Beste Beatrijs,
Mijn vriendin en ik hebben elkaar leren kennen, toen ze zwanger was van iemand die toen al uit haar leven was verdwenen. We gingen samenwonen, ik was bij de geboorte van haar dochter (nu twee jaar) en we hebben sindsdien samen voor haar gezorgd. Zij heeft haar echte vader nooit gezien en weet ook niet dat die bestaat. Zij ziet mij als haar papa en ik zie haar als mijn dochter. Binnenkort zal haar (half)broertje worden geboren. We vragen ons af: wanneer is het nou het juiste moment om haar te vertellen dat ik niet de biologische vader ben?
Zorgvader
Beste Zorgvader,
Een tweejarige is te jong om te worden geattendeerd op het verschil tussen een biologische en een praktijkvader. Wanneer er sprake was geweest van een scheiding met bezoekregeling, zou dat anders liggen, maar nu de biologische vader op geen enkele manier een rol in haar leven speelt, is het onderscheid tussen u en hem te abstract om uit te leggen. Vooralsnog gedraagt u zich als haar vader, dus bent u dat ook voor haar. Ik denk dat een goed moment om haar afwezige vader aan de orde te stellen zich voordoet wanneer zij uit zichzelf iets vraagt over voortplantingszaken. Dat zal niet op heel korte termijn gebeuren. Ook al weet ze dat ze binnenkort een broertje krijgt, ze beseft nauwelijks wat zwangerschap is, laat staan hoe die tot stand komt. Een dikke buik zegt een tweejarige niets, zoiets valt haar niet eens op. De geboorte van haar broertje is in ieder geval geen goede aanleiding om uw dochter van haar afstamming op de hoogte te brengen, want gezinsuitbreiding is altijd een beetje bedreigend voor een ouder kind en dan moet ze niet extra worden buitengesloten door aan de relatie met haar vader te tornen.
Als ze een jaar of vier, vijf is, zal ze vragen waar baby’s vandaan komen en hoe die in de buik terecht komen. Of de voortplanting komt toevallig ter sprake via iets wat ze op tv ziet of van anderen hoort. Dat is het aangewezen moment waarop u en uw vriendin tegen haar kunnen zeggen dat zij wel in haar mama’s buik is gegroeid, maar dat iemand anders het zaadje erin heeft gestopt. Waarschijnlijk zal dit feit haar dan nog steeds weinig zeggen, maar dat geeft niet, want ze kan er altijd later op terugkomen. Belangrijk is dat de informatie niet geheim moet worden gehouden voor haar, maar ook dat ze er niet mee moet worden lastig gevallen, als ze het nog niet kan vatten. Een vuistregel is dat elke vraag die het kind stelt op welke leeftijd dan ook, eerlijk moet worden beantwoord in termen die het kind kan begrijpen. Hoe meer mensen op de hoogte zijn van het feit dat zij een andere biologische vader heeft, hoe eerder haar daarover iets ter ore zal komen en hoe eerder zij vragen zal stellen. Dat ze bij zo’n gesprek gerustgesteld moet worden dat de man die zij kent als haar vader net zo veel van haar houdt als andere vaders van hun dochters, spreekt verder vanzelf.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.