Beste Beatrijs,
Mijn vriend met wie ik samenwoon heeft een eigenschap waar ik slecht mee uit de voeten kan: hij kan ontzettend uitweiden over zijn lichamelijke toestand. Dan zegt hij bijvoorbeeld: ‘Ik heb lichte keelpijn en een stramme rugspier.’ Hij wijst de plek op zijn rug aan. Vijf minuten later: ‘Ik merk nu dat ik een lichte hoofdpijn krijg. Mijn neus is ook wat verstopt.’ Soms gaat het dan maar door. Maar niet alleen pijntjes, hij zegt ook dingen als: ‘Die muesli die ik net heb gegeten geeft me een raar gevoel in mijn maag, misschien omdat er zoveel droge vruchten inzitten. Het moet, denk ik, even zakken.’ Ik heb hier moeite mee, maar weet niet hoe ik hierover iets kan zeggen. Ik ben zelf niet zo iemand die zo praat.
Lichamelijk ongemak
Beste Lichamelijk ongemak,
Een van de functies van klagen is vragen om aandacht. De klager probeert zorg, bekommernis of troost te krijgen. Klagen is alarmeren en daarom iets om terughoudend mee te doen, anders vergaat het de klager als het jongetje dat een paar keer voor de grap ‘Wolf!’ riep: op den duur is schamper gelach zijn deel. Het is heel vervelend als mensen voortdurend aan hun omgeving verslag doen van hun lichamelijke schommelingen. Dit is het soort gespreksonderwerp waar een ander weinig mee kan. Als partner kunt u het niet oplossen en het is ook niet vreselijk relevant om op de hoogte te zijn van andermans minieme gevoelens van lichamelijk ongemak. Mensen zouden alleen over lichamelijke klachten moeten praten, als er sprake is van acute nood. De rest kan beter in stilte worden verwerkt.
De eerstvolgende keer dat uw partner begint te zeuren over iets onbeduidends, kunt u hem belangstellend vragen wat voor cijfer op een ongemakschaal van 1 tot 10 hij toekent aan bijvoorbeeld zijn rommelende maag. Dat zal vast geen hoge score zijn. Vertel hem vervolgens dat u dit soort zelfrapportering niet interessant vindt, dat ieders lichamelijke gesteldheid kleine ups en downs kent en dat het niet nodig is om voortdurend nieuwsbulletins hierover af te geven, omdat u daar zenuwachtig van wordt. Geef hem een suggestie om voortaan alleen nog maar de uitschieters (ongemakscore van 7 of hoger) aan u mee te delen.
Brrr, bij zo’n ernstige ondervraging zou je bijna een paar advocaten willen inhuren; de vriend is dan immers min of meer voor een rechter komen te staan? Kan het niet wat vriendelijker, wat liever, wat gelijkwaardiger, wat minder bestraffend? Je gaat je geliefde met je belangstellende vragen, je schaal van 1 tot 10 en je gedragseis toch niet de kop indrukken, zelfs al ben je misschien onzeker of zenuwachtig? Want hoe moet het dán verder… Kunnen die twee dat dan wél aan?
Het doet mij denken aan Sheldon Cooper (een overdreven karakter uit een serie) die uit pure hypochondrie zijn tijd van ontlasten, de kleur/substantie en het cijfer van de algehele beleving, opschreef in zijn “Bowel Movement”-boekje.
Misschien kan de man uit deze situatie dat ook gaan doen.
Zodra het allemaal opgeschreven staat, kun je dat één keer per dag mededelen, de hele bladzijde met klachten en daar dan een korte conclusie uit trekken. Dat scheelt een boel.
Ik zou proberen uit te leggen, dat (bijna) iedereen wel een aantal pijnen per dag voelt en zeker als men wat ouder wordt (lees 45+). Maar dat men dat dan meestal voor zich zelf houdt en niet steeds vertelt. Misschien dat hij dat helemaal niet weet, en denkt dat hij de enige is, die daarvan last heeft. Succes!