Beste Beatrijs,
Dagelijks reis ik drie uur per trein op en neer naar mijn werk. Tot voor kort was het mij nog nooit opgevallen dat er buiten de bekende werkcoupés in de eerste klas ook stiltecoupés in de tweede klas bestaan, waar niet mag worden getelefoneerd. Dit wordt door NS kenbaar gemaakt door een minuscuul stickertje boven de ramen. Eerlijk gezegd ontgaat het nut mij hiervan, want er is per definitie al veel meer geluid in de tweede klas en de meeste mensen hebben hier volgens mij ook helemaal geen last van.
Maar een enkeling duidelijk wel en daarover gaat mijn vraag: iemand die zit te bellen wordt op een goed moment nogal luid en dwingend tot de orde geroepen door een medepassagier. De beller was zeker niet luidruchtig, maar de zelfbenoemde ordebewaarder des te meer. Hoe meer die zich begon op te winden, hoe minder de beller van plan leek z’n gesprek te beëindigen. Toen dit telefoongesprek was afgelopen, bleef de lawaaipolitie maar doormekkeren en dat irriteerde mij veel meer dan het oorspronkelijke getelefoneer. We zaten per slot van rekening in een stiltecoupé nietwaar? Wie heeft hier nou gelijk: iemand die, hoe irritant en betweterig ook, het aandurft mensen te wijzen op de regels van NS, of iemand die stoïcijns blijft onder geschreeuw in z’n gezicht en besluit zich er niets van aan te trekken en gewoon door te bellen?
Van de regen in de drup
Beste Van de regen,
Alle betrokkenen hebben hier de etiquetteregels geschonden – het is lastig om aan te geven wie er van de overtreders een beetje minder ongelijk heeft, maar goed, ik waag een poging. Stel dat het meningsverschil over roken ging, hoe kijkt u er dan tegen aan? In de trein mag nergens worden gerookt, maar ach, één sigaretje, wie kan daar nou last van hebben?
Ongetwijfeld zou u dan zeggen: ‘Nee, nee, roken is heel iets anders, dat is verderfelijk en ongezond, rokers zijn uitschot, die NS-regels zijn er niet voor niets, en als iemand er toch een opsteekt, is het goed als een medepassagier de roker de regels voorhoudt.’ Misschien zou u zelf wel opstaan en al dan niet mekkerend zeggen: ‘Het is hier niet-roken, hoor!’
Als er mensen in een stiltecoupé zitten (eerste of tweede klas doet er niet toe), dan mogen ze verwachten om gevrijwaard te blijven van mobiel getelefoneer. Dus stond de lawaaipolitie in zijn recht, ook al had hij zijn verzoek rustig en vriendelijk moeten brengen en niet op hoge toon. Dat is niet slim, want iemand die in het openbaar boos wordt, haalt zich altijd het misprijzen van omstanders op z’n hals, ook dat van u. Zo werd hij alsnog de verliezer, terwijl hij gelijk had. De mobiele beller had overigens nooit stug mogen doorgaan met de regels overtreden; hij had zich bij het eerste protest beleefd moeten verontschuldigen en een coupé verderop moeten gaan zitten, waar wél mag worden gebeld.
De ene passagier wordt gestoord door roken en niet door mobiel bellen. Bij de andere passagier ligt het net omgekeerd. Daar valt geen rekening mee te houden. Het is verreweg het eenvoudigste als iedereen zich aan de regels houdt.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.