Beste Beatrijs,
Ik werk als huishoudelijke hulp bij een alleenstaande mevrouw van tachtig jaar. Toen zij laatst bezoek kreeg van een vriendin, gaf ik die bij binnenkomst een hand. Later maakte mevrouw daar een kritische opmerking over, want zij vond dat niet zoals het hoort. Voor mij is handen geven heel gewoon en ik begrijp niet wat ik verkeerd heb gedaan.
Over de schreef?
Beste Over de schreef,
Uw werkgeefster is opgegroeid in de tijd dat er duidelijke verschillen bestonden tussen ‘mensen van stand’ en hun personeel. In die klassenmaatschappij was het ongepast als iemand van het personeel zich op eigen initiatief ging voorstellen aan iemand van een hogere klasse. Het personeel diende te wachten tot het werd aangesproken en wanneer een gedienstige aan een bezoeker werd voorgesteld, werden er hoofdknikjes gewisseld, meer niet. Handen geven gebeurde alleen tussen gelijken. Dat wil zeggen tussen mensen die gewend waren samen aan tafel te zitten, een kopje thee te drinken en zich met elkaar te onderhouden. En zo’n relatie had men niet met het personeel.
Uw werkgeefster is van mening dat u als hulp in de huishouding buiten haar sociale kring staat. In haar ogen was het onnodig dat u deze vriendin een hand gaf, want er zou toch geen situatie ontstaan waarbij u met uw drieën gezellig om de tafel zou gaan zitten. Na de jaren zestig zijn de scherpe randjes van dit klasse-onderscheid weggesleten en nu ligt het allemaal niet meer zo strikt. Er wordt volop koffie en thee gedronken met de huishoudelijke hulp en er worden allicht her en der handen geschud tussen personeel en toevallige bezoekers. Naar hedendaagse maatstaven tilde uw werkgeefster te zwaar aan wat zij zag als vrijpostigheid uwerzijds. Toch geldt nog steeds impliciet dat ‘lagergeplaatsten’ (hoe dat dan ook precies wordt ingevuld) geen initiatief nemen om handen te schudden, maar dat initiatief overlaten aan ‘hogergeplaatsten’ (hoe dat dan ook wordt ingevuld). Handen geven preludeert op persoonlijk contact. In veel situaties begroeten mensen elkaar (ze nemen nota van elkaars aanwezigheid) zonder dat daar handen schudden bij te pas komt. Denk aan de vluchtige ontmoetingen tussen enerzijds obers, taxichauffeurs, baliepersoneel en anderzijds klanten. In die situaties zegt men beleefd ‘Hallo’ of ‘Goedemiddag’ tegen elkaar en geeft een vriendelijk knikje zonder dat daar een handdruk aan te pas komt, want dat laatste is een voorbode of een bevestiging van een persoonlijker contact.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.