Beste Beatrijs,
‘Moet kunnen,’ zei een van onze (jongvolwassen) kleindochters, toen wij een gesprek voerden over de toelaatbaarheid van persoonlijke contacten buiten het huwelijk. Hun vader (onze zoon) had eens thuis de avondmaaltijd afgebeld, toen hij na een reünie liever met een leuke vriendin van de middelbare school in de stad ging eten. Zijn vrouw was het daar eigenlijk niet mee eens en had hem dat – later – ook duidelijk gemaakt. Hij bleef echter doorgaan met het principe ‘moet kunnen’ en dat doet hij nog steeds. Intussen is zijn huwelijk wel kapot gegaan. Als zijn huidige relatie op ‘moet kunnen’ wél standhoudt, dan vraag ik me af wat relaties tegenwoordig nog betekenen. Waarom wil je een hartsvriendinnetje van vroeger graag nog eens zien? Met een gepasseerde relatie moet je niet spelen. Je kunt misschien nog wel met hem of haar in een tennisclub zitten of bridgen, onder de sociale controle van het verenigingsleven, maar je moet niet à deux gaan dineren. Is dit verschil in inzicht tussen mij en mijn kleindochter een generatiekwestie? Zo ja, dan leg ik mij daar als zeventig-plusser nog steeds niet bij neer.
Te streng in de liefde?
Beste Te streng?
Uw standpunt heeft inderdaad wel iets draconisch. U zegt (over het ontmoeten van vroegere vlammen): gevaarlijk voor de bestaande relatie, nooit doen dus. Ik zou daar tegenover stellen: die verhouding is voorbij en dat is niet voor niets. Wat is de reden om terug te keren naar iets wat afgelopen is? Bijna niemand wil dat voor andere dingen in zijn leven (terug naar een vorige baan, terug naar een vorig huis, terug naar zijn ouders), waarom zou men dat dan wél willen voor gepasseerde liefdes? Mensen zijn niet meer dezelfden als ze waren. Oude liefdes zijn, net als oude vrienden, verbonden met een bepaalde tijd, en met een vroegere versie van jezelf. De kans dat die oude liefde weer opbloeit, alsof de tijd heeft stilgestaan, is bijzonder klein. Terwijl een gevoel van verbondenheid door in het verleden gedeelde ervaringen soms wel tot een nieuw soort – onbeladen – vriendschap kan leiden.
De uitzonderingen daargelaten. Er zullen best voorbeelden te vinden zijn van mensen die na dertig jaar moeiteloos de draad van een voorbije liefde oppakken, alsof er intussen niets gebeurd is. En dan zit je met een probleem in je huwelijk. Maar ik denk niet dat dit theoretische risico voldoende is om een hernieuwd contact met een vroegere liefde categorisch af te wijzen. Meestal komen die ontmoetingen neer op het bevredigen van nieuwsgierigheid, het uitwisselen van sentimentele herinneringen en toch ook: een gevoel van afstandelijkheid. De kans op overspel lijkt veel groter bij het ontmoeten van een nieuw en spannend iemand in de bridgeclub of de tennisclub (ongevaarlijke situaties volgens u) dan bij het ontmoeten van ex-geliefdes, die er maar sporadisch in zullen slagen los te komen van hun status van ‘schim uit het verleden’.
Vroeger werden getrouwde mensen niet geacht om er persoonlijke vriendschappen met leden van de andere sekse op na te houden. Tegenwoordig kan en mag dat wel, en die vrijheid is toch wel een grote vooruitgang.
Kort samengevat: vrouw krijgt telefoontje van haar man dat hij niet thuis komt eten omdat hij spontaan op het idee gekomen is met een vriendin van vroeger, die hij vandaag na jaren weer opnieuw heeft ontmoet, uit te gaan eten.
Als de vrouw daar niet blij van wordt, zou zij hem geen vriendschap gunnen?
‘Er een vriendschap met een lid van de andere sekse op na houden’, is toch heel anders, dan betreft het vaak iemand die je partner kent, en het gaat meestal niet om spontane dineetjes met z’n tweetjes…