Beste Beatrijs,
Als predikant en voorzitter van de kerkenraad moet ik regelmatig vergaderingen voorzitten. Bijna vanzelfsprekend tutoyeer ik veel personen, omdat kerkenraadsleden elkaar ook meestal bij de voornaam aanspreken. Maar sommigen tutoyeer ik niet zo makkelijk, mede door hun leeftijd of positie of omdat zij zich zelf ook wat formeler opstellen. Een duidelijke lijn houd ik hier niet in aan. Zelf word ik vaak kortweg ‘dominee’ genoemd, wat ik ook wel prettig vind – enige afstand – en toch vertrouwd. Daarnaast spreken sommigen mij bij mijn voornaam aan. Toch zijn er ook kerkenraadsleden die hierin formeel blijven en mij altijd met ‘u’ aanspreken. Is het goed dit te bespreken en hierin meer lijn te brengen of maak ik dan een te groot punt van iets wat voor de meesten helemaal geen probleem is?
Nu eens u, dan weer jij
Beste Nu eens u,
U moet de situatie maar laten zoals die is. Met sommige kerkenraadsleden hebt u een min of meer gelijkwaardige relatie, er bestaat althans genoeg vertrouwelijkheid over en weer om elkaar te tutoyeren. Met anderen is de relatie wat afstandelijker, omdat die mensen bijvoorbeeld ouder zijn en het niet gewend zijn te tutoyeren en zelf ook niet getutoyeerd willen worden. Het zou erg gekunsteld zijn om officieel af te spreken dat voortaan iedereen hetzelfde moet doen op zo’n vergadering. Laat iedereen gewoon doen waar hij/zij zich het prettigste bij voelt. Deze situatie vraagt niet om een uniforme aanpak.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.