Spring naar inhoud


Plat praten

Beste Beatrijs,

Mijn schoonouders zijn lieve mensen met een hart van goud. Ze passen drie dagen per week op onze tweeling van net twee jaar oud. Dit oppassen gaat erg goed en de kinderen zijn helemaal gek op opa en oma, dus eigenlijk heb ik niets te klagen. Maar wat mij, nu de kinderen beginnen te praten, ineens vreselijk irriteert is het taalgebruik van mijn schoonouders.  Ik heb me er voorheen nooit aan gestoord, maar ze praten écht plat. Zeggen ‘kennen’ in plaats van ‘kunnen’, ‘leggen’ in plaats van ‘liggen’, ‘hunnie’ en dat soort termen. Ze moeten dat natuurlijk zelf weten, maar ik ben bang dat mijn dochtertjes hun manier van praten zullen overnemen en dat ze als ze straks naar school gaan, voor gek staan met hun platte taalgebruik.

Ik vraag me af of ik mijn schoonouders hierop moet aanspreken. Ik denk dat ze best netter zouden kunnen praten, als ze zouden willen. Ze zullen toch ook niet willen dat hun kleindochters worden uitgelachen op school? Aan de andere kant aarzel ik. Misschien lijkt het dan net of ik me beter voel dan zij, omdat ík wel ABN spreek.

Het verkeerde taalvoorbeeld

Beste Het verkeerde taalvoorbeeld,

Het lijkt me geen goed idee om uw schoonouders corrigerenderwijs aan te spreken op hun taalgebruik. Hoe zou u zelf reageren als iemand (een vriend, een tante, een collega) tegen u zou zeggen dat uw uitspraak niet deugt, dat u de verkeerde woorden gebruikt of dat u te bekakt praat? Dan zou u zich toch gepikeerd voelen, ook al zou u dat misschien niet tegen die persoon (durven te) zeggen? Correctie is belediging is ongenoegen – zo werkt het meestal.

Schenk er geen aandacht aan en laat uw schoonouders gewoon praten zoals ze gebekt zijn. Zij vormen slechts een van de vele invloeden die op uw kinderen inwerken. Vergelijk uw kinderen met jonge kinderen van de adel in vroeger tijden. Die werden niet door hun eigen moeders verzorgd, maar door minnen, kindermeisjes en dienstmeisjes uit de lagere standen. Dat betekende heus niet dat die kinderen voor de rest van hun leven de taal van het volk spraken. Uw kinderen gaan over een paar jaar naar school en ongetwijfeld zult u net als andere ouders kiezen voor een school die bij uw milieu past. De invloed van de school zal in luttele tijd de invloed van de grootouders wegvagen.

Verheug u dat uw schoonouders u de dagelijkse zorg voor uw kinderen uit handen nemen. Wees blij dat uw kinderen het naar hun zin hebben met oma en opa. En maak u geen zorgen over de taal van uw kinderen. Als ze fouten maken, dan corrigeert u hen, net zo vaak en net zo lang tot ze het goed zeggen. Met kinderen kan dat en hoort dat, met volwassenen is het pijnlijk, en al helemaal wanneer het schoonouders betreft.

Artikelen in Grootouders en kleinkinderen, Kinderopvoeding, Taalgebruik.

Gelabeld met .


8 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. A. Dunlop schrijft

    De mening van vrager dat het taalgebruik van de schoonouders een slechte invloed heeft op de opvoeding van de kinderen stoort mij zeer.

    Het zogenaamde “plat praten” is een wezenlijk onderdeel van iedere taal en geeft veel inzicht in het verleden en de culturele achtergrond van bepaalde gebieden of mensen. De wijze waarop de vrager dit afdoet klinkt als een vorm van taaldiscriminatie en een onbehoorlijke verheffing van het zogenaamde Algemeen Beschaafd Nederlands. Zo waarlijk een culturele dan wel maatschappelijke vorm van superioriteitsdenken

    Zo is echter ook de reactie van Beatrijs gesteld. Dit door de aanname dat de kinderen wel op een school zullen worden geplaatst van een bepaald “milieu”. Alsof mensen welke zich beroepen op een “plat” taalgebruik niet voldoende zouden zijn om de kinderen op te voeden. Het lijkt mij dat zowel de vragende partij als de reagerende partij eens zouden moeten kijken of het gewenste ideaalbeeld wel haalbaar is in deze tijden van culturele vervaging en de invloeden van vele andere culturen.

    Er is niks mis met het streven naar goede manieren. Maar een site die zich richt op moderne manieren zal zich ook moeten ontwikkelen in plaats van vasthouden aan mogelijk ouderwetse denkbeelden.

  2. Ferawle schrijft

    Grappig  de situatie in deze vraag lijkt enorm op die uit mijn jeugd (ik ben nu 23). Ik groeide op in een opwaarts zeer mobiel milieu; mijn moeder komt uit een boerenfamilie; mijn vader uit een zeer arme arbeidersfamilie. Beiden komen uit Brabant, en dat is waar ze nu nog steeds wonen  beiden hebben een goede baan in de wetenschap. Mijn oma kwam vroeger elke week oppassen, en natuurlijk heeft dat ons taalgebruik destijds gestructureerd. Nadat ik naar de middelbare school ging verdween mijn accent al snel, zeker toen ik ging studeren. Maar het maakt me erg gelukkig dat ik door mijn oma een zekere affiniteit met het dialect heb; zekere uitdrukkinen versta, etc. Het grondt me in mijn afkomst en mijn familie’s verleden, en dat is enorm belangrijk. Ik ben dus enorm blij met die linguïstieke afwisseling die ik genoten heb in mijn jeugd.

  3. Weegjes schrijft

    Ik ben het helemaal eens met A. Dunlop!
    Ik ben opgegroeid met dialect. (NIET plat praten!!)
    Spreek het zelf maar kan uitstekend AN (Geen aBn!!!) spreken en schrijven. M.i. is het taalgebruik op internet, hyves e.d. erger voor de ontwikkeling van kinderen dan dialect! (wat te denken van ff ipv even…w8 ivp wacht etc)
    Ik leer mijn kinderen ook dialectwoorden zodat ze opa en oma kunnen verstaan.
    Daarbij komt dat mensen die van anderen vinden dat ze ‘plat’ praten zelf vaak een ergerlijk soort Nederlands hebben…
    Woorden zonder n bijv. of de r die nergens op lijkt. Punt is dat dat de taal is die men ook op tv hoort en daarom als AN wordt opgevat. Mensen die anders praten, praten dan al gauw dialect!
    (Ik kan mij soms vreselijk ergeren aan de mensen die het NOS journaal voorlezen, de r wordt verbroddeld tot 1 of ander binnensmons ccchhhhhh)

    En inderdaad… ‘een school die beter bij uw milieu’ past klinkt behoorlijk denegrerend!! Net of dialect en onbeschoftheid/onwellevendheid hand in hand gaan!
    Van mensen die nooit anderen uit hebben moeten leggen wat ze bedoelen omdat ze altijd omringd zijn geweest door mensen die hun dialect verstaan/verstonden kunnen niet gedwongen worden anders te spreken.

  4. melissa schrijft

    ik zocht een item over “snel praten”en kwam al surfend op deze website. k snap de opwinding van de vorige bezoekers niet zo. Het zgn. dedain of denigrerende herken ik niet in het stuk. Wel ben ik met de bezoekers eens dat dialect, naast het zgn ABN, echt een meerwaarde is.
    Beste Beatrijs, wat een waardevol advies heb je gegeven, tactvol en met een goede toelichting. Ik denk dat ik jouw website eens vaker ga bezoeken.

  5. jopp schrijft

    het is al een eeuwenoud bericht, maar ik wil nog reageren. ik denk dat de schoonouders het echt niet beter kunnen. ik ken zelf een aantal mensen die dezelfde taalfouten maken (leggen ipv liggen etc) en die weten het gewoon echt niet. met andere woorden: het heeft dus ook geen zin ze erop aan te spreken, want ze zijn gewoon zo! niet aan ergeren dus.

  6. Geerten schrijft

    Mijn ouders hielden mij en mijn broer vaak weg bij onze oma omdat zij het stadsdialect sprak. Inderdaad lelijk, maar wij misten daardoor het contact met wat in elk geval mijn lievelingsoma was. En dan heb ik het niet over hoezeer de opstelling van mijn ouders mijn oma gekwetst moet hebben. Het ironische is dat de taalontwikkeling en uitspraak van kinderen primair loopt via de ouders. Mijn moeder was een geboren en getogen Amsterdamse, wat zeer goed te horen was. En ze kwam niet uit Zuid. Hoewel inmiddels vijftigers, is dat nog steeds enigszins aan onze uitspraak te horen…

  7. christine schrijft

    Nou, Dunlop, of je het leuk vindt of niet, spraak is in de grotemensenwereld een belangrijk criterium — een heleboel banen krijg je niet als je plat (dat is iets anders dan dialect!) praat. Beatrijs’ antwoord is prima en laat oma en opa in hun waarde. Alles komt vanzelf in orde. Hoewel, vanzelf? Soms moet je er iets aan doen: na de eerste dag kleuterschool met een nogal gemengde bevolking kwam mijn dochter thuis met ‘Ik wil ook op de majorettes!’ Hoe pakte ik dit aan zonder de frase ‘dat vinden wij ordinair’ te gebruiken? Heb haar op ballet gedaan, groot succes.
    En nu de reacties…. Ja, ik ben best bekakt, die mensen moeten er ook zijn.

  8. Carlijn schrijft

    In de omgang met andere kinderen lopen de kleinen ook de nodige besmettingen op die een gruwel voor het oor zijn: ‘hij wilt’, ‘hun hebbe, ‘hem huis’…, even goed van kinderen wier ouders AN spreken. Als je jouw eigen kinderen verbetert zeggen zij: ja maar Anne, of Willem, of opa en oma zeggen het ook! Een goed antwoord, zonder verdere discussie, kan zijn: maar wíj niet. Bij mijn kinderen heeft het gewerkt, maar zij gebruiken inmiddels als volwassenen wel het door mij verafschuwde ‘doei’ en ‘doeg’. Wellicht als wraak voor de dwang in hun kindertijd, haha!



Sommige HTML is toegestaan