Beste Beatrijs,
Je wordt tegenwoordig begroet met ‘Alles goed?’ Dit vind ik een heel confronterende vraag. Ik heb verdriet, omdat ik geen oma ben. Ik heb één zoon van 35 die tegen zijn zin alleen is. Ik krijg bij die vraag altijd een brok in de keel. Er zijn meer dingen in mijn leven die niet leuk zijn, maar die zitten mij minder dwars. Ik heb wel eens geantwoord dat niet alles goed is, maar dan kijken de mensen je heel verbaasd aan. Dat willen ze dan blijkbaar niet horen. Ook heb ik wel eens gezegd, dat ik dit geen prettige vraag vind, maar de volgende keer kreeg ik gewoon weer hetzelfde te horen. Mijn vraag is welk antwoord ik moet geven. Ik ben toch niet de enige die dat lastig vindt? Ik wil wel beleefd blijven natuurlijk.
Níet alles goed
Beste Niet alles goed,
Ik begrijp dat u het een confronterende vraag vindt, maar ik wil u op het hart drukken om hem niet letterlijk te nemen. Het vragend uitgesproken zinnetje ‘Alles goed?’ is níet bedoeld als vraag. Het is een variant op ‘Hallo’, ‘Hoi’ of ‘Goedendag’. Meer dan een vorm van verbaal kwispelen is het niet. De stereotiepe uitwisseling gaat als volgt:
‘Ha, Annemiek, alles goed?’
‘Ja, hoor, met jou?’
‘Prima’
‘Oké, nou doei!’
‘Doei!’
De informatieve waarde van deze uitwisseling is nul komma nul en dat is ook de bedoeling. Als iemand ‘Alles goed?’ zegt, wil hij de aanwezigheid van de ander wel opmerken en erkennen, maar hem verder toch vooral op afstand houden. Degene die ‘Alles goed?’ zegt is helemaal niet geïnteresseerd in hoe het met de ander gaat en snijdt die ander op voorhand de pas af door het verwachte antwoord ‘Ja’ alvast in de vraag in te bouwen. Als de begroeter wel geïnteresseerd was, had-ie wel ‘Hoe gaat het ermee?’ gezegd, een opening die de ander net iets meer ruimte geeft voor een inhoudelijk antwoord, maar ook weer niet zo heel veel meer, want het standaard antwoord op de vraag ‘Hoe gaat het?’ is ‘Goed hoor, en met jou?’
Dit soort kreten zijn conventies om de leegte te vullen, net zoals de caissière in de supermarkt het ook niet uit de grond van haar hart meent, wanneer ze klanten ‘Nog een fijne dag!’ toewenst. Mensen houden met deze uitingen hun horror vacui op afstand. Ook al zijn het lege woorden, lege woorden zijn voor hen altijd nog draaglijker dan zwijgen. Ze beogen slechts welwillendheid uit te drukken. Schenk er geen aandacht aan en zoek er niets achter! Als u wil praten over de problemen en hobbels in uw leven, kunt u dat doen met uw intimi: goede vriendinnen, vertrouwde familieleden en dergelijke. Vage kennissen en bekenden zijn doorgaans niet in uw sores geïnteresseerd, net zo min als u in die van hen.
Net als bij “Hoe gaat het?” is ook bij “Alles goed?” de vaagheid van “Och, z’n gangetje” altijd een optie. Ook het ironische non-antwoord “We leven nog” werkt hier. Of gewoon terugkaatsen: “Hallo! Alles goed?”
Ik ken iemand anders die hier ook moeite mee heeft. Die zegt dan; Er is ruimte voor verbetering.’
Maar daar krijgt ze niet altijd fijne reacties op. Mensen horen liever gewoon ‘goed’ ook al komt er daarna in het gesprek naar voren dat het minder goed gaat. Dat horen ze dán wel.
Zodra je in de eerste 3 woorden al duidelijk maakt dat je zorg en aandacht nodig hebt voor je problemen, schrikt dat mensen af en bovendien voelt de ander zich erna bezwaard om ’toe te geven’ dat het met henzelf best goed gaat. Er is vaak dan ook geen beleefde manier meer om het gespreksonderwerp te veranderen, nadat iemand zo’n opmerking heeft laten vallen. Ik vind dat in ieder geval.
Toen ik moeite kreeg met deze formaliteit, Kon ik moeilijk inschatten wanneer mijn echte verhaal gepast was (dat leverde van die genante overrompelde blikken op) , dus vroeg ik: “wil je de lange of korte versie?” Bij ‘doe maar kort’ kregen ze “Goed!”. Bij anderen kwam er een gesprek. Inmiddels kan ik de formaliteit weer aan en kets ik gedachteloos “Prima!” terug.
Herkennen in een situatie doe ik het wel, maar ervaren als een probleem beslist niet.
Zelfs kinderen kennen al het verschil tussen een beleefdheidsvorm óf een oprecht gemeen-
de vraag, dus dan lukt dat volwassenen toch ook prima?
Het is beter het zo te doen, dan een ijzig stilzwijgen, het vangt ev. ongemakkelijkheid op en
zoals gezegd: een kind kan de was doen: in het ene geval het gewenste antwoord geven en
in een ander geval het echte antwoord.