Andermans leed aanwenden voor amusement is het wezen van reality-tv, zoals je die vooral aantreft bij de commerciëlen, al weet de EO er ook wel raad mee. Extreem overgewicht, verbouwingsproblemen, familievetes, kinderen die zich niet laten opvoeden, mensen die hun huis volstouwen met rotzooi, vastgelopen relaties, koopverslaving – alle narigheid uit het dagelijkse leven komt in aanmerking voor reparatie. Je hoort neer te kijken op leed exploiterende televisie, toch heb ik een zwak voor dit soort reddingsprogramma’s, omdat de ingeschakelde hulptroepen serieus proberen om het slechte in het goede te veranderen. Het format van een strijd tussen goed en kwaad geeft een programma over bijvoorbeeld verkeerde eetgewoontes net iets meer dynamiek dan een documentaire die zich doorgaans beperkt tot registratie van de ellende.
De grens tussen exploitatie en hulp is dun en omwille van de kijkcijfers vraagt het format van de strijd van goed tegen kwaad dringend om een happy end, iets wat naast privacy schending van de hulpbehoevenden en voyeurisme van de kijkers een andere reden is om het genre reddingstv te wantrouwen. De verplicht gelukkige afloop met gebrouilleerde familieleden die elkaar snikkend in de armen vallen en trotse, afgeslankte dikkerds is voorspelbaar en daardoor toch weer te saai om vaak naar te kijken.
Vorige week bleef ik bij het zappen hangen bij ‘Bizarre eters’ op RTL-5, alwaar een reddingsteam zich ontfermd had over ene Luuk, een 18-jarige Brabander die bij z’n moeder woonde, in de bouw werkte en alleen maar worstenbroodjes at. Ontbijt, lunch, avondeten: worstenbroodjes met cola. Fascinerend! Luuk kreeg een medische check-up (uitslag niet best), gesprekken met een psycholoog en een voedingsdeskundige. Hij moest oefenen met kleine hapjes bloemkool, je zag hem walgen van sperziebonen met reepjes spek. Hij werd meegesleept naar een boerderij om te kijken wat daar op het land groeide, hij moest voor het eerst van z’n leven zelf iets te eten klaarmaken en zich committeren aan thuis voorzichtig aan met de pot mee-eten.
Gemoedelijk stevende het programma af op de finale dat Luuk zonder tegenstribbelen een bord spaghetti met gehaktballen soldaat zou maken. Maar die apotheose kwam niet, want Luuk bleek al weken eerder afgehaakt te zijn. Tegenover het hulpteam had hij na aanvankelijke medewerking en beloftes alleen maar de schijn opgehouden. De reddingsploeg betoonde zich vooral verontwaardigd over zijn bedrog en signaleerde niet het fundamentele probleem: moeder was uit wanhoop over zijn voedselweigering gewoon weer apart voor hem gaan koken: worstenbroodjes in de magnetron dus. Die jongen moet toch wat eten!
Kieskeurigheid is een gevolg van bange ouders.
Deze mislukking laat veel beter zien wat er achter misvormde eetpatronen zit dan wat voor succes dan ook. Al op je achttiende liggen voor- en afkeuren zo vast dat er nauwelijks nog iets aan te verwrikken valt, zelfs niet met een massieve heropvoedingsactie van deskundige begeleiders. Niet alleen extreme, maar ook matige kieskeurigheid wordt veroorzaakt door ouders die bang zijn om kinderen iets voor te zetten dat ze niet lekker vinden. Ouders zijn bang zijn dat ze dan niet genoeg eten. In een tijd van duizelingwekkende voedselkeuzes in de supermarkt leidt die angst paradoxaal genoeg tot een voortgaande verschraling van wat er in de praktijk op tafel komt. Als er weinig te kiezen valt, zal een kind nooit zo’n sterke mate van kieskeurigheid vertonen dat ouders zich zorgen maken dat het te weinig eet.
Bij ruime keus loont kieskeurigheid wel. Waarom zou je een kind iets opdringen wat het niet wil eten, als er ook andere mogelijkheden bestaan? Jammer genoeg zeggen kleine kinderen alleen maar ja tegen de bestaande voorkeuren binnen hun beperkte horizon, zodat er nooit meer iets bij komt en de vermeende aversies met elke maaltijd dieper ingekankerd raken.
Hoe meer vrijheid, hoe meer worstenbroodjes. Mislukking geeft meer inzicht dan succes, ook bij reddingstelevisie.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.