Beste Beatrijs,
Hoe zit het eigenlijk met de regel dat je een brief niet met ‘ik’ mag beginnen? Bestaat die nog steeds, en zo ja, geldt die ook voor e-mails?
Wel of geen ‘ik’?
Beste Wel of geen,
Schrijvers van persoonlijke brieven werd verboden om met ‘ik’ te beginnen, omdat het niet passend werd gevonden om meteen jezelf op de voorgrond te schuiven. De conventie vereiste dat men zich eerst in de ander verdiepte, voordat men over zichzelf losbarstte. Deze regel leidde tot versteende openingen als: ‘Hoe gaat met jou? Met mij gaat het goed.’ Een ander gevolg was dat mensen via verwrongen zinsconstructies het ‘ik’ probeerden te vermijden: ‘Onmetelijk is hoeveel ik van je hou’.
In zakelijke brieven is het gebruikelijk om eerst het kader te schetsen van waaruit de brief wordt geschreven, voordat men ter zake komt. ‘In antwoord op uw schrijven d.d. […] betreffende de aanvraag van een bouwvergunning, deel ik u mee dat…’ Dit om een connectie met de aangeschrevene tot stand te brengen.
Niet beginnen met ‘ik’ is een versimpeling van de regel dat je je in het contact met anderen niet als een egocentrist moet gedragen. Het is daarmee een regel die nooit helemaal de lading kan dekken, want er zijn genoeg zinnen te bedenken die wel met ‘ik’ beginnen en desondanks van betrokkenheid voor de ander getuigen. Wat niet wegneemt dat een schrijven dat met ‘ik’ begint een met de deur in huis vallerige indruk maakt die niet altijd van pas komt. In e-mails doen mensen dat voortdurend en daar is ook niets op tegen, gezien de informaliteit van het genre. Maar als u een wat vloeiender, minder hakketakke toon wil voeren, waarmee de aangeschrevene rustig de inhoud van brief of e-mail in wordt gevoerd, is het beter om niet met ‘ik’ te beginnen.
Iedere week geniet ik van uw uiterst verfrissende kijk op moderne manieren. Vaak ben ik het roerend met u eens. Maar in uw advies over hoe je een zakelijke brief moet beginnen, slaat u de plank toch lelijk mis.
U stelt dat het nog steeds gewoon is om een zakelijke brief te beginnen met: ‘In antwoord op uw schrijven d.d…. betreffende uw aanvraag van een bouwvergunning deel ik u mede dat…’. Inhoudelijk heeft u daarmee gelijk. Eerst schets je de context van de brief. Voor het taalgebruik dat u daarbij hanteert, moet ik u echter terugverwijzen naar het midden van de vorige eeuw.
Een moderne zakelijke brief begint zo: “Op… vroeg u bij ons een bouwvergunning aan. Graag reageer ik op uw aanvraag.” Moderne manieren gaan samen met modern taalgebruik! Het is waar dat mensen, zodra ze een brief moeten schrijven, ineens teruggrijpen op dit soort zwaar verouderde clichés. Maar dat hoeft nu niet meer. Schrijf zoals u een zakelijk telefoongesprek voert. In helder, modern en begrijpelijk Nederlands. Dan snapt iedereen wat u bedoelt, en laat u zien dat ook hier de moderne (taal)manieren hun intrede hebben gedaan.
Mooi geschreven!