Na het afschaffen van de eigen kamer op het werk verdween ook het eigen bureau. Bij mijn vrienden die voorzien van een vaste baan in de kenniseconomie werken is overal het zogeheten flexwerken ingevoerd. Dit komt erop neer dat de werkgever alleen nog maar geïnteresseerd is in output, in resultaten binnen een bepaalde termijn, en dat de werknemer zelf mag bepalen hoe en wanneer hij het voor elkaar krijgt. Waar de werkinspanningen precies plaatsvinden kan de werkgever ook niet schelen: op een flexibele werkplek in de kantoortuin, thuis aan de eettafel of op een bankje in de kinderboerderij. De aanwezigheidsplicht is losgelaten.
Flexwerken lijkt de zelfbeschikkingsbehoefte tegemoet te komen, maar in feite worden werknemers in een maalstroom gegooid. Met het afschaffen van aparte kamers kan er flink bezuinigd worden op kantoorruimte en schoonmaakkosten. Het afschaffen van eigen bureaus intensiveert de besparingen nog eens. Het is natuurlijk fijn om je eigen tijd te mogen indelen, maar de meeste mensen in loondienst werken toch bij voorkeur binnen kantoortijden tussen negen en vijf, omdat die het best aansluiten bij scholen en bij de rest van het maatschappelijke ritme.
Een vriendin met een redelijk hoge functie bij een overheidsinstelling, die lang beschikte over een eigen kamer met uitzicht, boekenkasten en zelfs een zitje (teken van status), heeft geen enkel probleem met het nieuwe flexwerken. Alle informatie kan ze bereiken met haar laptop, met bezoekers kan ze in een vergaderruimte spreken en ze is sowieso vaak op dienstreis in het buitenland. Haar eigen kamer mist ze niet, maar als ze op kantoor werkt, zit ze wel altijd aan hetzelfde flexbureau in een rustig hoekje aan het raam, en waagt niemand van haar collega’s het om dat bureau in beslag te nemen. Als senior medewerker met autoriteit kan ze zich claimgedrag permitteren, hoewel het officieel verboden is.
Een onherbergzame, steriele werkomgeving, waaruit elke persoonlijke toets is verdreven alsof het schimmel is die geweerd moet worden.
Werknemers die minder hoog in de hiërarchie zitten moeten zorgen dat ze een half uur eerder aanwezig zijn om een prettige werkplek te bemachtigen. Als ze later zijn, is er vaak niet eens meer een rotplaats vrij. Ze moeten elke keer weer een bureaustoel op de juiste hoogte afstellen. Privacy komt er niet aan te pas in de collectieve ruimte. Concentratie is lastig met alle afleiding rondom. Als je naar de wc gaat, kunnen (onbekende) collega’s je computer binnendringen of je portemonnee jatten uit je (niet afsluitbare) laatje. In de hele werkruimte mag niets worden opgehangen en werkers mogen alleen iets neerzetten (een gepersonaliseerde muismat, een kinderknutselwerkje), als ze het ’s avonds weer weghalen. Het effect is een onherbergzame, steriele werkomgeving, waaruit elke persoonlijke toets is verdreven, alsof het schimmel is die geweerd moet worden.
Dezelfde steriliteit zie je als bezoeker van een notariskantoor of bij een consult met een specialist in een ziekenhuis of in spreekkamers van welke overheidsinstelling dan ook. Een onbewoonde ruimte met een professional die de nodige data oproept uit of inklopt op de computer. Meer is ook niet nodig, maar ongezellig is het wel, zowel voor de werker als voor de cliënt. Met alle deeltijdwerkers, interimkrachten en ex-collega’s die hun werkzaamheden continueren als zzp’er neemt de flexibele schil zo sterk toe dat er geen kernpersoneel meer overblijft. Enige persoonlijke binding met het bedrijf of de organisatie is dan ook niet meer nodig. Laatst las ik over de nieuwste trend in bedrijfsfilosofie, de vibe manager. Die moet ervoor zorgen dat mensen het op hun werk even fijn vinden als thuis. De vibe manager denkt aan je verjaardag, bestelt een lunch uit je favoriete restaurant en regelt indien gewenst een zitzak of een hangmat op het werk.
Zou je ook kunnen vragen om een eigen bureau? vroeg ik me af. Maar die optie stond er niet bij.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.