderzoeksverslag bij haar ingeleverd, maar ze had geen idee meer waar hij zich allemaal mee had beziggehouden en zou hem daarom een zesje geven om maar van hem af te zijn.
Ik hoorde dit relaas met stijgende verwondering en steeds grotere woede aan – ik weet dat mijn huisgenoot zich kapotgewerkt heeft voor dat onderzoek-, maar heb uiteindelijk niets tegen deze mevrouw gezegd en voel me daar nu schuldig over. Vindt u dat ik haar respectloze bejegening van mijn huisgenoot terecht heb genegeerd of had ik haar fijntjes op haar onbeschaamde gedrag moeten wijzen?
Met gespitste oren
Beste Met gespitste,
Wat had u gedaan als uw medetreinpassagier aan het kwaadspreken was over iemand die u níet kende? Waarschijnlijk zo’n beetje half geamuseerd zitten meeluisteren of, als het u niet interesseerde, had u er verder geen aandacht aan geschonken. U zou er in ieder geval niet over piekeren een willekeurige medereiziger terecht te wijzen over de hardheid van zijn of haar oordeel. Waarom zou u dat wel doen, als de kop van Jut toevallig een bekende is? Dan ligt het toch veel meer voor de hand om goed op te letten, eventueel een enkele notitie te maken, en alles wat u hoort spoorslags over te brengen aan uw huisgenoot. Die kan daar ongetwijfeld zijn voordeel mee doen, bijvoorbeeld een andere supervisor zoeken of een strategie bepalen om zijn, kennelijk wankele, positie veilig te stellen.
Mensen die zich anoniem wanen, mogen hun gemoed luchten, roddelen, zelfs kwaadspreken wat ze willen. Het is niet altijd slim om in het openbaar erop los te blaten, want je weet nooit wie er meeluistert, maar dat valt onder verantwoordelijkheid van de spreker. Het enige waarop u haar had kunnen aanspreken is het plaatsen van haar schoenen op de stoel tegenover haar, al had ze dan vast ‘waar bemoei je je mee’ teruggesnerpt.
Wees blij dat u zich niet met haar ingelaten hebt. Met de informatie die u ongevraagd in uw schoot geworpen kreeg kunt u uw huisgenoot veel beter helpen, dan wanneer u protest had aangetekend tegen haar ongezouten meningen.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.