Spring naar inhoud


Een ongelukkig toeval

Beatrijs Ritsema

Een paar jaar geleden, ergens in het zuiden van de Verenigde Staten, ging een man met zijn dochtertje per auto boodschappen doen. Omdat de supermarkt vlakbij was, had hij haar niet in haar autostoeltje geïnstalleerd. Buiten zijn schuld raakte hij in een verkeersongeluk, waarbij het kind de auto uit vloog en om het leven kwam. Vervolgens werd hij gearresteerd en hoorde hij door de openbare aanklager gevangenisstraf tegen zich eisen wegens nalatigheid. De vader werd rechtstreeks verantwoordelijk gesteld voor de dood van zijn kind.

Dit voorbeeld van wurgende causaliteit laat zien hoe het hele idee van 'een ongelukkige samenloop van omstandigheden' (toeval of het noodlot) weggebannen wordt uit het dagelijkse leven. Dit is vooral ook beangstigend, omdat iedereen zijn momenten van slordigheid kent.

Zelf betrapte ik onlangs mijn vijftien maanden oude dochtertje, terwijl ze in de hoek van de keuken bezig was met het sabbelen op een broodmes. Ze heeft daar een la met rommeltjes, houten lepels, een roomklopper, een schuimspaan, wasknijpers, touwtjes, waar ze mee mag spelen. Ik dacht dat ik al het gevaarlijke spul (fonduevorken, oude scharen) had verwijderd, maar blijkbaar niet grondig genoeg. Dankzij de goede afloop hoef ik me niet de rest van mijn leven voor mijn kop te slaan wegens onvergeeflijke nalatigheid. Toch ben ik in feite even schuldig als de man die z'n kind niet in het autostoeltje had vastgegespt. Voor elke tien ongelukken door nalatigheid met fatale gevolgen staan honderd bijna-ongelukken die alleen een moment van schrik geven. Het verschil tussen die twee is pech, maar pech doet niet meer mee in de analyses van hoe iets heeft kunnen gebeuren. Zeker niet als deskundigen zich ermee bemoeien.

Op de school die mijn kinderen bezoeken loopt een [c] counselor [l] rond. Dat is iemand die het welzijn in bredere zin van de kinderen in de gaten houdt. Ze geeft af en toe lessen over glibberige onderwerpen als 'wat vind je van je uiterlijk' of over self-esteem. De oudste komt dan thuis en zegt dat het belangrijk is om trots op jezelf te zijn, want 'dan kun je veel meer leren'. Ik ga er maar niet over met hem in discussie. Met de counselor zelf trouwens ook niet, want de waarheid is dat ik een beetje bang voor haar ben. Ze geeft ook lessen over [c] bad touches [l] en [c] good touches [l] en over afstand bewaren tot [c] strangers [l]. Dat lijkt me nu precies iemand om gespitst te zijn op gewone en seksuele kindermishandeling. En inderdaad. Toen de jongste zich met een flinke kras over de wang op school vertoonde, werd ik onmiddellijk aangesproken. Op een luchtige, niet-bedreigende, van warme belangstelling getuigende manier, maar toch. Tot mijn ergernis voelde ik schaamte opkruipen, toen ik uitlegde dat het door ruzie met zijn broer kwam, en dat die hem wel eens een klap gaf (een uitzondering, hoor) en dat ik zijn nagels had moeten knippen (nalatigheid!) maar dat ze in het algemeen prima met elkaar overweg kunnen.

Het valt toe te juichen dat er op scholen meer oog is voor de excessen, waar kinderen onder te lijden kunnen hebben, maar juist omdat ik weet dat die mogelijkheden in het hoofd van de deskundigen zitten, word ik zenuwachtig onder hun spiedend oog. 'Kijk mij nu toch eens, zoals het hoort, een geliefde moeder zijn,' denk ik, als mijn jongste zoontje enthousiast op me afstormt bij het uitgaan van de school. Ik wil dat soort dingen helemaal niet denken, maar ze komen onweerstaanbaar in me op, als ik de counselor met haar adelaarsblik over het schoolplein zie patrouilleren.

Op een ochtend werd ik wakker met een rood oog. Hoewel het geen pijn deed, zag het er verontrustend uit, zoals een griezel in een horrorfilm vaak uitgemonsterd wordt. De huisarts stelde telefonisch de diagnose 'spontaan gesprongen adertje, niets aan de hand, gaat vanzelf over'. Een rood oog is geen blauw oog, toch zien mensen dat al gauw als een pot nat. In een gezelschap bleek een enkele flauwe grap over vrouwenmishandeling dan ook onvermijdelijk. Een van die grappen, afkomstig van een toegewijd feministische kennis, had een serieuze ondertoon. Mijn mans ontkenning werd met een beleefde glimlach aangehoord. Het is moeilijk mensen te overtuigen die niet in toeval geloven.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan