Beste Beatrijs,
Sinds drie maanden ben ik vader van een zoon. De enige reactie die ik hierop van mijn oma (86) kreeg, was een telefoontje met de vraag ‘wat het kraamcadeau moest worden’ (geen felicitaties aan de telefoon, geen kaartje, geen enthousiasme of interesse). Dit kraamcadeau is vervolgens via mijn moeder en mijn zus bij mij terecht gekomen. Ik heb dit cadeau resoluut geweigerd en mijn zus gevraagd om het weer mee terug te nemen, omdat ik de via-via-manier van geven ongepast vind. De laksheid en ongeïnteresseerdheid van mijn oma doen mij verdriet. Ik heb mijn ouders gevraagd het cadeau terug te geven aan oma, maar zij vinden dat ik eerst mijn oma moet bellen en moet uitleggen waarom ik niet blij ben. Ik sta echter op het standpunt dat mijn oma mij maar moet bellen, als ze wil weten waarom ik haar cadeau niet aangenomen heb. Mijn ouders zetten me onder druk om te bellen alvorens zij het cadeau teruggeven, zodat ze zelf geen gezicht verliezen bij de familie. Wat is de juiste handelwijze?
Gekwetste kleinzoon
Beste Gekwetste kleinzoon,
U maakt van een mug een olifant. U bent niet tevreden over de reactie van uw oma op de geboorte van uw zoon en daarom duwt u haar cadeautje terug in haar gezicht. Er is nauwelijks iets beledigenders te bedenken dan iemands cadeau weigeren. Nog beledigender is het om dat niet rechtstreeks te doen, maar dit via tussenpersonen te spelen, in dit geval via uw ouders. Op die manier maakt u uw ouders medeplichtig aan uw grofheid. U trekt hen in uw kamp en u zaait tweedracht binnen de familie. Uw ouders hebben groot gelijk dat ze zich niet voor uw karretje laten spannen. Als u zo nodig uw oma wilt beledigen, doe dat dan zelf en stuur het cadeautje zelf terug.
Maar dat moet u natuurlijk niet doen, want het sop is de kool niet waard. Waarom windt u zich zo op over het gebrek aan enthousiasme van uw oma? Wat kan u dat schelen? Het arme mens is 86 jaar, ze heeft wellicht last van ouderdomskwaaltjes en moeite om het postkantoor te bereiken, ze kan het nog net opbrengen om plichtmatig te reageren op de geboorte van wie weet het zoveelste achterkleinkind. Het enige wat van u verwacht wordt is een plichtmatige reactie. U schrijft een beleefd bedankkaartje: ‘Lieve Oma, dank voor het cadeautje. Met de kleine gaat het uitstekend, vriendelijke groeten van uw kleinzoon’ en de zaak is afgehandeld. Al het gedoe eromheen over uw gekwetste ponteneur is overbodige onzin.
Ga zelf een keertje bij oma langs met de baby dan heb je twee vliegen in een klap; je ben weer een keer op visite geweest en oma heeft de kleine gezien.
Niet zo moeilijk doen; het mens is 86!
“Het arme mens is 86 jaar en weet het allemaal niet zo goed meer” slaat nergens op. Het probleem van de schrijver zit ´m volgens mij erin dat oma het als een plicht zag om een cadeautje te sturen, terwijl de schrijver veel liever een felicitatie had! Als “het arme mens” telefonisch kan vragen wat het cadeautje moet worden, kan ze in één adem door toch wel even gefeliciteerd zeggen! Kost nog minder moeite ook dan naar het postkantoor gaan.
En “het zoveelste achterkleinkind” vind ik er niet prettig uitkomen (zo ging het ook al eens over “kind van broer of zus”, “wat heb je daar nou mee”). Voor sommige mensen is familie wel belangrijk!