Beste Beatrijs,
In de verte zie ik hem al aan komen lopen. Schichtig kijk ik om me heen of ik nog een kant op kan. Maar nee, ik zit als een rat in de val. Het is een doordeweekse avond, rond de klok van elf uur. Zoals iedere avond loop ik met de hond door het park. Met enige regelmaat kom ik tijdens deze wandelingen een oudere heer tegen, die net als ik met zijn hond op pad is. Het vervelende aan dit heerschap is echter dat je niet van hem afkomt, wanneer hij je eenmaal in zijn greep heeft. En als het dan nog aanhorenswaardige verhalen waren… Maar nee, het gaat puur over zichzelf, over zijn schelmenstreken en schavuitenbelevenissen uit een ver verleden. Je krijgt geen enkele ruimte om ook iets zeggen, je moet uitsluitend luisteren. En hij laat hij je pas gaan als het hém uitkomt. Wat moet ik doen om aan de verbale wurggreep van deze hondeneigenaar te ontkomen? Welk moment kan ik aangrijpen om me van hem los te rukken? En hoe maak ik hem beleefd, doch onmiskenbaar duidelijk dat ik niet altijd behoefte heb aan zijn blaatverhalen?
Vastgenageld met de hond
Beste Vastgenageld,
U vindt het moeilijk om van een kletsmajoor in het park af te komen? Wees blij dat ze tegenwoordig niet meer encyclopedieën langs de deuren gaan! Versnel uw pas bij naderend onheil en kijk gepreoccupeerd langs hem heen in de verte. Raakt u een andere keer toch in gesprek, laat hem dan losbranden bij wijze van goede daad. Misschien heeft ie niemand anders in z’n leven. Een paar minuten iemand aanhoren is zo erg nog niet. Tegen de tijd dat u het welletjes vindt, kijkt u op uw horloge en u zegt: ‘Hemeltje, is het al zo laat, ik moet nodig door! Goedenavond meneer!’ Of u zegt: ‘Sorry, dat ik u moet onderbreken, maar ik herinner me ineens dat ik iets vergeten ben.’ En u maakt u met de hond uit de voeten, desnoods in looppas.
Als u te angsthazerig bent om een tot niets verplichtende straatconversatie te beëindigen op een moment dat het u uitkomt, dan moet u de hond een half uur eerder of een half uur later uitlaten.
Met oordopjes (of zeer grote koptelefoon) in de hond uitlaten. iPod / walkman al dan niet aan.
Zo gauw de monoloog in beeld komt, in looppas gaan “hardlopen” op de “muziek” van de koptelefoon.
Of
Telefoon aan je oor nemen en gesprek gaan voeren op het momnet dat de monoloog voorbij komt.
Of:
Oooh, ik moet ineens zo nodig! (kan natuurlijk niet te vaak)