Beste Beatrijs,
Elke dag reis ik naar mijn werk met het openbaar vervoer. Er zíjn dagen dat ik níet op perron of in de trein benaderd word door een meer of minder nadrukkelijk type, dat geld van me verlangt. Die dagen zijn zeldzaam. Elke keer weer ervaar ik op die momenten – zo afgestompt ben ik blijkbaar niet – een sterk gevoel van onbehagen. Het gaat om een zeer samengesteld, zeg maar complex gevoel: weerzin, medelijden, boosheid, verwondering, ergernis, en helaas ook nog zelfverwijt omdat ik het vertik mijn portemonnee te trekken ten behoeve van een bijdrage aan de vermoedelijke verslaving van betrokkene. Wat ik wel doe is een onzinnig vertoon van ‘net doen alsof ik hem (of haar, maar dat is zeldzaam) niet zie of hoor’, maar ja, daarmee ontloop ik al die gemengde en vermaledijde gevoelens niet, misschien zelfs wel integendeel! Wat raadt u mij?
Ten prooi aan bedelaars
Beste Ten prooi,
U wordt door een veelheid aan gevoelens besprongen, wanneer u door bedelaars benaderd wordt en dat is precies de bedoeling. De bedelaar doet iets ingewikkelds; hij of zij appelleert aan medelijden, plaatsvervangende schaamte, weerzin, maar ook aan zelfverwijt. Al met al daalt er een wolk van onbehagen over u neer bij de aanblik van alweer zo’n meelijwekkende verschijning. Een van de manieren om dat onbehagen te reduceren is om kleingeld te geven. Dat is de reactie waar bedelaars op speculeren, en kennelijk werkt het, want met bedelen valt een behoorlijk inkomen te genereren. Als het niet lonend zou zijn om te bedelen, zouden ze het immers niet doen.
Bedelen is een broodwinning, niet meer en niet minder. Het is als dagvulling veel relaxter dan stelen of beroven, en het schaadt verder niemand. Of het verworven inkomen nu voor een paar nieuwe schoenen of voor een fijne shot heroïne wordt gebruikt, doet niet ter zake. Het kan u toch ook niet schelen dat de straatmuzikant, die overdag zulke mooie stukjes Mozart speelt, de verdiensten ’s nachts in flessen wijn omzet?
Er zijn in Nederland genoeg hulpverleners en instanties die verslaafden van hun verslaving kunnen afhelpen. Mensen die onder hun schuldenlast bezwijken kunnen gesaneerd en begeleid worden. Het grootste probleem zit in de categorie psychiatrische patiënten die in grote aantallen op straat zijn gezet, sinds steeds meer inrichtingen om financiële en ideologische redenen werden gesloten. Ambulante psychiatrische hulp werkt niet voor deze patiënten, want daar moet je gemotiveerd voor zijn. Tegenwoordig wordt geen hulp verstrekt tegen iemands zin, vandaar de groei in dakloosheid en bedelarij.
Sommige bedelaars kiezen zelf voor dit bestaan, omdat dit hun een beter inkomen oplevert dan zij elders denken te kunnen krijgen. Anderen houden liever hun hand op voor het korte-termijn-gewin dan een of andere minimumloon-baantje aan te vatten met uitzicht op onafhankelijkheid. Weer anderen horen als menselijk wrak eigenlijk in een inrichting thuis. Omdat de voorbijganger in het ultrakorte contact met een bedelaar nooit kan beoordelen wat er aan de hand is, heeft schuldgevoel geen zin. Overigens is de trein als semi-privéterrein, waarvoor u een kaartje heeft gekocht, niet geschikt voor welke categorie bedelaar of muzikant dan ook. In het openbare leven mogen bedelaars vrijelijk opereren, en het staat passanten vrij om zich wel of niet om hen te bekommeren. Er is niets mis met medelijden. Als u er zin in hebt, bijvoorbeeld omdat u in een opgewekte stemming bent, of omdat de bedelaar wel een erg mooi verhaal heeft, of omdat u zomaar iets aardigs voor de medemens wilt doen, dan geeft u een aalmoes, met een glimlach. Als u er geen zin in heeft, dan geeft u niets – ook met een glimlach.
Dank voor uw inzichten over “Moderne manieren”, ze zijn zeer lezenswaard! Naar aanleiding van uw bijdrage van 30 november hierbij nog een tip betreffende het al of niet geven aan bedelaars:
Steek voordat u van huis gaat een reep chocolade of een pakje beschuit in uw jaszak en bied dit een eventuele bedelaar aan. Als hij uw gift dankbaar accepteert is er voor u allebei een reden tot tevreden gevoel. Wendt de bedelaar zich verachtelijk af, jammer voor hem dan – maar voor u des te meer reden tot tevredenheid. Want u hebt uw goede wil getoond én niet bijgedragen aan zijn verslaving!
Bovendien hoeft u zó uw portemonnee niet tevoorschijn te halen – met alle risico’s van dien.