Lemma uit het boek Ter harte van Beatrijs Ritsema
Je geliefde ten huwelijk vragen is een mijlpaal, een van die ‘belangrijke momenten’ in een leven die resoneren met traditie en met de clichés uit boeketromannetjes en met tal van filmbeelden. Miljarden huwelijksaanzoeken zijn er in de loop van de geschiedenis gedaan, er zullen er hopelijk nog vele volgen, het scenario ligt grotendeels vast, doe geen moeite om er een originele draai aan te geven, want in clichématige situaties werken clichés het beste.
Het scenario past zich natuurlijk aan veranderde tijden aan. Zo is het onderdeel ‘vader vragen om de hand van zijn dochter’ al meer dan vijftig jaar geleden geschrapt. En dan ook echt geschrapt. Sinds 21-jarigen (later 18-jarigen) geen ouderlijke toestemming meer nodig hebben om te trouwen, wordt deze toestemming niet meer gevraagd. Ook niet bij wijze van archaïsche knipoog om het ‘helemaal volgens de regels te doen’. Die regel bestaat niet meer. Het ‘vragen om de hand’ is vervangen door de huwelijksaankondiging aan de ouders, en die vindt pas na het (geaccepteerde) aanzoek plaats.
Het scenario schreef voor dat de man de vrouw ten huwelijk vroeg en niet andersom. Dat geldt wél nog steeds. Moderne vrouwen zullen ook best wel eens de man vragen, maar het is minder leuk en minder echt. Ook al zegt hij ‘ja’, de vrouw voelt zich dan toch in een smekende positie gemanoeuvreerd en dat wringt met het scenario, dat er een duidelijke rolverdeling op nahoudt: de man vraagt, de vrouw antwoordt. Die rolverdeling is er niet voor niets. Een vrouw is, kinderen in aanmerking genomen, meer gebaat met een huwelijk, zit er sterker om verlegen dan een man. Dat maakt de uitgangsposities ongelijk, met de vrouw in de zwakkere, afhankelijke positie. Ter compensatie valt de man (die, overdreven gesteld, niet zo nodig hoeft) de taak van het vragen toe. Hij neemt hiermee niet alleen het risico om te worden afgewezen voor zijn rekening, maar ook demonstreert hij zijn motivatie: ondanks het feit dat hij, zoals zoveel andere mannen, geen brandend verlangen naar de huwelijkse staat koestert, maakt hij graag een uitzondering voor deze speciale geliefde, met wie hij de rest van zijn leven delen wil.
Aan de omstandigheden waaronder het aanzoek plaatsvindt legt het scenario geen noemenswaardige beperkingen op, behalve dan dat het in een privésituatie moet gebeuren. Elkaars intenties uitspreken en aanhoren voor het sluiten een huwelijk is een zuivere privé-aangelegenheid, die op een akelige manier wordt geschonden door er derden getuige van te laten zijn. Veel mensen menen dat een originele vormgeving hun aanzoek kracht zal bijzetten en hun geliefde extra zal imponeren. Dus organiseren ze niet alleen een ballonvaart om boven in de ijle lucht de hamvraag te stellen, maar proppen de korf ook nog eens vol met goede vrienden, champagne onder handbereik. Waag het dan eens om nee te zeggen, als je geliefde 5000 euro heeft besteed en de complete vriendenkring heeft opgetrommeld. Dit soort vertoon van liefde waar geen zee te hoog voor gaat is misschien wel vleiend, maar ook overweldigend. De gevraagde kan geen kant meer op en ook al wordt 99 procent van de aanzoeken geaccepteerd – je moet niet doen alsof die theoretische kans van één procent niet bestaat.
Een huwelijksaanzoek is een serieuze vraag die een serieus antwoord verdient. Het is zo ongeveer de belangrijkste beslissing van je leven. Maak je er een originele poppenkast van met extravagant vertoon, dan perverteer je op een of andere manier het ritueel. Een sceptische buitenstaander zou geneigd zijn te denken dat iemand die de conventie van het aanzoek zo weinig in acht neemt, ook niet al te zwaar zal tillen aan de conventies van het huwelijk zelf.
Afgezien van de omstandigheden die privé moeten zijn, zal de stijl van het aanzoek overeenkomen met de stijl van de persoon die het doet. Ongelimiteerde vrijheid dus. Rode rozen, alvast aangeschafte ringen kunnen heel goed, maar zijn niet nodig. Die ringen zijn zelfs een beetje link, omdat veel vrouwen – ook al weet je zeker dat ze ‘ja’ zeggen – toch graag zelf hun ogen over de keuzemogelijkheden laten gaan. Het kan romantisch bij een kaarslichtetentje, of intiem in bed na een vrijpartij, of in een stemming van verbondenheid tijdens een wandeling. Maar er is niets tegen een zakelijk aanzoek tijdens het invullen van de belastingopgave of bij het maken van een boodschappenlijstje. Hetzelfde geldt voor een pragmatisch aanzoek, voortvloeiend uit plannen die worden gemaakt voor huisaankoop of nageslacht. Het nemen van de horde (bereiken van de mijlpaal) hoeft nog geen tien seconden in beslag te nemen. Maar belangrijk is het wel. En vrouwen die zeggen: ‘Hier moet ik een uurtje/dagje/weekje rustig over nadenken, je hoort nog van me,’ willen niet. In geval van twijfel luidt het antwoord ‘nee’. Een later ‘ja’ is een ‘vooruit maar, ja’, en dat is niet enthousiast genoeg.
Hear hear.
Al zal ik nooit gaan trouwen, maar zeg nooit nooit.