Beatrijs Ritsema
Zelfs GroenLinks heeft zich inmiddels op het fatsoen gestort. In een interview in Netwerk benadrukte de nieuwe lijsttrekker Femke Halsema dat het niet ging om het terughalen van de benepen burgermansmoraal van de jaren vijftig (dat haalt je de koekoek), maar om het bestrijden van de opgeheven-middelvinger-mentaliteit. GroenLinks gaat zich sterk maken voor respectvolle omgangsvormen, waarbij het ene individu het andere in zijn waarde laat en waarin gemeenschapsgevoelens en verantwoordelijkheid gestimuleerd zullen worden.
Mooie voornemens, maar niet te onderscheiden van de ‘waarden en normen’ die op andere agenda’s in het politieke spectrum figureren. Wie is er tégen fatsoen? Politieke partijen moeten zich profileren. Aan fatsoen heb je niets in dit opzicht, en het milieu, sinds jaar en dag speerpunt van GroenLinks, heeft zijn stemmentrekkende kracht verloren. In het Netwerk-interview wijdde Halsema er precies één bijzinnetje aan, waarin ze memoreerde dat het milieu natuurlijk ook heel belangrijk is. Maar worden kiezers hier nog door aangesproken?
In het partijprogramma is sprake van verder aan te scherpen milieuregels en van vervuilers die extra moeten betalen. Internationaal gezien moet dat zeker gebeuren (zie de olietanker voor de Spaanse kust), maar in Nederland associeer ik het aanscherpingsbeleid met een type als Volkert van der G. die vanuit de gevangenis doorgaat met het voeren van bureaucratische procedures tegen armzalige boeren. Het is pech voor GroenLinks dat Fortuyns moordenaar een milieufanaat is, maar ook vóór Van der G. was het thema milieu al in de sfeer van ingewikkelde details, futiele regelzucht en ideologie terecht gekomen. De belangrijkste wet- en regelgeving is allang tot stand gebracht. Het elan dat destijds van het te redden milieu uitging, is ingezakt. Meer weerklank vindt een beweging als de stichting ‘Varkens in nood’, die ijvert voor betere leefomstandigheden voor productiedieren. Maar hoe meer vrije uitloop van kippen, varkens en koeien, kortom hoe dierwaardiger hun bestaan, hoe groter de belasting voor het milieu.
Als overtuigd treinreiziger zit ik ook wel eens in een auto en verbaas me dan waarom niet alle snelwegen in het hele land gewoon zesbaans in plaats van vierbaans zijn. Er hoeven helemaal geen extra wegen te worden aangelegd – de bestaande wegen moeten verbreed. Nederland, en zeker de Randstad, is allang een stedelijke agglomeratie, waarin mensen gedwongen zijn om afstanden te overbruggen voor hun werk en voor hun sociale verkeer. Als fileveroorzakende flessehalzen en te krappe snelwegen worden verbreed, dan heeft dat toch geen consequenties voor de Dwingelose heide of het natuurbehoud in de Biesbosch?
Maar de milieubeweging, waaronder de Stichting Natuurmonumenten, heeft zich tot een mensvijandige stroming ontwikkeld, die graag stukken natuur omheint en afschermt van bezoekers. Via een enkel uitgezet pad mogen mensen de zogenaamd ongerepte wildernis in en moeten daar ook nog voor betalen. Gezien het formaat van Nederland zijn het niet meer dan parken en wie echte natuur wil, moet de snelweg op naar Duitsland of België.
Na veertig jaar onderzoek naar duurzame energie is wind- en zonne-energie nog steeds niet rendabel. Terwijl burgers in de keuken goochelen met steeds meer verschillende bakjes om de afvalscheidingsregels correct toe te passen, bericht het Journaal over een enorme gifwolk die al vijf jaar over Zuid-Oost-Azië hangt en daar de lucht verontreinigt. Geen noemenswaardig milieubeleid daar. Hoe is het mogelijk?
Voor de planeet zou het vast beter zijn, als de mens maar helemaal van het toneel zou verdwijnen. Ook de Nederlandse milieubeweging heeft liever Heck-runderen dan mensen in de natuur.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.