Beste Beatrijs,
Wij hebben twee zoons van 14 en 12 jaar. De oudste is op zesjarige leeftijd aangereden door een auto. Hij heeft toen een fors bedrag aan smartengeld ontvangen, maar gelukkig geen blijvend letsel overgehouden aan dit ongeval. Het geld staat op een geblokkeerde rekening en het bedrag groeit gestaag door rente. Als hij 18 jaar is, kan hij over het geld beschikken. Is het redelijk om tegen die tijd van hem te verlangen dat hij (een deel van) het geld besteedt aan studie, kamerbewoning, autorijlessen en dergelijke of vallen deze zaken onder onze verantwoordelijkheid als ouders? Strikt genomen is het natuurlijk zijn eigen geld, dat hij naar eigen goeddunken kan besteden. Wij hebben als ouders een spaarpot(je) met het oog op het studeren van onze kinderen, maar het zou ons niet slecht uitkomen als we dit vooral voor de jongste kunnen reserveren, omdat de oudste zelf al geld heeft.
Gebruik van smartengeld
Beste Gebruik van smartengeld,
Het geld is van uw zoon, dus hij mag op z’n 18de beslissen wat hij ermee doet. Of u hierin sturend optreedt hangt af van de hoogte van het bedrag. Het maakt nogal een verschil of er straks 10.000 of 100.000 euro voor uw zoon beschikbaar komt. Als hij met het totaalbedrag makkelijk een studie kan bekostigen en ook nog geld voor leuke dingen overhoudt, hoeft u hem niet meer te subsidiëren. U hoeft geen kind te onderhouden dat rijker is dan zijn ouders. Maar zo hoog zal het bedrag niet zijn (tenslotte was uw zoon destijds al niet blijvend invalide geraakt) en onder een bepaalde limiet, die u zelf in redelijkheid kunt bepalen, raad ik u af om tegen hem te zeggen dat hij het voor collegegeld, levensonderhoud of kamerhuur moet gebruiken. Dit zijn normale studiekosten die u hebt ingecalculeerd voor allebei uw kinderen. Autorijles daarentegen is een kostenpost die lang niet alle ouders vanzelfsprekend financieren en u kunt uw zoon best aansporen om (een deel van) zijn gespaarde smartengeld daaraan te besteden. Daarnaast kan hij zijn spaarpotje gebruiken voor extraatjes, zoals reizen of vakantie, en het is sowieso handig om een buffer achter de hand te hebben voor later in het leven.
Doordat uw oudste over smartengeld beschikt, zal er verschil in financiële reserves bestaan tussen uw twee zonen. Daar is niets aan te doen, zo ligt het nu eenmaal. De oudste had in zijn jeugd een naar ongeluk, iets wat niet te benijden viel voor de ander, en plukt in zijn studentenjaren daar een compensatie voor. Broers en zussen ervaren nooit precies hetzelfde (on)geluk. Behandel uw zoons in principe gelijk in de mate waarin u hen financiert. Mocht uw jongste zoon in de loop van de tijd moeite hebben om zelf zijn rijlessen te bekostigen, kunt u hem altijd nog op dit punt extra subsidiëren. De jongste mag natuurlijk ook wel eens een gelukje hebben. Dat zal uw oudste hem toch niet misgunnen?
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.