Theater Carré is altijd een tempel van amusement geweest. Voor uitvoerende artiesten zo ongeveer het hoogst bereikbare podium, chic, met allure en niet zo massaal als een voetbalstadion of veehal. Ik vond het verrassend om te zien hoe weinig de politici die meededen aan het RTL-debat daar detoneerden. De acht lijsttrekkers waren gepositioneerd in een quizachtig decor met ieder hun eigen lessenaartje. Er lag een rode loper, waaroverheen ze om de beurt een entree konden maken voor een individuele ondervraging. Het debat was zorgvuldig georchestreerd met afgepaste, ultrakorte spreektijden, geheel toegespitst op het ontlokken van, al dan niet ingestudeerde, one-liners.
Als je het niet gezien hebt, doet zo’n gelikte enscenering een knieval voor het entertainment vermoeden, het zoveelste bewijs van versimpeling van ingewikkelde kwesties en strakke hoepels waar politici tegenwoordig doorheen moeten springen om aandacht van de kiezers te genereren. Maar zo lag het niet. De acht politici hadden geen last van plankenkoorts, kregen de kans niet om college te geven en slaagden er wonderwel in zichzelf voor het voetlicht te brengen – als volleerde entertainers inderdaad.
Viel er intussen ook nog iets inhoudelijks op te steken van de debatterende heren en een dame? Iets waarvan je zegt: já, dat is de kern van de zaak, zo had ik het nog niet eerder gehoord of bekeken, nu weet ik aan wie ik mijn stem zal geven op 9 juni. Die vraag is lastiger te beantwoorden. Dat komt niet doordat de lijsttrekkers onduidelijk waren of vaagheden debiteerden. Doorgaans was iedereen glashelder en werd er op het scherp van de snede geformuleerd. Het probleem ligt bij de inzet van de verkiezingen: de economie. Eigenlijk gaat het alleen om bezuinigen en herverdelen. Iedereen is het erover eens dat het begrotingstekort moet worden aangepakt omdat het anders misloopt in Nederland, men verschilt alleen van mening over welke bevolkingsgroepen er aangepakt of juist gespaard moeten worden en op welke termijn.
Diverse maatregelen kunnen op tal van manieren sluitend worden beargumenteerd en dat gebeurde dan ook. Het CPB had alle begrotingen doorgerekend en gefiatteerd; de enige hapering deed zich voor bij de PvdA die achteraf gesmokkeld bleek te hebben met het jaar van de Aow-aanpassing, een foutje waar Cohen ruiterlijk zijn excuses voor had aangeboden. Een cijfermatige onderbouwing neemt niet weg dat discussiëren over geld niet de meest tot de verbeelding sprekende vorm van politiek is. Geld en cijfers vormen de ruggengraat van de maatschappij (iets is pas reëel als je het kunt uitrekenen en opmeten), maar economie is spijtig genoeg geen wetenschap. Net als het weer is de economie een open systeem. Voorspellingen op de korte termijn zijn goed te doen, voor de middellange termijn wordt het al moeilijker en voor nog verder in de toekomst klopt er zelden wat van. Onvoorziene gebeurtenissen en ontwikkelingen kunnen een gepland scenario totaal omgooien.
Zelfs in het hier en nu is het moeilijk om vat te krijgen op de economie. Zijn internationale economische problemen als de daling van de euro of het dreigende bankroet van Zuid-Europese landen uiteindelijk niet veel belangrijker voor het Nederlandse welvaartspeil dan specifieke maatregelen als afschaffing van de hypotheekrenteaftrek of het instellen van een fors eigen risico bij de ziektekostenverzekering? Lijsttrekkers profileren zich vurig met betrekkelijk marginale kwesties als vasthouden aan 65 jaar voor de Aow of een verhoging van het belastingtarief voor de hoogste inkomens naar zestig procent, behoud van de studiefinanciering of inkorting van de termijn van de ww-uitkering. Ineens is dit soort gesteggel over portemonneezaken van het allerhoogste belang, terwijl nog niet zo lang geleden alle aandacht uitging naar de door Wilders geagendeerde problemen van integratie en massa-immigratie.
Ideologie heeft plaatsgemaakt voor geld en het politieke bedrijf is terug naar business as usual: verdelingsvraagstukken. De tegenstellingen lijken onverzoenlijk, maar van alle plannen zullen de scherpe randjes weggemasseerd worden in de coalitieonderhandelingen. Niemand heeft echt iets te duchten, want we komen toch weer in het midden uit. Bij zo’n voorspelbare uitslag is het geen wonder dat de entertainmentsfactor in de campagne steeds geprononceerder wordt. Mensen stemmen op een persoon, want die is aansprekender dan geld.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.