Spring naar inhoud


Communicatietijdperk

Wij leven in het communicatietijdperk. Iedereen is de hele dag bezig boodschappen uit te zenden en boodschappen te ontvangen en de sector 'communicatiewetenschappen' (meest populaire studierichting aller tijden) heeft intussen een dagtaak aan het decoderen van een en ander. Het hele spectrum van menselijk handelen kan moeiteloos in termen van communicatie worden bezien. Van huis- tuin- en keukengesprekken tussen gezinsleden tot vergadertechnieken op het werk, van frictie tussen opgeschoten jongeren in de publieke ruimte (uitmondend in zinloos straatgeweld) tot vredesonderhandelingen met strijdende partijen waar ook ter wereld, alles heeft met communicatie te maken. En dan heb ik het nog niet eens over de massamedia als communicatieve hoorn des overvloeds.

Vanzelfsprekend kunnen wetenschappers aan de universiteit dit boeiende thema niet monopoliseren, dus daarnaast opereren talloze therapeuten, procesbegeleiders, interim-managers, voorlichters en mensen-die-iets-moeten-faciliteren op de grenzeloze markt van de communicatie. Goeroes heb je ook. Afgelopen zaterdag kwam er in deze krant nog eentje aan het woord in een artikel onder de montere kop 'Ik los oorlog op'. De heer M. Rosenberg (Amerikaans psycholoog en spiritueel denker) ging in ieder geval niet gebukt onder een teveel aan bescheidenheid. Kwalijker was dat hij zijn gehoor schoffeerde, terwijl hij 'geweldloze communicatie' aan de man bracht à raison van f 4000,- cursusgeld per deelnemer.

Deze gebakken-luchtverkoper belichaamt alles wat er mis is met het begrip communicatie. Hij laat het woord grenzeloos uitdijen tot het slaat op alles wat er in deze wereld gebeurt, maar daar doorheen schemert nog steeds het oude blokschema, zoals ik me dat herinner uit de vele leerboeken 'Inleiding in' (de psychologie, de sociologie, de sociale interactie of wat dan ook). Dit schema bestaat uit twee vierkanten, verbonden door een horizontale pijl, waarboven het woord 'communicatie' stond afgedrukt. Een variant was twee vierkanten, verbonden door een dubbele pijl: heen en weer, tweezijdige communicatie als het ware. Er waren ook ingewikkelder schema's, waarbij diverse rechthoeken en vierkanten in een gelijkzijdige driehoek waren gegroepeerd, met allerlei pijlen die van boven naar beneden liepen.

Het is te onnozel om langer dan drie seconden over na te denken, maar tot op de dag van vandaag kan zo'n schema disproportionele gevoelens van haat en afkeer bij me oproepen. Waar denk ik aan bij het woord 'communicatie', meer specifiek, als iemand iets 'naar mij toe wil communiceren'? Ik denk: hij wil iets van me, hij wil me iets verkopen, hij wil me ontslaan of hij wil me ergens van overtuigen. Bij communicatie draait alles om de een of andere boodschap die moet worden overgebracht. Dit is allemaal goed en wel, zolang het over informatie of zakelijke uitwisselingen gaat. Ik wil graag op het nieuws horen hoe het voor staat met de oorlog in Tsetsjenië; als ik bij de bakker een grof volkoren bestel, dan verwacht ik geen tijgerbrood; als ik met iemand om zeven uur in een restaurant afspreek, dan ga ik met een marge van een kwartier ervanuit hem daar ook te treffen. De communicatie fungeert in het ideale geval als een raamwerk, waarbinnen zich afspeelt waar het werkelijk om gaat: de conversatie. Niet bij de bakker natuurlijk, want als je je brood gekocht hebt, ben je alweer klaar met de interactie. Maar bij alle betrekkingen die niet in het teken staan van zakelijkheid of te klaren klussen is conversatie een veel aangenamere tijdpassering dan communicatie.

Een van de redenen waarom iedereen zo verschrikkelijk gespitst is op communicatie en wat daar zoal bij mis kan gaan is de theorie van Watzlawick uit de jaren zestig, die stelde dat men niet niet kan communiceren. Men zendt altijd het een of andere signaal uit of men nu wil of niet. In filosofisch opzicht mag dit waar zijn, maar de gedachte op zichzelf heeft er wel toe geleid dat er nu stukjes in de krant staan over kleedgedrag onder jongeren (en ouderen), met uitleg over codes, signalen en non-verbale boodschappen, waarbij altijd met een zeker triomf wordt gesteld dat 'ook mensen die zich non-descript neutraal aankleden wel zeker een bepaalde boodschap uitzenden.' En dat het geen kwaad kan zich daarvan bewust te zijn. Vlieg toch op met je communicatieve codes, denk ik dan. Het belang hiervan staat toch in geen enkele verhouding tot wat iemand zegt in een inhoudelijk gesprek over welk onderwerp dan ook.

Communicatie gaat over de vorm, hoe je iets aanpakt, tactiek en techniek, het recht van de sterkste en niet te vergeten het overbrengen van je diepste, innerlijke roerselen. Het is en blijft het ene blok dat zich door middel van een pijl probeert op te dringen aan het andere blok. Conversatie daarentegen gaat over inhoud. Het is de uitwisseling van ideeën, waarbij iedereen vrijelijk naar voren kan brengen wat hij denkt. Bij een goede conversatie ontstaat er iets dat uitstijgt boven de inbreng der afzonderlijke deelnemers. Vluchtiger dan paardebloempluis in de wind en toch kan het op z'n best dezelfde bevrediging schenken als een kunstwerk dat je treft in je ziel. Saai en irritant kan natuurlijk ook, maar je weet nooit helemaal zeker van tevoren hoe het uitpakt en dat is juist het spannende.

Ontdaan van alle franje in de sfeer van wezenlijk contact, wederzijds begrip en expressie van authenticiteit houdt communicatie altijd iets autoritairs. Er zit een overweldigend trekje aan. Als twee mensen met elkaar zitten te communiceren is dat zelden een aangenaam gezicht. Een prostituée en een klant die met elkaar onderhandelen over de prijs van de transactie doen aan communicatie, twee mensen die flirten op een feestje voeren een conversatie. Door de nadruk op communicatie zijn praktisch alle gesprekken tussen mensen die op elkaars contactadvertentie hebben gereageerd tot mislukking gedoemd. Men geeft communiqués over zichzelf uit: de stand van zaken met betrekking tot voorbije relaties, een inventarisatie van hobbies, karaktereigenschappen en jeugdtrauma's, en een waslijst van eisen waar de ander aan moet voldoen. Perfecte communicatie, efficiënt, slagvaardig en aantrekkelijk over het voetlicht gebracht, maar volkomen waardeloos vergeleken bij de meest stuntelige conversatie tussen zomaar twee mensen die ook maar weer eens hun best doen een bruggetje naar de wereld te slaan. Conversaties gaan niet over jezelf. Je mag je eigen persoonlijke ervaringen wel naar voren brengen, maar dan voor zover deze verband houden met het ter tafel liggende gespreksonderwerp, waar ook iedereen naar eigen inzicht een zwenking aan kan geven. Dat maakt het juist zo aardig. Daarom kan iedereen meedoen. Daarom is conversatie demokratisch en communicatie autoritair.

Bij de finishing schools, de Zwitserse kostscholen waar meisjes van gegoede stand vroeger heen werden gestuurd voordat het tijd werd om te trouwen, namen conversatielessen een prominente plaats in op het rooster. Die kostscholen zijn afgeschaft en overal elders doceert men communicatievaardigheden. Dat laatste is jammer. Voetbalhooligans, beschonken uitgaanspubliek, doorgewinterde consumentenverleiders, therapeutische spiegelaars weten allemaal prima hoe ze moeten communiceren. Maar een gesprek voeren dat niet over henzelf gaat, hebben ze nooit geleerd.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan