Het is mooi dat bejaardenverzorgster Ina Post alsnog door het gerechtshof is vrijgesproken van het wurgen van een oude dame. Post, die op grond van haar bekentenis in 1986 veroordeeld werd tot zes jaar gevangenis (waaruit ze na vier jaar wegens goed gedrag werd ontslagen), hield vol dat ze onschuldig was. Het zuiveren van haar naam kostte jaren, omdat verzoeken om het vonnis te herzien voortdurend werden afgewezen. Uiteindelijk stelde de Commissie Evaluatie Afgesloten Stafzaken (CEAS) een gerechtelijke dwaling vast, waarna de rechter Post met terugwerkende kracht onschuldig verklaarde wegens ondeugdelijke bewijsvoering.
De CEAS heeft ook voor herziening van het vonnis gezorgd in de zaak van de Rotterdamse parkmoord en voor Lucia de B. Volgens advocaat Geert-Jan Knoops komt dit soort gerechtelijke dwalingen regelmatig voor en zitten er allerlei onschuldige mensen in de gevangenis, voor wie het makkelijker zou moeten zijn om hun zaak te heropenen. Ook andere strafrechtspecialisten pleiten voor minder strenge criteria om omstreden veroordelingen aan te kunnen vechten.
Het openbaar ministerie en de hele juristiek die eromheen hangt is een menselijke bedrijvigheid waar vanzelfsprekend fouten worden gemaakt, dus is het belangrijk dat de mogelijkheid bestaat om in beroep te gaan en nogmaals in beroep te gaan, en nog eens een keer helemaal opnieuw te beginnen. Tot de beginselen van de rechtsstaat behoort tenslotte dat je beter een schuldige vrij kunt hebben rondlopen dan dat er een onschuldige in de gevangenis zit. Het is een grotere fout iemand ten onrechte te veroordelen dan iemand ten onrechte vrij te spreken. Toch vind ik het vreemd dat er in de discussie over voornoemde gevallen van tunnelvisie meer aandacht uitgaat naar reparatie van de kwalijke gevolgen hiervan dan naar de bron van het kwaad, oftewel de kwaliteit van de bewijsvoering.
Mevrouw Post heeft tot drie keer toe schuld bekend, terwijl ze kennelijk onschuldig was (althans, in die onschuld geloof ik zo langzamerhand wel). Post, de Rotterdamse parkmoordenaar en de twee verdachten van de moord op stewardess Christel A. hebben allemaal valse bekentenissen afgelegd! Dan is er toch iets niet goed gegaan bij het verhoren van die verdachten, zou je zeggen. Uit de psychologie en de praktijk van het folteren is bekend dat je sommige mensen van alles kunt laten bekennen, als je hun maar genoeg het vuur aan de schenen legt. Daar is geen fysiek geweld voor nodig (zo ver gaat de politie in Nederland niet), je kunt iemand ook verbaal zo onder druk zetten dat-ie alles zal ondertekenen om er vanaf te zijn.
Een verhoormethode waardoor onschuldigen de bak indraaien is contraproductief, dat zal duidelijk zijn. Wellicht is het nodig om nieuwe structuren op te richten om dit soort fouten te redresseren, maar in de eerste plaats lijkt het aanbevelenswaardig om de kans op tunnelvisie zelf te minimaliseren, bijvoorbeeld door de verhoren door een onafhankelijke bijzitter te laten beoordelen op rechtvaardigheid en gepastheid. Daarnaast zou zowel politie als justitie in het algemeen niet al te veel belang aan woorden moeten hechten, in ieder geval niet meer dan aan fysieke vormen van bewijs. Behalve de suggestibelen die heel snel ja zeggen op wat hun in de schoenen wordt geschoven, heb je ook nog de idioten die zich vanuit megalomane fantasieën als dader van een misdaad komen aanmelden, zoals motten zich in een kaarsvlam storten.
Met woorden kunnen enorme spiegelpaleizen en leugenachtige constructies worden opgetrokken. Dit geldt voor verdachten die zich met valse bekentenissen in de eigen voet schieten, maar evengoed voor aanklagers. In de zaak van het misbruikte volk tegen de rooms-katholieke kerk dreigt hetzelfde gevaar, maar dan omgekeerd. Ongetwijfeld heeft zich in het verleden allerlei kindermisbruik door paters en priesters afgespeeld. Er is geen reden om aan te nemen dat de getraumatiseerden die eindelijk met hun verhaal voor de dag durven te komen de waarheid en niets dan de waarheid spreken. Over zoiets lieg je toch niet?
Anderzijds leert de ervaring dat er zich onder slachtoffers die schadeclaims indienen altijd een zeker percentage getroubleerde geesten, fantasten en op geldelijk gewin beluste leugenaars bevindt. Juist in zaken waarin iemands reputatie aan flarden dreigt te gaan, mag het woord van een aanklager niet genoeg zijn om een verdachte te veroordelen. Dat maakt elke burger vogelvrij.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.