‘Houdt u van kunst?’
‘Wie is die ouwe taart met die kamelentanden?’ (altijd de moeder van de aangesprokene)
‘Rookt u al uw hele leven?’
Met een blik op de buik: ‘Zo, zo, die kleine zal niet lang meer op zich laten wachten.’ Of: ‘Dat wordt zeker een tweeling.’
‘Ken je die van die christen, die mohammedaan en die jood die met z’n drieën bij de hemelpoort kwamen?’
‘Hebt u wel eens in een ziekenhuis gelegen? Nee? Dan heeft u geluk gehad! Ikzelf ook niet hoor – laat ik het even afkloppen -, maar mijn buurvrouw die ligt er nu, met zo’n akelig gezwel in haar oksel – affijn dat hebben ze dus weggesneden, maar weet u wat er daarna gebeurde?’
‘Er zijn veel te veel huisdieren in Nederland.’
‘Wat denkt u van de toestand in Oost-Europa/Zuid-Afrika/China?’
‘Aardig optrekje hier.’
‘Een eigen huis brengt heel wat lasten met zich mee.’
‘Als je huurt, stort je je geld in een bodemloze put.’
‘Volgens mij amuseer je je niet zo erg. Wat kunnen we daar eens aan doen met z’n tweetjes?’
‘Mijn ex-vrouw begrijpt me niet.’
‘Vind je het erg als ik zeg dat je mooie ogen hebt?’
‘Vind je het erg als ik je vraag om met me te dansen?’
‘Vind je het erg als ik mijn arm om je heen sla?’
‘Vind je het erg om door mij naar huis gebracht te worden?’
‘Volgens mij ben jij diep van binnen heel anders dan je je voordoet.’
‘Krijg nou wat! Daar heb je hoe heet ze nou ook al weer? Daar heb ik nog mee in bed gelegen vijftien jaar geleden. Ik heb toch zo’n slecht geheugen voor namen.’
‘Bob Dylan heeft eigenlijk helemaal geen goede zangstem.’
‘Zal ik je even bijtanken?’
‘Ik ben nog nooit gepakt met een alcoholcontrole. Goed hè?’
‘Ach, die Nederlandse literatuur, dat stelt toch allemaal geen fluit voor.’
‘Zo’n fax-apparaat, dat is ontzettend handig, weet u dat?’
‘Ooit zal ik nog eens een boek schrijven. Ik heb het in me, ik voel het.’
‘Als u lekker wilt eten, moet u naar België, d’r zit niets anders op.’
‘Het ellendige van die films op Duitsland is dat ze alles nasynchroniseren. Dan hoor je Robert Mitchum zeggen: Alles klar? Jetzt geht’s los, OK? – Dat kan toch helemaal niet.
‘Die hondepoep, daar zouden ze eens iets aan moeten doen.’
‘Onze Jop was al zindelijk met anderhalf!’
‘Het openbaar vervoer? Van m’n leven niet! Bij het eerste sneeuwbuitje begeven de bovenleidingen van de spoorwegen het en staat alles urenlang gestremd.’
‘En, nog vakantieplannen?’
‘Je weet, ik ben niet preuts, maar zoals zij vind ik ordinair.’
‘Een keer naar Aspen, en je wilt nooit meer naar Zwitserland.
‘Laatst zat ik nog aan een diner aan met de neef van Margaret Thatcher.’
‘Wij zorgen er altijd voor om in het buitenland te zijn met de feestdagen. Die gedwongen gezelligheid met de familie, dat is niets voor ons. Gezelligheid moet spontaan zijn en niet uit de kast getrokken omdat de kalender dat voorschrijft.’
‘Als je alle aanstekers die per jaar weggegooid worden op een rij zou leggen, heb je een afstand van hier naar Rome.’
‘Het vervelende van vliegen is dat je overal uren moet wachten en dat je in het vliegtuig altijd van die smakeloze liflafjes krijgt.’
‘Natuurlijk kun je een studeerkamer blijven aftrekken. Wat dacht je, die politici hebben toch ook allemaal een studeerkamer?’
‘Het is hier te vol. Ga je mee? Dan rijden we naar Parijs. Nu.’
‘Eigenlijk houd ik helemaal niet van feestjes.’
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.