Een tijdje geleden zag ik in een actualiteitenprogramma een Israëlisch meisje dat het concentratiekampnummer van haar opa op haar bovenarm had laten tatoeëren. Zij vertelde dat haar opa niet lang meer te leven had en dat zij door zijn merkteken over te nemen wilde bijdragen aan het levend houden van de collectieve herinnering aan de jodenvervolging. Ik begreep haar punt en werd desondanks bekropen door een gevoel van afschuw. Haar actie was op een of andere manier te letterlijk. Met zijn kampnummer eigende ze zich op een demonstratieve manier zijn verleden toe, maar zij hád dat verleden helemaal niet.
Het exacte herhalen of het napapegaaien van een bepaald uiterlijk vertoon bevat de kiem van een parodie, waardoor het resultaat belachelijk dreigt te worden. Hetzelfde gevoel van weerzin bekroop me bij de foto van het feestelijke Keti Koti ontbijt op het Museumplein: aan lange tafels zaten Surinaamse Nederlanders die bediend werden door blanke hotemetoten zoals Rijkman Groenink en Job Cohen. Het deed denken aan The Black and White Minstrel Show maar dan omgekeerd. Wat de bedoeling ook was van deze geinige omkering van de racistische meester-slaaf-verhoudingen (goedkope compensatie voor het leed van destijds wellicht?) het bleef een pijnlijke vertoning. Rassensegregatie met een knipoog is ook niet leuk.
Sommige beladen symbolen kun je niet uit hun context losrukken en ergens anders voor gebruiken, omdat het andere dan ook wordt besmeurd. In beide gevallen (de vrouw met het kampmerkteken en het zwart-wit-ontbijt) werden de symbolen ingezet als boodschap voor de wereld. De bedoeling van de imitatie is dat de omstanders aan het denken worden gezet: jodenvervolging en slavernij mogen nooit meer gebeuren! Maar het effect op mij is afgrijzen voor de boodschappers die een mislukt toneelstukje opvoeren.
De nieuwste trend onder voorvechters van de mensenrechten is van dezelfde bedenkelijke snit. In plaats van te demonstreren, petities te ondertekenen, brieven naar politieke gevangenen te sturen laten mensen nu een lettertatoeage zetten. Het internationale project Human Rights Tattoo heeft zich ten doel gesteld om de universele verklaring van de rechten van de mens letter voor letter (in totaal 6773) op even zo veel mensen te tatoeëren. Met dit conversation piece op de huid kan een individu als levend uithangbord het belang van mensenrechten verspreiden. Bij Amnesty International Amsterdam werd een hele dagsessie letters tatoeëren georganiseerd, waarvoor vrijwilligers in de rij stonden.
Nu draag ik de mensenrechten een warm hart toe, maar het maakt op z’n minst een merkwaardige indruk om de boodschap over de integriteit van het menselijk lichaam (om maar eens een mensenrecht te noemen) aan de man te brengen door middel van een schending van datzelfde lichaam. Mensenrechtenactivisten perforeren en brandmerken hun eigen lichaam in de hoop besnijdenis in welke vorm dan ook en andere lichaamsmutilatie elders ter wereld ter discussie te stellen. Het middel valt in verdunde vorm samen met de kwaal. Homeopathischer kun je het niet verzinnen.
Niet alleen het paradoxale van deze actie wekt ergernis, nog onuitstaanbaarder is het goedkope, zelffeliciterende karakter ervan. Zie ons goed en nobel zijn, pijn lijden en een brandmerk dragen ter wille van de goede zaak waar wij in geloven. Het doet me denken aan het ritueel van zelfflagellatie in processies, waarbij fanatieke jongemannen met elkaar concurreren om de bloedigste rug. Of aan monniken die borstels aan de binnenkant van hun pij vastnaaiden. Niemand schiet er iets mee op, het heeft geen zin, vrijwillige automutilatie, voor zo ver zichtbaar, dient alleen om omstanders de ogen uit te steken.
De zaak van de mensenrechten wordt met dit soort gratuite middelen net zo min vooruit geholpen als borstkanker met roze strikjes. Lettertatoeages vallen onder de categorie insignes, ridderordes, strepen op het uniform, tulbanden, hoofddoeken, kruisjes om de nek, botten door de neus. En niet te vergeten gele sterren op jassen. Mensen willen graag onderscheid maken tussen zichzelf en de ander. De enig effectieve manier destijds om die gele sterren onschadelijk te maken deed zich voor in Denemarken, waar de bevolking ze uit protest op alle jassen naaide.
Symbolen kun je op- en afzetten. Een fundamenteel mensenrecht lijkt mij de vrijheid om in de loop van je leven ergens over van gedachten te kunnen veranderen. Een tatoeage kan dan per definitie niet de functie van mensenrechtensymbool vervullen.
Wauw, dat wist ik niet van die Denen. Geweldige mensen.