Spring naar inhoud


De lokroep van het vet

Beatrijs Ritsema

Laatst heb ik een zak vetloze chips gekocht. Ze lagen zo prominent uitgestald in de schappen van de supermarkt dat mijn nieuwsgierigheid gewekt werd. 'No fat, great taste!' trompetterde het opschrift. De knapperig bereide aardappelschijfjes, besprenkeld met wat zout, smaakten inderdaad meer naar koude aardappel dan gewone chips en dat is ook precies de makke ervan. Blijkbaar is de aardappelsmaak een minder belangrijk element in de waardering van een klassieke zak chips, zoals een non-descript toastje als excuus dient voor een kwak huzarensalade. Chips zijn dragers van vet en zout en als een van die twee bestanddelen wordt weggelaten, verdwijnt de essentie.

Tegen het vet wordt verbeten strijd gevoerd. Voorlichting van de overheid en de medische stand om de vetconsumptie te beperken loopt stuk op ingeroeste eetgewoontes. De fabrikanten produceren steeds weer nieuwe probeersels, waarin het vet is vervangen door water. De gezond levende burgers kopen dat dan braaf, maar na een tijdje zakt de belangstelling in. Het is niet vol te houden om met een karretje in de supermarkt te lopen en daar dingen in te laden die niet lekker zijn. Ben je daarvoor volwassen geworden? Als kind moet je eten wat je op bordje krijgt. Als je niet van spinazie houdt, dan is dat pech. Na achttien jaar afhankelijkheid is er meestal wel gewenning zo niet waardering gegroeid voor spinazie, lever en bloemkool. Maar mocht dat niet gelukt zijn, dan kan niemand je als volwassene nog dwingen tot de aanschaf van gehaat voedsel.

Vetloze zuivelprodukten zijn behoorlijk walgelijk. Vetloze yoghurt en melk, vetloze kaas, je neemt er een hap/slok van en het wurgt je in de keel als een portie met water aangelengde strokarton. In vergelijking hiermee zijn de vetarme produkten heel wat verteerbaarder. Aan yoghonaise valt best te wennen, al blijft het een armzalig substituut voor echte mayonaise. De tong laat zich niet bedriegen. Maar moderne consumenten weerstaan de lokroep van het vet en bestormen massaal de halva-markt. Heel verstandig en deugdzaam. Overheid en artsen kunnen tevreden zijn. Het enige tragische is dat het compromis niet werkt. Het zet geen zoden aan de dijk.

In een brede analyse van tientallen medische onderzoeken naar dit verband concludeerde de Britse hart- en longspecialist Michael Oliver dat halva-consumenten niet minder hart- en vaatziektes kregen en ook niet langer bleven leven dan mensen die naar believen vet aten. Dit betekent niet dat vet geen kwaad kan, maar dat er veel rigoureuzere maatregelen nodig zijn om de schadelijke effecten ervan tegen te gaan. Het gepriegel met halva-produkten is niet meer dan een facade, kosmetische dammetjes tegen een kolkende maalstroom van vet.

Deze bevindingen lijken erg op een ander onderzoek, waar de Amerikanen pas door opgeschrikt werden: matige lichaamsbeweging heeft geen zin, althans niet als het gaat om langer leven of het vermijden van hart- en vaatziektes. Mensen die hetzij helemaal niet, hetzij matig aan lichaamsbeweging doen kunnen statistisch gezien op een hoop gegooid worden. Pas bij heel intensieve sportbeoefening (bijvoorbeeld vier keer per week een uur hardlopen of zwemmen of drie keer per week tennissen – geen dubbelspel) is er sprake van enig gunstig effect op de gezondheid in de zin van langer leven. Maar wie heeft er tijd voor al dat lichaamsonderhoud?

Onduidelijk is voor het verband tussen vet en gezondheid waar de status quo mee vergeleken moet worden. Met het verleden? Toen aten ze minder vet, maar stierven jong, bijvoorbeeld aan infectieziektes. Ligt de standaard dan in de toekomst bij een imaginaire gemiddelde sterfleeftijd van pakweg 90 jaar? Nu worden mensen ondanks hun ongezonde eetgewoontes, hun alcoholgebruik en rookgedrag, hun overwegend zittend of liggend bestaan gemiddeld 76 jaar oud (vrouwen 80). Die laatste jaren zijn in de regel een slopende slijtageslag, dus waar de noodzaak vandaan komt om de levensverwachting nog verder op te krikken is me een raadsel.

Ideaal is de dood die je overvalt in goede gezondheid op je 80ste. Maar het krampachtig nastreven van gezond leven biedt geen enkele garantie voor zo'n lot uit de loterij. Er is maar een reden om je niet doorlopend aan vette snacks te buiten te gaan en dat is een esthetische: je wordt er dik van.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan