Weer is het aantal tieners dat met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis terechtkwam toegenomen. In 2009 waren dat 500 gevallen, vijftig procent meer dan in het jaar daarvoor. Het enige lichtpuntje was dat de gemiddelde leeftijd (15.6 jaar) een half jaar hoger lag. De voorlichting over de kwalijke effecten van alcohol op de hersenontwikkeling heeft er kennelijk toe geleid dat de grens voor jonge tieners om met drinken te beginnen iets naar achteren is geschoven. Gezien de absolute stijging in comazuipgevallen wordt dit uitstel ruim gecompenseerd in extra laveloosheid op ietsje latere leeftijd, dus veel reden om hoera te roepen is er niet.
Alleen de ChristenUnie en de SGP bepleiten verhoging van de leeftijdsgrens tot 18 jaar om alcohol te mogen kopen, zoals in de helft van de EU-landen allang praktijk is. Andere partijen deinzen terug voor de macht van de alcohollobby of de ingewikkeldheid en de extra kosten van het handhavingsbeleid. Daarnaast bestaat er ook onbestemde tegenzin tegen Amerikaanse toestanden, waar achttienjarigen de oorlog in worden gestuurd om te doden en gedood te worden, maar tot hun 21ste geen biertje mogen drinken. Wij hier in Nederland gaan niet zo spastisch om met een geaccepteerd genotsmiddel als alcohol.
Het gevolg is dat alle verantwoordelijkheid voor comazuipende tieners toevalt aan ouders, naar wie vaak met een beschuldigende vinger wordt gewezen dat zij zich te slap zouden opstellen en geen controle uitoefenen over wat hun kinderen uitspoken. Bij Pauw & Witteman zat verslavingsdeskundige Keith Bakker nog steeds te verkondigen dat ouders als taak hebben om alcohol te introduceren bij hun kinderen, rustig op de bank, en hen zo een verstandige manier van drinken te leren. Een absurd advies dat ingaat tegen alle nieuwe inzichten die in de officiële voorlichting worden verspreid en dat rechtstreeks uit de jaren zestig lijkt te komen. Toen kregen dertienjarigen inderdaad weleens een glaasje wijn bij een bijzondere gelegenheid of mochten zij in het weekend een of twee glazen bier drinken. Maar voor zo ver tieners uitgingen, gebeurde dat niet tot diep in de nacht (dat was meer iets voor studenten) en voor grote hoeveelheden alcohol hadden ze domweg het geld niet. Veertig jaar geleden lag het drankgebruik van de hele bevolking lager. In de toenmalige sfeer van collectieve matigheid was het natuurlijk voor ouders veel makkelijker om tieners aan alcohol te laten wennen dan in deze tijd, waarin alcohol in veel gezinnen tot de dagelijkse routine behoort. Het wringt als pa en ma plechtig een opvoedkundig breezertje voor hun kind inschenken onder het motto ‘thuis moet je het leren’, terwijl ze zelf dagelijks een of twee flessen wijn soldaat maken. Hoe meer een cultuur in alcohol gedrenkt is, hoe lastiger het wordt om tieners, die toch al moeite hebben met zelfdiscipline, tot bekommernis over hun toekomstige gezondheid te krijgen. Een simpel verbod gekoppeld aan een leeftijdsgrens werkt beter, omdat discussies over wat precies ‘te veel’ is dan achterwege kunnen blijven.
Ouders wordt dan ook aangeraden om categorisch nee te zeggen. Dat kunnen ze wel doen, maar bij 16 jaar gaan alle remmen los en hebben ouders geen poot meer om op te staan. Het kan lang duren voor ze ontdekken dat hun kind zich bij vrienden in huis te buiten gaat aan mateloze indrinksessies voor een schoolfeest. Ze geven toestemming voor logeerpartijtjes na een feest of na het uitgaan, maar ze zijn niet geneigd om als politieagent op te treden. Het is vervelend om bij je eigen kind binnen te vallen, als hij met vrienden op z’n kamer zit, en het is ook vervelend om andere ouders op te bellen over hun alcoholbeleid. Tieners worden des duivels, als ouders zich in controlerende zin met hun sociale kring bemoeien. Begrijpelijk, want een tiener wil ook een beetje privacy en het is buitengewoon irritant om voortdurend door ouders over drank te worden doorgezaagd.
Dus staan ouders machteloos tot er ergens iemand door het al te dunne ijs zakt. Achter elk comazuipgeval staat een veelvoud van tieners die weliswaar niet in het ziekenhuis terecht komen, maar wel stelselmatig te veel drinken. Ouders kunnen onmogelijk in hun eentje tegen deze trend oproeien, tenzij met de wet als steuntje in de rug. In tijden van mateloosheid is achttien jaar een betere leeftijd voor de vrijheid van het comazuipen dan zestien.
Natuurlijk hebben ouders het drinkgedrag van hun kinderen, zeker buitenshuis, niet in de hand.
Maar jong geleerd is oud gedaan. Toen mijn zoontje 6 was, zag ik op een kindermiddag in een café (het was carnaval) om twee uur ’s middags de moeder van een klasgenootje (ook 6 jaar dus). Het jongetje had dorst en in plaats van een glas fris voor hem te kopen kreeg hij een paar slokken bier uit haar glas.
Als je moeder zit om 14.00 uur al aan het bier zit, en je krijgt op je 6e al bier te drinken van je ouders, waarom zijn mensen dan verbaasd als je erop los zuipt zodra je de kans krijgt?