Beste Beatrijs,
Als mijn man en ik een bevriend stel op bezoek hebben, vinden we het eigenlijk het leukst om een gezamenlijk gesprek te voeren. Toch ontstaan er heel vaak twee tweegesprekken. Gisteren was dat ook weer het geval. Al vrij snel richtte de vrouw van het stel zich op mij, terwijl de man verder praatte met mijn man. Vervolgens praatten we dus door elkaar heen en luisterde ik met een half oor ook naar het gesprek van de anderen. Ik zie het graag anders en gebruik vaak de natuurlijke momenten (bijvoorbeeld een nieuwe ronde koffie) om het gesprek weer centraal te beginnen. Maar het blijft me verrassen hoe sterk de neiging is om in groepjes van twee te splitsen. Is dat de normale manier van doen tijdens een visite en wil ik iets ongebruikelijks? En zo niet, heeft u misschien tips voor me hoe ik zonder mensen direct tot de orde te roepen een gesprek met z’n vieren kan voeren?
Liever centraal
Beste Liever centraal,
Het is inderdaad heel vervelend als een centraal gesprek zo snel wordt opgesplitst in subgroepjes. Als dit opsplitsen ook nog naar sekse gebeurt (vrouwen praten met vrouwen, mannen met mannen) wordt het er nog voorspelbaarder en vaak ook saaier op. Hoe groter een gezelschap, hoe sneller dit gebeurt en dan is er ook eigenlijk niets aan te doen. Zes personen is ongeveer het maximum om gedurende enige tijd een centraal gesprek te voeren, maar met vier mensen zou het helemaal moeten lukken. Er zijn een paar manieren om het gevreesde opsplitsen te voorkomen. U kunt het structureel aanpakken door geen huiskamersessies te houden, maar aan de eettafel te zitten. Met z’n vieren aan tafel zit iedereen bij elkaar in de buurt, kan iedereen elkaar goed verstaan en is de neiging minder groot om onderonsjes te beginnen dan in de huiskamer, waar mensen verder van elkaar weg zitten.
Bij een etentje zitten mannen en vrouwen om en om met de restrictie dat een stel niet naast of tegenover elkaar zit.
Tafelschikking is erg belangrijk. Zoals Koot & Bie al opmerkten: ‘Bij een etentje met twee echtparen zit men zo door elkaar mogelijk.’ Voor een viertal betekent dit: een man zit naast zijn eigen vrouw en tegenover de andere vrouw. Een vrouw zit naast haar man en tegenover de andere man. De twee mannen en de twee vrouwen zitten dus diagonaal tegenover elkaar. Een stel dat naast elkaar zit zal geen privégesprekken voeren. De twee vrouwen (en de twee mannen) zullen eveneens geen onderonsjes met elkaar beginnen, omdat ze dan door de andere twee heen tetteren. Twee van de drie mogelijke duo-gesprekken wordt aldus effectief de pas afgesneden. Deze opstelling biedt de grootste kans op het centraal blijven van het tafelgesprek. Bij drie stellen zitten mannen en vrouwen ook om en om met de restrictie dat een stel niet naast of tegenover elkaar zit.
Verder kan het de moeite lonen om wat gespreksonderwerpen van algemeen belang achter de hand te houden, die niet typisch mannelijk (auto-onderhoud, aanschaf boormachines) of typisch vrouwelijk (bevallingsverhalen, ervaringen met het zetten van high lights) zijn. Als u die op een gepast moment in de groep gooit, zal iedereen meepraten.
Het opsplitsen in 2 gesprekken vind ik zelf vaak prettig. Hoe vaak is het niet dat 1 persoon van de 4 of 5 aan tafel het gesprek domineert met een onderwerp waar de rest niet in geinteresseerd is maar waar iedereen beleefd naar blijft luisteren. Een nieuw zijgesprek haalt dan de dominantie even weg en biedt de mogelijkheid weer door te stromen naar een acceptabeler 4/5-persoonsgesprek.
Nee, de man zit naast de de andere vrouw en tegenover zijn eigen. Tenminste, dat is mijn opvatting van ‘zo door elkaar mogelijk’, want daar ben ik het geheel mee eens.
Als een viertal twee aan twee tegenover elkaar aan tafel zit, praat je eerder met degene die recht tegenover je zit dan met degene die naast je zit. Daarom kan een man beter naast zijn eigen vrouw zitten. Des te beter kan hij spreken met de andere vrouw die tegenover hem zit. Voor de anderen aan tafel geldt hetzelfde.