Beste Beatrijs,
Mijn man heeft twee kinderen (19 en 21 jaar) uit zijn eerste huwelijk, die niet bij ons wonen. Regelmatig vraagt een van hen aan mijn man of wij in het weekend wat te doen hebben, want zo niet, dan willen ze onze auto lenen om uit te gaan. Mijn man vraagt dan aan mij of we de auto nodig hebben op vrijdag- of zaterdagavond en als dat niet het geval is, geeft hij toestemming. De auto wordt als het ware gereserveerd. Mijn man wil zijn kinderen graag ter wille zijn en ik ging en ga daar in mee. Ik bemerk echter steeds meer weerstand bij mezelf. Aan het begin van de week begin ik al te denken dat er wel om de auto gevraagd zal worden en dat ik daar geen zin meer in heb. Ik voel het alsof mijn vrijheid in het gedrang komt en dat we niet meer spontaan uit kunnen gaan, ook al doen we dat zelden of nooit. Mijn man begrijpt mijn bezwaren niet. Moet ik mijn chagrijn verbijten of een eind aan het uitlenen maken? Maar hoe kan ik dan voorkomen als boze stiefmoeder te worden gezien?
(Te?) Bezitterig
Beste (Te?),
Uw irritatie over de auto als een soort gemeenschappelijk bezit is begrijpelijk. Het is een vorm van parasitisme van kinderen op ouders, zeker wanneer het uitlenen van de auto niet met verrekening van de benzinekosten gepaard gaat. Iets in uw brief zegt me dat bij deze deal de kinderbeurzen gesloten blijven. Dat lijkt een overbodige subsidiëring van hun mobiliteit, nog los van de vraag of het überhaupt wel raadzaam is om het uitgaan per auto te stimuleren, gezien de enorme hoeveelheden alcohol die erdoorheen gaan in het uitgaanscircuit. Jongeren van omstreeks de 20 moeten in staat geacht worden om voor hun eigen vervoer te zorgen. Als u niet thuis bent, gebruiken ze uw huiskamer en drankvoorraad toch ook niet als gratis café? Waarom dan wel uw auto als gratis vervoermiddel?
Probeer met uw man tot overeenstemming te komen in een gesprek, waarin u niet zozeer uw gevoelens van onvrijheid benadrukt (hoewel ook die legitiem zijn), alswel het argument dat de kinderen op een leeftijd zijn om voor zichzelf te zorgen. Een auto lenen moet iets uitzonderlijks zijn in bijzondere omstandigheden, geen vanzelfsprekendheid. Misschien vindt uw man deze opvatting onzin of zielig voor de kinderen of onsympathiek. Gescheiden ouders vinden het vaak moeilijk om wensen van hun kinderen niet te honoreren, omdat ze het idee hebben dat ze bij hen in de schuld staan. Ter compensatie van het leed dat de kinderen is berokkend door het mislukte huwelijk betonen ze zich in andere opzichten toegeeflijk. Als uw man het niet over zijn hart kan verkrijgen om het sluipenderwijs gegroeide bruikleenrecht op te zeggen, dan zit er niets anders op dan om u neer te leggen bij de gegeven situatie. In zaken die de kinderen betreffen geeft de ouder de doorslag en niet de stiefouder.
Over het algemeen ben ik het aardig eens met je beantwoording en advies. Maar hier vind ik dat je er wel erg een kostenbatenanalyse op loslaat en te bevooroordeeld en bevoogdend bent. Waarom zou die mevrouw niet zozeer haar gevoelens van onvrijheid mogen benadrukken? Terwijl het haar daar in eerste instantie om gaat? Bovendien geef haar man haar ook steeds het eerste gebruiksrecht door te vragen of zij nog plannen heeft en de auto daarbij wil gebruiken. En waarom zou Pappie vooral uit schuldgevoel handelen? Er zijn toch heel veel Pappies (en Mammies) die hun kinderen tot in het maximale helpen? And why not? Dan het aspect van de benzinekosten. Hoeveel (studerende) (zelfstandig wonende) kinderen van 19 en 21 jaar ken je die op deze leeftijd al helemaal voor zichzelf kunnen zorgen? Ik zie weinig verschil tussen een wasmachine en een auto. Ga je je zelfstandig wonend kind ook een paar knaken vragen wanneer het de was komt doen in het weekend? Je geeft ze nog een gratis potje pindakaas mee als ze weer vertrekken! Toch? Verder lijkt het mij dat je de vraag vanuit een stedelijk perspectief hebt beantwoord. Op het platteland zijn jongeren voor het bezoek aan uitgaansgelegenheden in het weekend heel erg afhankelijk van eigen vervoersmiddelen. Anders kost het soms wel 60 piek aan taxikosten en dat hebben ze niet. De parkeerplaats bij de (plattelands)disco staat daarom vol met auto’s van ouders en die jongeren drinken geen druppel alcohol. Toen wij nog op het platteland woonden mochten onze kinderen onze auto gewoon mee naar de disco. Dat is en goede plattelandsgewoonte. Ook toen ze zelfstandig gingen wonen belden ze gewoon van : “Hé Pa?”. Mevrouw moet gewoon haar plannen concretiseren en heeft – zonder slinksheid en verdere argumentatie – alle recht van spreken. Ze mag gewoon tegen haar kerel zeggen: “Vrijdag wil ik naar de bioscoop”; en daar ook een beetje ruzie over maken. Een auto die het hele weekend ongebruikt op de inrit staat heeft echter geen enkel nut.