De week na de laatste winterblamage op het spoor presenteerde de NS een nieuw model intercity dat binnenkort wordt ingezet op het traject Amsterdam – Den Haag. Een gemoderniseerde dubbeldekker, van alle gemakken voorzien. Vooral voor de eersteklas-compartimenten is alles uit de kast gehaald. Het bovengedeelte wordt gereserveerd voor zakelijke reizigers: stiltecoupés, internetverbinding en twee-aan-twee stoelen met klaptafeltjes. Op de benedenverdieping kan de recreatieve reiziger plaatsnemen in twee- of vierzitscoupés of op een L-vormige bank in het lounge-gedeelte.
Vooral die loungebank intrigeert. Een enorm koningsblauw geval, dat zo te zien plaats biedt aan een man of tien. De zitting is vrij breed, de rugleuning wijkt ietsje naar achteren en heeft een afgebolde bovenkant die uitnodigt om het hoofd erop neer te vlijen. Het ziet er luxueus uit. Je kunt je de reiziger meteen erbij voorstellen, comfortabel in een hoek gedrapeerd, een cocktaildrankje in de hand, terwijl er lome nachtclubmuziek zachtjes uit de speakers sijpelt.
Kan ik mezelf op die bank voorstellen? Dat nou ook weer niet. Ik ben geen lounge-type. De bank in de huiskamer gebruik ik om op te zitten en een boek te lezen of om op te hangen en tv te kijken. Privé-recreatie dus. Voor sociale recreatie is een tafel met rechte stoelen eromheen geschikter. Op een bank zit je te veel op een rijtje dezelfde kant op te kijken. Een ander nadeel van een bank is dat het zitterritorium niet is afgebakend. Een bank leent zich voor opschuiven, inschikken en zitters erbij proppen. Geen bezwaar als dat om de familie en een paar huisvrienden gaat, die allemaal een spannende tv-uitzending willen zien, maar in het openbaar vervoer is dat geen ideale set-up.
Het lijkt me sterk dat de NS onderzoek heeft gedaan naar de behoefte van reizigers om zich al loungend te laten transporteren. Neem de wachtkamer van een willekeurige huisarts. Meestal staan daar losse, rechte stoelen en een eenvoudig bankje. Mensen die de wachtkamer binnenkomen bezetten eerst de losse stoelen en daarna pas de bank. Soms gaat er iemand op het ene eind van de bank zitten, de volgende op het andere eind. Als het even kan vermijden mensen het om pal naast elkaar plaats te nemen.
Voor treinreizigers die willen kletsen en koffie drinken was er altijd de restauratiewagon, maar die heeft de NS nu juist afgeschaft.
De conclusie van het wachtkameronderzoek, dat overigens opgaat voor elke semi-openbare ruimte waar mensen bij elkaar worden gedreven, luidt dat fysieke afstand altijd de voorkeur heeft boven gedwongen aanraking. Maar de loungebank is bedoeld voor groepen die gezellig samen op stap zijn, zal de NS tegenwerpen. Zelfs dat soort gezelschappen, waarvan ik me afvraag of die dagelijks in groten getale de eerste klas bevolken, zal niet zitten te springen om een sofa in de trein. Reizigersgroepen die gezellig wilden kletsen met koffie of een biertje erbij waren altijd gebaat met de restauratiewagon, die ook voorzien was van handige tafeltjes waarop je kon toepen, maar die cafégemoedelijkheid heeft de NS nu juist afgeschaft.
Reizen is een noodzakelijke bezigheid. Niemand koopt een treinkaartje voor de gezelligheid – de treinreis is een middel om een bestemming te bereiken. De drukte in de trein, zeker in het spitsuur, zorgt ervoor dat reizigers zich in zichzelf terugtrekken, I-pod-oortjes in, verdiept in boek of mobieltje. De krappe vier-persoonscoupés in de tweede klas, waar mensen die tegenover elkaar zitten elkaars benen en starende blikken niet kunnen vermijden, hadden allang vervangen moeten worden door twee-aan-twee stoelen in dezelfde rijrichting, zoals in bus of vliegtuig. Daar zou het comfort pas mee gediend zijn.
De NS voert klantvriendelijkheid hoog in het vaandel. Om reizigers te apaiseren wordt er in omroepberichten dan ook niet meer gerept van ‘vertraging’, maar van ‘treinen die over tien minuten zullen vertrekken’. Ach ja, aan eufemismen raak je gewend. Maar de NS zou een ritje met de trein niet moeten vergulden tot loungebar-ervaring. Treinreizigers vinden de trein prima, ze houden alleen niet van medereizigers.
Als doorgewinterde treinreiziger ben ik het geheel met Beatrijs eens. Noem me onvriendelijk maar ik heb geen behoefte om me met medereizigers te nestelen op een loungebank. Jer zal ook zien dat zo’n bank in beslag wordt genomen door één welgemanierde reiziger die zich er met moddervoeten en al op uitstrekt. Ik heb liever dat NS haar aandacht richt op het tijd laten rijden van treinen. De mooiste loungebank maakt al die vertragingen nog niet goed.
De vier-persoonscoupés in de tweede klas hebben wel één groot voordeel boven de twee-aan-twee stoelen in dezelfde rijrichting:
Bij de twee-aan-twee stoelen dient de persoon aan gangzijde namelijk altijd op te staan indien de persoon aan raamzijde uit moet stappen. Dit zorgt vaak voor een ongemakkelijke situatie.
Dat die twee-aan-twee stoelen in dezelfde rijrichting zo veel plezieriger zouden zijn voor de privacy, dat ben ik niet met U eens. Ik schuif liever aan in een vierpersoonscoupé dan dat ik me als naast een onbekende in een krappe 2-persoons ruimte moet wurgen. Dat noem ik pas ongewenste fysieke nabijheid. ! Liever ongewenst voetcontact dan ongewenst schoudercontact. Bovendien is het uitzicht daar vaak belabberd (de raamindeling loopt niet gelijk op met de stoelindeling) en naar voren toe heb je alleen maar uitzicht op een erg hoge rugleuning. Ik ben niet de enige die dat vindt: in treinen waar je de keuzemogelijkheid hebt zijn de 4-persoonscoupé’s als eerste bezet !
Ik ben allang blij dat op mijn dagelijkse Amsterdam-Den Haag Centraal traject die achterlijk benauwde, krappe en rugpijn veroorzakende groene bankjes worden vervangen door treinen met aangenamere zitplaatsen. Sinds de dienstregeling van half december vorig jaar zijn wij veroordeeld tot deze treinen. Ga je naar Den Haag HS, ga je over Haarlem, ga je naar Rotterdam, reis je buiten de spits (!): bijna allemaal fatsoenlijke treinen. Zo niet op de route Amsterdam – Den Haag CS in de spits. Ik kan niet wachten!