Beste Beatrijs,
Mijn broer is op z’n vijftigste getrouwd met een buitenlandse vrouw. Hij heeft z’n echtgenote ontmoet via een vriend en diens vrouw. Ondanks de vele pogingen van mijn moeder, mijn dochter en mijzelf wilde mijn broer niet eerder sociale contacten leggen en onderhouden.
Op de verjaardagen van mijn broer en schoonzuster raak ik regelmatig in gesprek met deze vriend. Steeds probeert hij mijn inmiddels overleden moeder – die hij éénmaal heeft gezien – ter sprake te brengen. Hij heeft theorieën over een verband tussen mijn bijdehante, geëmancipeerde moeder en het late huwelijk van mijn broer. Ik voel me dan gedwongen ofwel mijn moeder zwart te laten maken, ofwel een boekje open te doen over het verleden van mijn broer. Omdat deze keus me niet aanstaat, geef ik het gesprek een andere wending, maar bij de volgende verjaardag is het weer raak. Ik voel me hier onprettig bij. Wat te doen?
In een hoek gedrongen
Het lijkt wel alsof er een wedstrijd gaande was. Ik tel in de gauwigheid al vijf personen die zich ingespannen hebben uw broer het huwelijksbootje in te dirigeren. En dan na jarenlange vergeefse pogingen gaat uiteindelijk een buitenstaander met de eer strijken. Het familiekamp faalde. Vergis ik me, of proef ik iets bitters in uw woorden, als u schrijft dat u ‘een boekje open zou kunnen doen over het verleden van uw broer’? Mijn fantasie slaat hierbij onverbiddelijk op hol. Ik zie een stoet van potentiële verloofdes voor me, aangeleverd door uw moeder, door uzelf en nota bene door uw dochter (wie schoof zij zoal naar voren? klasgenootjes? studiegenootjes? – de wanhoop moet groot geweest zijn). Stuk voor stuk gouden kansen en wat deed uw broer? Niets! Niet in beweging te krijgen die man! Over eigenheimers gesproken.
Vergeeft u mij deze ongepaste uitweiding. Dat het liefdesleven van uw broer pas zo laat op gang kwam is werkelijk mijn zaak niet. Ik verplaatste me even in een mogelijk weerwoord op de triomfantelijke houding van zijn vriend, de koppelaar. Niet alleen wist hij wel hoe hij dit varkentje wassen moest, maar daarbij meent hij ook zeker te weten welke fouten in het verleden zijn gemaakt en door wie. In de roes van zijn succes als liefdeskoerier heeft hij zichzelf stiekem gepromoveerd tot therapeut en zoals het amateur-therapeuten betaamt, werkt hij met simpele sjablonen: slechte jeugd, zwarte schaap van de familie en natuurlijk de eeuwige dominante moeder. Veel roddelaars poseren als therapeuten, omdat de analyserende manier van praten hun een schijn van objectiviteit verleent. Maar hij wil gewoon zijn visie opdringen in de hoop daarbij sappige details uit het verleden te weten te komen. Terecht wilt u daar allemaal niets mee te maken hebben. Uw broer is nu in kennelijke harmonie getrouwd, een reden om je te verheugen in plaats van te zitten simmen over de tijd dat hij nog zoekende of juist niet zoekende was.
Als uw afleidingsmanoeuvres naar een minder beladen gespreksonderwerp niet werken, dan zit er niets anders op dan uw wens duidelijk voor hem uit te spellen: ‘Ik praat nu liever niet over mijn moeder. Ik moet er nog steeds aan wennen dat zij er niet meer is.’
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.