Beste Beatrijs,
Ik ben een op sommige punten wellicht wat ouderwetse man van 57. Ik heb een goede vriend met twee heftig puberende zonen van 15 en 17, die ik al sinds hun geboorte ken. Als ik daar op bezoek kom, groet ik de jongens altijd. Ze groeten niet terug, ze kijken mijn kant niet op, er kan zelfs geen misnoegd knorgeluidje vanaf. De ouders schijnen er niet zo mee te zitten, ze corrigeren dit gedrag althans niet, maar het stoort mij. De vorige keer wist ik een snedige opmerking (‘Ha! Die onzichtbaarheidspil heeft toch gewerkt!’) nog tijdig in te slikken. Ik weet dat het niet mijn taak is om ze op te voeden, ik vraag me alleen af of ik hier toch iets van kan zeggen.
Onzichtbare entrée
Beste Onzichtbare entrée,
Heel vervelend inderdaad! Ook heel merkwaardig dat de ouders niet even corrigerend ingrijpen. Het is lastig voor u als bezoeker om hier iets over te zeggen. Je verzeilt al gauw in stekeligheden als ‘Zeggen we tegenwoordig geen “Hallo” meer?’ Uw snedige opmerking over de onzichtbaarheidspil is op zichzelf wel grappig, maar het is de vraag of bokkige tieners de hint zullen vatten en of het gewenste leereffect zal optreden. Grote kans dat het de keer daarna weer precies zo gaat. Het beste lijkt mij om, zodra u hen in het vizier krijgt, op hen af te lopen en hen lichtelijk ostentatief te begroeten, waarbij u hun naam noemt: ‘Hé, Dirk-Jan! Hoe is het?’, ‘Hallo, Quirijn! Alles goed?’ Op die manier dwingt u een respons af. Steek uw hand erbij uit, zodat ze die kunnen schudden. Ze moeten wel van heel bokkige huize komen, willen ze een uitgestoken hand negeren. Als ze desondanks nog steeds doen alsof u lucht bent, is het moment daar dat u kunt vragen: ‘Wat is er aan de hand? Heb ik iets misdaan of zo?’
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.